Steun en bewegingsstelsel - Onderste extremiteit - Enkelgewricht + wervelkolom

23 belangrijke vragen over Steun en bewegingsstelsel - Onderste extremiteit - Enkelgewricht + wervelkolom

Hoe is tibia met fibula verbonden, waar zorgt dit voor?

-Tibia met fibula verbonden door syndesmose (junctura fibrosa)à beweging tussen tibia en fibula is gering, belangrijk voor stabiliteit.


-Twee botten in vork zodat krachten goed opgevangen worden, veert een beetje mee doordat je tibia en fibula hebt met een beetje bindweefsel ertussen.

Waar bestaat het mediale ligament van de enkelband uit?

Mediale ligament. Verschillende ligamentjes lopen van mediale malleolus naar verschillende voetwortel beentjes. Driehoekige structuur, bestaat uit 4 delen, best wel groot en is best wel stevig.

Welke bewegingen kan het enkelgewricht?

-Enkelgewricht is een dwarsscharnier, beweging om as door de malleoli:
a.Plantair flexie (in de richting van de voetzool)
b.Dorsaalflexie (in de richting van de voetrug)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de invloed van de vorm van de trochliatali op de stabiliteit?

-Voorzijde trochliotali is breder dan achterzijde. Tijdens dorsaalflexie wordt de speelt tussen de trochlea tali en de tibia fibula vork kleiner. Dus tijdens dorsaalflexie komt bredere gedeelte van trochleotali in de vork terecht. Daardoor geven de botten in dorsaalflexie een grote mate van stabiliteit. Tijdens plantairflexie komt het smallere gedeelte van trochleatali in verende vork terecht, dus weinig benige stabiliteit à dan moet je het vooral hebben van banden.

Wat is een enkelband laesie, waar komt het het vaakst voor, waarom?

-          Enkelbandleasie (lateraal) scheurt vaak. Als je in plantairfelxie gaat en je hebt een beetje inversie komt er veel spanning te staan op het anterior talofibular ligament en kan dan scheuren. Wat gebeurt bij enkel verzwikken.

Welke spieren zorgen voor dorsaalflexie en welke voor plantair?

-Spieren aan voorzijde bewegingsas zorgen voor dorsaalflexie.
-Spieren aan dorsale zijde bewegingsas zorgen voor plantairflexie.   
-Spieren voor Plantairflexie groter want als je staat moet je tenen je hele gewicht dragen. De kuitspieren zijn goed ontwikkeld.

Wat zijn de verschillende krommingen van de wervelkolom?

-          Lordose: kromming met holle gedeelte naar achter (cervicaal, lumbaal)
-Kyfose: kromming met holle gedeelte naar voren (thoracaal, sacraal)
-Krommingen belangrijk voor een stabiele wervelkolom. 

Hoe ontstaan de krommingen in de wervelkolom?

-Als je net geboren met wervelkolom één kyfose. Zo kan het zwaartepunt van het lichaam goed gepositioneerd worden.
-Als je net geboren bent is wervelkolom nog een grote kyfose.
-Cervicale lordose: ontwikkelde eerste levensjaar als je hoofd opricht, als je gaat kruipen.
-Lumbale lordose: ontstaat als je gaat staan en lopen, sacrum gaat naar achter zodat lichaamszwaartepunt precies boven benen zit. Dat betekent ook dat er een lumbale lordose ontstaat.

Wat is de grondvorm van een wervel?

-          Corpus vertebrae. Wervellichaam, zit aan de voorzijde.
-Arcus vertebrae. Zit achter corpus vertebrae. Arcus heeft meerdere uitsteeksels. 
-Foramen vertebrale (gat). Gat tussen wervellichaam en wervelboog.
-Canalis vertebralis: Als je alle wervels op elkaar stapelt worden alle foramen met elkaar een kanaal waar ruggenmerg in zit.
-Regionale karakteristieken!

Wat zijn de bewegingen van de wervelkolom?

Bewegingen wervelkolom: flexie, extensie. Latero flexie (zijwaards buigen) en rotatie.

Wat zijn de voorste intervertebrale gewrichten?

-Voorste intervertevrale gewrichten: Zijn de gewrichten tussen de wervellichamen. Disci intervertebrales zit tussen de wervellichamen. Het is dus een kraakbeen gewricht (junctura cartilatiliga), geringe mate van beweging.

Wat zijn de achterste intervertebrale gewrichten?

-Achterste intervertebrale gewrichten: Wel een synoviaal gewricht. facetgewrichten, tussen processus articulares (inferior en superior) (zijn een soort uitsteeksels). De gewrichtsoppervlakken zijn tamelijk vlak, vandaar naam facetgewricht. Geen grote beweeglijkheid tussen tweetal wervels maar, de hele wervelkolom wel.

Hoeveel procent van totale WK lengte zijn disci intervertebralis?

25%

Waar zijn de discus intervertebralis het diksts?

Lumbaal

Wat gebeurt er met de hoogte van de wervellichamen?

-Hoe lager je komt, hoe hoger wervellichamen worden --> hoe lager je komt hoe meer gewicht er gedragen moet worden.

Waar zijn de schrijven relatief dik t.o.v. Hoogte wervel?

-Cervicaal zijn schijven relatief dik t.o.v. de hoogte van de wervels. Een van de factoren die bepaald dat cervicale wervelkolom zo beweeglijk is.

Hoe varieert beweeglijkheid?

-Beweeglijkheid varieert per regio, is sterk afhankelijk van stand van de facetten. Cervicale wervelkolom is het meest beweeglijk --> facet gewrichten staan schuiner, en in andere gedeeltes staan ze weer anders.

Waarom is hals meest beweeglijk?

Weinig wekedelen massa rondomheen, gunstige stand facetgewrichten, tussenwervelschijven aan de hoge kant.

Hoe ziet de rand en het midden van een wervellichaam eruit?

Wervellichaam heeft in de periferie een opstaande rand. Middelste gedeelte wat lager --> wordt opgevuld met een vertebrale eindplaat. De vertebrale eindplaat is ook van kraakbeen

Hoe loopt de vertebrale eindplaat en waar zorgt het voor?

De vertebrale eindplaat loopt door en heeft een functionele verbinding met de tussenwervelschijf. Draagt bij aan stabiliteit en maakt dat de beweeglijkheid tussen tweetal wervels niet ernom groot is.

Wat is de opbouw van een discus intervertebralis?

-Centrale geleiachtige massa: nucleus pulposus. Naarmate je ouder wordt, wordt de geleiachtige massa stugger.
-Daaromheen heel veel bindweefsel ringen: anulus fibrosus
Anus = ring, fibrosus slaat op bindweefsel.

Wat kan er met de nucleus pulposi gebeuren en wat is het gevolg?

Nucleus pulposi kan gaan uitpuilen door de anulus fibrosus heen. Kan zijn doordat anulus fibrosus slechter wordt van kwaliteit, kan ook zijn doordat je je hele leven een bepaald krachtenspel hebt gehad op je wervelkolom.


De nucleus pulposis uitpuilen door anulus fibrosus heen en in het wervelkanaal terecht komen. Kan gaan drukken op wortels (zenuwen). Kan verschijnselen geven in de zin van prikkelingen en pijn, motorische uitval spieren. Discus prolaps = hernia nuclei pulposi.

Wat is voor belang voor stabiliteit in de wervelkolom. Hoe gebeurt dit over de gehele wervel kolom, en segmentaal?

Lange en korte ligamenten van belang voor stabiliteit. Houden wervels bij elkaar.


Spieren houden ook bij elkaar. Rugspieren zijn in lagen gerangschikt. Lange spieren bewegen grote delen van de wervelkolom, bv m. erector spinae (zet de wervelkolom overeind), bestaat uit drie grote kolommen. Beweegt wervelkolom als geheel.


Korte segmentale spieren geven a.o. segmentale stabilisatie. Zorgen ervoor dat de kleinere elementen in lijn blijven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo