Snelle synaptische neurotransmissie - Intro + receptor lokalisatie
9 belangrijke vragen over Snelle synaptische neurotransmissie - Intro + receptor lokalisatie
Wat is het verschil tussen trage en snelle neurotransmissie als het gaat om het soort kanalen?
Hoe ziet een G-protein-coupled-receptor (GPCRs) eruit?
Waarom duurt de trage neurotransmissie route langzamer dan de snelle neurotransmissie route?
Uiteindelijk komt het op hetzelfde neer, maar de GPCRs is gewoon een wat langer proces voorafgaand aan het opengaan van het ionkanaal.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen Gs en Gi? Wat is een voorbeeld hiervan?
De late effector eiwitten kunnen twee typen enzymen activeren: kinases of fosfatases. Wat is het verschil?
Ionkanaal wordt gedefosforyleerd door fosfatase = het het gaat dicht, inactivatie.
Waarom is synaptische diversiteit; de veranderlijkheid van synapsen zo belangrijk?
De receptoren voor snelle neurotransmissie zitten in het postsynaptische membraan (dendritische spines). Waar bevinden zich de receptoren voor trage neurotransmissie?
-Voor de synaps = presynaptisch
Extrasynaptisch is handig als er neurotransmitters overvloeien -> dit gebeurd dus bij 'sterke signalen'.
Ook presynaptisch is handig bij overflow. Wanneer deze receptoren geactiveerd worden, kan er signaal doorgegeven worden waardoor de presynaptische cel verandert.
Presynaptische receptoren kunnen 2 typen zijn, welke?
Niet-auto-receptoren -> reageren op neurotransmitters afkomstig van andere cellen.
Wat is presynaptische inhibitie en wat is presynaptische facilitatie?
Het omgekeerde kan ook gebeuren: Ca+ kanalen worden geactiveerd -> hogere kans op afgifte neurotransmitter = facilitatie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden