Diabetes mellitus en glucosemetabolisme

12 belangrijke vragen over Diabetes mellitus en glucosemetabolisme

Typische patient: veel plassen, veel dorst, moeheid. Afgelopen weken een ontsteking gehad, na de ontsteking gingen alle klachten even weg. Nu zijn ze weer terug

Diabetes mellitus type 1

Wat is het verschil in behandeling tussen dm1 en dm2:

Type 1 behandel je met insuline. Lichaam kan namelijk geen insuline produceren

type 2: metformine, gliclazide
DPP-4-remmer
GLP-1-receptorantagonist

Welke verlaagt het glucosegehalte van het bloed door insuline uit B-cellen te stimuleren

alfaglucosidaseremmers
biguaniden
sulfonylureumderivaten
thiazolidinedionen

Sulfonylureumderivaten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

SADPUCKER
welke organen zijn allemaal retroperitoneaal

  1. S: Suprarenale klieren (bijnieren)
  2. A: Aorta en Inferieure vena cava
  3. D: Duodenum (laatste 2/3)
  4. P: Pancreas (kop)
  5. U: Ureteren (de urineleiders)
  6. C: Colon (ascendens en descendens)
  7. K: Nieren
  8. E: Esophagus (slokdarm)
  9. R: Rectum (gedeeltelijk, het laatste deel)

Welke arterie voorziet de sinusknoop en de av knoop

A. Coronaria dextra

Een acuut coronair syndroom onstaat meestal als gevolg van een rutpuur van een atherosclerotische plaque. Daarbij komt trombogene inhoud van de plaque vrij waardoor zich een trombus vormt die de coronair kan afsluiten

welke onderstaande factoren dragen bij aan de stabiliteit van de plaque

lage lipideninhoud
accumulatie van macrofagen
weinig gladde spiervezels in het kapsel van de plaque

Lage lipideninhoud
veel fibreus weefsel en lage lipiden zorgen voor stabiliteit van de plaque

macrofagen scheiden stoffen uit die zorgen voor destabilisatie van de plaque

gladde spieren zorgen voor afzet van extracellulaire matrix van de plaque, dit leidt tot stabilisatie.

R of L long heeft 3 long kwabben boven, midden, onder

welke R of L

Rechter long

Wat is het verschil tussen type 1 pneumocyten en type 2 pneumocyten

Type 1: fungeert voor diffusie van O2 en CO2. Het gaat hier om eenlagig plaveiselepitheel. (CO2 diffundeert 20x sneller dan O2)

type 2: prodeert surfactant. Het geen alveolaire collaps voorkomt. Het verlaagd de opp spanning
week 32 ban de zwangerschap wordt onder invloed van cortisol surfactant geproduceert.

Welke nier ligt meer caudaal

Rechternier (door volumewerking van de lever)

Op welke wervelniveaus liggen de onderpool en bovenpool van de nieren

Th12 en L3

Hersengebied: regio broca, regio wernicke

waar in de hersenen liggen ze
wat is de functie

Regio Broca: frontaalkwab meestal links
zorgt voor taalmotoriek
(bij schade expressieve afasie: taal wordt wel begrepen, maar slecht/stoterig geproduceerd)

Regio Wernick: temporaal kwab, meestal links
zorgt voor taalbegrip

Zenuwblokkade bij bevalling: welke moet je blokkeren

n. Ilio-inguinalis
n. Pudendus
n. Sacralis

N. Pudendus bij een normale bevalling, deze voorziet de bekkenbodem en geeft pijnsensatie door aan de externe genitalia

n. Ilio-inguinalis: bij sectio caesaria

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo