Samenvatting: Voedingsonderzoek

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Voedingsonderzoek

• 1 Week 1

• 1.1 Hoorcollege 1: reproduceerbaarheid en validiteit

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Huidige gewicht van een populatie willen weten aan de hand van een vragenlijst. Valide?

  - Nee, mensen kunnen sociaal wenselijke antwoorden gaan geven.

• Meting van de middelomtrek van mensen middels protocol. Valide?

  - Redelijk valide. Als je het protocol aanhoudt.

• Gewicht meten met weegschaal, reproduceerbaar?

  - Ja in principe wel. Als er niks gebeurt met de weegschaal en als de proefpersonen niet ineens veel gaan eten/drinken is het reproduceerbaar.

• Energie-inname met dagboek, reproduceerbaarheid?

  - Valide (op groepsniveau) maar niet reproduceerbaar. Het kan zijn dat mensen zijn vergeten wat in te vullen of dat ze een schatting maken.

• Leg uit wat de begrippen test-retest, intra-reter, inter-rater betekenen.

  - Test – retest – kijken of je dezelfde resultaten behaalt als je de meting herhaalt
  - Intra-reter – kijken of de onderzoeker telkens hetzelfde meet en geen variatie vertoont
  - Inter-rater – meerdere onderzoekers werken mee en je wilt een zo klein mogelijk verschil tussen de verschillende onderzoekers

• Teken de 4 schietschijven en vertel welke valide is en welke reproduceerbaar.

  Schietschijf 1: niet valide, wel reproduceerbaar Schietschijf 2: wel valide, niet reproduceerbaar Schietschijf 3: niet valide, niet reproduceerbaar Schietschijf 4: wel valide, wel reproduceerbaar.
  
   
   
   

• Welke methode is het meest valide om met behulp van een predictieformule lichaamsvetpercentage te bepalen bij studenten gezondheidswetenschappen?Welke is het meest reproduceerbaar?

  
  Bio impedantie of BMI.
   
  Welke meting is het meest reproduceerbaar?
  BMI.

• Wanneer is het gebruik van herhaalde metingen zinvol? Slechte reproduceerbaarheid of slechte validiteit. 

  - Slechte reproduceerbaarheid. Bij slechte validiteit kan je meten wat je wil maar je zult nooit meten wat je wilt meten.

• Wat is het nadeel van een correlatiecoëfficiënt (zonder plot)?

  - Je pikt er geen outliers (toevallige meetfouten) mee op
  - Je pikt er geen systematische fouten mee op

• Wat is onderstaand plaatje voor soort fout?

  Systematische meetfout. Dit kun je soms achteraf nog herstellen