Samenvatting: Vorm En Functie Dt2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vorm en functie DT2
-
1 Neurale communicatie
-
1.1 Neuronen
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe vindt precies het contact plaats tussen een axon en dendriet?
Bijaxonale boutons worden neurotransmitters afgegeven.Dendritische spines (uitstulpingen bij de kant van dedendriet ) is decontactplaats met deaxonale boutons. Een synaps is een speciaal gebied waar de zenuwprikkels van de ene zenuw overgaan op de andere en hier kunnen twee zenuwcellen communiceren. -
Er zijn verschillende klassen zenuwcellen, te onderscheiden op morfologische karakteristieken. Noem de drie soorten zenuwcellen
1.Multipolair
2. Bipolair
3. Pseudo(unipolair) -
Wat is een multipolaire zenuwcel?
Zo zien de meeste neuronen er uit. Ze hebben meerderedendrieten en decelkern ligt aan deze kant. Ze hebben éénaxon . -
Wat is een (pseudo)unipolaire zenuwcel?
Ze zien erunipolair uit, maar het is één uitloper die in tweeën splitst (ontvangende tak endoorgevende tak). Bijv bijsensorische neuronen.
Het signaal hoeft niet door een cellichaam heen en kan dus sneller. -
Welke drie soorten vormen van dendrieten zijn er?
1. Piramide cellen (hersenschors)= driehoekige vorm in het weefsel (A)
2.Stellate cellen (stervormig ) = metuitlopers rondom (B)
3.Purkinje cellen (in kleine hersenen)= belangrijk bij beweging, integreren van binnenkomende info. = heel complex en herkenbaar (C)
Kleine hersenen =cerebellum -> belangrijk voor het coördineren van beweging. -
Wat is het verschil tussen projectie en interneuronen?
Projectieneuronen zijn heel lang (soms wel 1 meter) bijv nodig van ruggenmerg naar voet. Interneuronen zijn vaak stervormig= in brein, schakelneuronen. Op kortere afstand, zijn geschakeld in neuronale circuits. -
Wat is het verschil tussen afferente en efferente neuronen?
Afferente neuronen -> info verplaatsen van periferie naar centraal zenuwstelsel. =aanvoerende info. Bijv sensorische (gevoel) neuronen.Efferente neuronen -> info van centraal zenuwstelsel naar periferie= afvoerende info. Bijv motor neuronen (zorgen voor initiatie van spieren) -
Hoeveel neuronen heeft het menselijk brein ongeveer?
300-500 miljard neuronen. Er zijn ongeveer 10x meer niet-neurale cellen (gliacellen) in het brein dan dat er neuronen zijn. Deze cellen zijn betrokken bij signaaloverdracht (myeline), ze zijn dus echt functioneel. -
1.2 Myelinisatie en rustmembraan-potentiaal
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
In CZ zorgen oligodendrocyten voor de myelinisatie van axonen. Door wat wordt dit gedaan in PZ?
Andere oligodendrocyten: schwanncellen. Schwanncellen kunnen allemaal individueel kleine stukjes van een axon myeliniseren (dus niet meerdere axonen tegelijk) -
Zenuwcellen zijn exciteerbare cellen. Wat houdt dit in?
Beschikt over de mogelijkheid om heel snel +/- deeltjes naar binnen of buiten te pompen. Ze kunnen actiepotentialen opwekken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Vorm En Functie Dt2
-
Neurale communicatie - Myelinisatie en rustmembraan-potentiaal
-
Neurale communicatie - Gedegradeerde- + actie-potentiaal
-
Neurale communicatie - VGICs, toxinen en actiepotentiaal propaganda
-
Lokalisatie en embryologie
-
Telencephalon
-
Mesencephalon naar myelencephalon
-
Zuurstof en voeding brein
-
Cerebellum + limbisch systeem
-
Synaptische transmissie
-
Snelle neurotransmissie
-
Snelle synaptische neurotransmissie - Intro + receptor lokalisatie
-
Snelle synaptische neurotransmissie - Trage transmitter systemen
-
Histologie zenuwstelsel - Neuronen, de synaps en gliacellen
-
Histologie zenuwstelsel - Schwanncellen
-
Histologie zenuwstelsel - Gliacellen in het centrale zenuwstelsel