Fysiologie - Reguleren lichaamsfuncties

25 belangrijke vragen over Fysiologie - Reguleren lichaamsfuncties

Welke systemen reguleren de lichaamsfuncties?

-Zenuwstelsel: Centraal en perifeer deel.
a.Willekeurig = animaal zs (stuurt spieren aan)
b.Onwillekeurig = vegetatief zs
-Endocrien --> hormonaal systeem 
Zintuigen en sensoren (zorgen dat info binnenkomt

Homeostase: welke parameters dienen te worden gereguleerd?

-ECV
-Bloed glucose --> hersenen kunnen geen 3 min zonder glucose
-Kerntemperatuur (thermoregulatie)
-Bloeddruk
-O2 aanvoeren en CO2 afvoeren (ademhaling)
-Bloeddruk
-Hartfrequentie

Welke aspecten komen bij homeostase naar voren?

-Controle over vitale parameter
-Homeostase: bv. samenstelling van de weefselvloeistof wordt constant gehouden!
-Aantal betrokken regelkringen --> vitaal belang parameter
-Kost energie
-Belangenstrijd: hierarchie en competitie. Belangenstrijd --> wie krijgt voorkeur van ANS. Als je bv. fight or flight respons hebt dan zal voedselvertering tot nul gereduceerd worden, sympathicus boven parasympathicus.  Door andere concentraties hormonen te sturen verschillende reacties opwekken bij hetzelfde orgaan.
-Adaptatie, acclimatisatie: het lichaam past zich aan en heeft de kans om zich te acclimatiseren. Als je prikkel vaker krijg onthoud je prikkel en versneld  en automatiseert het pad. Niet meer denken maar doen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het verschil tussen autonoom en somatisch?

Somatisch systeem: verschil tussen wakker en slaap. Bij slaap worden afferente en efferente verbindingen verbroken

Onwillekeurig verschil: geen verschil dag en nacht.

Wat zijn de principes van regulatie?

a.Start bij de sensor, bijv. temperatuur. Sensor meet temperatuur
b.Comparator beoordeeld temperatuur. Beoordeeld bijv. 0,2 te hoog in temp.
c.Geeft aan regelcentrum door dat temperatuur omlaag moet. In eerste instantie gaat temperatuur veel te ver omlaag. Meet dan weer beneden, zegt te laag moet weer omhoog, zo verder totdat het rond de uitgangsgrootheid zit. Maar zit nooit op de lijn.

-Stabilisatie van uitgangsgrootheid
-Wordt gereguleerd door negatieve = “opposite” feedback: “hormoon” remt zijn eigen secretie

- Resultaat is géén rechte lijn!

Hoe kun je water aanvullen?

-drinken, voeding
-Komt vrij als product van stofwisseling

Hoe kun je water kwijt?

-Verdamping, zweten --> thermoregulatie
-Nieren en darmen dat mee gebruiken tijdens in de uitscheiden. Maar wordt geprobeerd elektrolyten te behouden, dat kost ook weer water.

Wat is belangrijk voor actie potentiaal?

Voor actie potentiaal: interstitium natrium hoog, kalium binnen cel hoog. Zodat elektrolyt makkelijk van hoog naar laag kan verplaatsen. Gradiënt van diffusie.

Hoe werkt bloeddruk regulatie?

Bloeddruk in eerste instantie gecontroleerd bij een sensor. Maar er zijn meerdere bloeddruk sensoren --> zie je hierarchie en competitie. Geven allemaal informatie aan setpoint. Wordt doorgegeven aan regelcentrum.  --> de hypothalamus, medulla en nier. Die hebben alle drie hun eigen effector. Die drie moeten samenwerken om bloeddruk terug te krijgen op gewenste hoogte.

Setpoint is niet altijd hetzelfde, want er zijn verschillende momenten op de dag. Dus ook verschillende activiteitspatronen in die vitale parameters. 

Wat is het somatic motor pathway?

Nergens een interruptie, meteen van CNS naar eindpunt: skeletspier. Gebruikt ACh om nicotinereceptor te vertellen wat die skeltspier moet doen.

Wat zijn de automatic motor pathways?

-Sympathisch: ganglion dichter bij ruggenmerg. Preganglionair: ACh als neurotransmitter, en nicotinereceptor. Doelorgaan: norepinephrine als neurotransmitter, kan zowel naar alpha als beta 1 receptor gaan.
-Parasympatisch: ganglion verder weg van ruggenmerg. Preganglionair: ACh als neurotransmitter, en nicotinereceptor. Doelorgaan: ACh als neurotransmitter, muscarine receptor.

Wat is de adrenal sympathetic pathway?

-door neuronale invloed worden in de bijnier hormonen vrijgegeven. In dit geval epeniphrine die op Beta 2 receptor van doelorgaan gaat zitten, maar kan ook beta 1 receptor beïnvloed à redundancy.

Wat is te zeggen over effect, transmitters, en signaaltransport mbt ANS en hormonaal stelsel

ANS
Hormonaal systeem
Snel effect
Trager: effect na minuten tot dagen

Relatief weinig verschillende transmitters
Veel verschillende hormonen, en receptoren.
Signaaltransport vooral “elektrisch”



Signaaltransport via bloed in kleine hoeveelheden. De concentratie bepaald het effect. Daarom hormonaal beter sturen dan autonoom. Autonoom is ja/nee antwoord, en hormonaal is hoe ver wil ik hem stimuleren/remming.

Wat is het verschil tussen het hormonale systeem en het endocriene systeem?

Endocriensysteem bestaat uit endocriene klieren. Veel hormonen worden vrijgesteld door endocriene klieren. Twee andere soorten hormonen. Weefselhormonen --> weefsel produceert hormoon, bv. vet. Neurohomonen --> neuronale systeem.
Vet is weefselhormoon
En ook neurohormonen

Wat kan de schors vrijstellen?

Schors kan: aldosterone, glucocorticoids (cortisol) en seks hormonen vrij laten komen

Wat kan de medulla vrijstellen?

Medulla (merg) kan catecholamines --> aminozuren vrijstellen.

Wat zijn eigenschappen van amines?

-Amines (bron: tyrosine, tryptofaan):
a.Bijv. adrenaline, schildklierhormoon (T3/T4)
b.Redelijk hydrofiel

Waar reageren cortisol en thyroxine vooral op?

Cortisol en Thyroxine reageren op genoom dus vooral te maken met groei en ontwikkeling.

Hoe kan transport van hormoon in het bloed plaatsvinden?

a.Vrij, ongebonden: (nor)adrenaline, peptide hormonen
b.Soms ook gebonden aan proteïne (ander hormoon): bijv. voor transport over een cell
-“binding proteins”: steroïden, IGF-I, T3/T4. Hormoon moet dan eerst vrijgemaakt worden voordat het weer actief

Op welke manieren kan koppeling van hormoon aan een receptor plaatsvinden?

-Membraan: “snel”effect via ionkanaal, second messengers of autofosforylering (catecholamine, peptidehormonen)
-Intracellulair (de cel in): effect trager (testosteron, oestrogenen, cortisol)
-Nucleus (door twee plasmamembranen): interactie met DNA: effect traag maar uiteindelijk duidelijk zichtbaar (T3/T4)

Op welke 3 manieren kan een hormoon een doelorgaan beïnvloeden?

1.Autocrien: het hormoon bindt zich op het membraan van de cel waarvan hij vrijgekomen is. Ligand bindt op eigen membraan.
2.Paracrien: Hormoon bindt naburige cel op “diffusieafstand”.
3.Endocrien: tussen (ver) verwijderde cellen. Hormoon gaat in het bloed en kan zo het hele lichaam aansturen.  Meest voorkomend

Wat is de hypothalamus - hypofyse as?

-Initiatie vanuit hypothalamus: hypothalamus informatie uitstuurt naar de adenohypofyse (linker) of naar de neurohypofyse (rechter). Vanuit hypothalamus loopt een neuronale band naar de kluwenbloed in neurohypofyse -->  neurale aansturing van hormonen. In adeno hypofyse, systeem van portale venen. Hypothalamus gebruikt bloedbaan om hormoon vrij te geven naar adenohypofyse. Adenohypofyse heeft ook een streng neuronaal aangestuurd te worden. Zowel endocrien als neuronaal dus.

Hoe vindt regulatie van plasma glucose plaats?

Regulatie plasma glucose:
-Beta cellen: insuline --> plasma glucose dalen
-Alfa cellen: glucagon --> plasma glucose stijgen
-Voor snelle boost glucose: (GH, cortisol, adrenaline) à synergie van hormonen
-Glucogon en insuline is tegenwerking van hormonen

Wat is het doel van zowel ANS als endocrien systeem?

Doel van beide is om korte of langere termijn de homeostase te kunnen handhaven en de stofwisseling aan te sturen.

Hoe wordt de secretie van hormonen gereguleerd?

-Neuraal: adernerg, cholinerg, dopaminerg, serotinerg
-Chronotroop: pulsatiel, dag/nacht ritme, seizoen, slapen/waken etc.
-Feedback: hormoon-hormoon, substraat-hormoon, mineraal-hormoon

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo