Schizofrenie, stigma's, herstel ondersteunende zorg en rehabilisering

10 belangrijke vragen over Schizofrenie, stigma's, herstel ondersteunende zorg en rehabilisering

Schizofrenie geeft beperkingen in zowel de cognitieve functies als in de affectieve en conatieve functies. Beperkingen in de cognitieve functies kunnen een aandachtsstoornis en hallucinaties zijn. Hoe kunnen deze hallucinaties zich uiten en wat houdt dit in?

Hallucinaties kunnen zich uiten als:
  • Auditieve hallucinaties -> horen van dingen die er niet zijn (komen het meest voor)
  • Tactiele hallucinaties--> tinten, elektrische of branderige gevoelens
  • Somatische hallucinaties --> bv. gevoel dat er slangen in de buik rondkruipen
  • Visuele hallucinaties --> zien van dingen die er niet zijn (relatief zeldzaam)
  • Gustatorische hallucinaties --> dingen proeven die er niet zijn
  • Olfactorische hallucinaties --> geuren ruiken die niet aanwezig zijn
  • Opdrachthallucinaties/imperactieve hallucinaties --> stemmen die bepaalde opdrachten geven

Schizofrenie geeft beperkingen in zowel de affectieve functies als in de conatieve en cognitieve functies. Een beperking in de affectieve functies is een emotionele stoornis. Mensen met schizofrenie kunnen namelijk sterke emoties ervaren (vooral negatieve). Zelfs wanneer de ervaring niet via de uitdrukking of het gedrag af te lezen is. Ook hebben mensen met schizofrenie vaak moeite met het herkennen of waarnemen van emoties in anderen.

Begrippen die bij deze beperking horen, zijn een vlak affect en een inadequaat affect.

Wat houden deze begrippen in?

Vlak affect: afwezigheid van emotionele uitingen in het gezicht en de stem

Inadequaat affect: de mimiek en emoties komen niet overeen met het onderwerp dat besproken wordt. Dit maakt het lastig om in te schatten wat iemand met schizofrenie ervaart en welke informatie wel en niet opgenomen wordt.

Schizofrenie geeft beperkingen in zowel de conatieve functies als in de affectieve en cognitieve functies. Beperkingen in de conatieve functies kunnen motorische stoornissen en stoornissen in de aandrift zijn die worden gekenmerkt door verlies van initiatief om zich met doelgerichte activiteiten bezig te houden.

Enkele begrippen die hier onder vallen zijn katatonisch gedrag en wasachtige flexibiliteit.

Wat houden deze begrippen in?

Katatonisch gedrag: aannemen van een vaste, rigide houding (ook wanneer dit vermoeiend is voor diegene zelf)

Wasachtige flexibiliteit: iemand in een houding plaatsen die vervolgens vastgehouden wordt. Patiënten reageren gedurende die periodes (uren) niet op vragen of commentaar
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Herstel ondersteunende zorg (HOZ) is alle zorg die erop gericht is om het persoonlijke herstelproces van iemand te bevorderen. Belangrijk hierbij is het holistische perspectief, in plaats van de medische kijk. Voorheen werd HOZ rehabilitatie genoemd.

Wat zijn enkele belangrijke kenmerken van de hulpverlener bij HOZ?

  • Oog voor de persoon (wensen, talenten)
  • Ruimte voor het verhaal van de cliënt
  • Bescheiden zijn
  • Herkennen, stimuleren en benutten van empowerment d.m.v. een oordeelvrije en vragende houding
  • Ervaringsdeskundigheid benutten
  • Gericht op verlichten van lijden

Herstel wordt omschreven als een 'individueel proces gericht op het hervinden van de persoonlijke identiteit en het hernemen van de regie op het leven'. Met herstel wordt dus niet perse genezing bedoelt. Je kijkt niet naar het eindresultaat, maar naar bijvoorbeeld kwaliteit van leven, zingeving, zelfvertrouwen of het vervullen van meerdere gewaardeerde rollen.

Herstel bestaat uit vier fasen. Welke vier fasen zijn dit, wat is kenmerkend voor elke fase en wat zijn de belangrijkste drie doelen van herstel?

  1. Overweldigd worden door de aandoening --> verwarring en ontreddering ervaren
  2. Worstelen met de aandoening --> vooral een vraag over hoe geleefd kan worden met de aandoening
  3. Leven met de aandoening --> angst wordt minder en meer vertrouwen dat kan worden omgegaan met de aandoening
  4. Leven voorbij de aandoening --> ruimte voor een nieuwe betekenis en nieuwe doelen in het leven


Belangrijkste doelen:
  1. Herwinnen van een positief zelfbeeld
  2. Greep krijgen op het leven
  3. Herwinnen van een leven buiten de psychiatrie

Dopamine is een belangrijke neurotransmitter die betrokken is bij beweging en het aansturen van de spieren. Doordat antipsychotica de hoeveelheid dopamine (in de substantia nigra) omlaaghaalt, kunnen problemen ontstaan als onwillekeurige bewegingen en symptomen vergelijkbaar met de ziekte van Parkinson. Ook binden antipsychotica zich aan de 5-HT, acetylcholine- en noradrenalinereceptoren, waardoor nog meer bijwerkingen ontstaan.

Wat zijn bekende bijwerkingen van antipsychotica?

  • Dyskinesie (onwillekeurige bewegingen)
  • Problemen met lopen
  • Tremor (trillen)
  • Starre gezichtsuitdrukking
  • Hypotensie
  • Sedatie
  • Hoofdpijn
  • Metabool syndroom
  • Obstipatie, droge mond en urineretentie (anticholinerge bijwerkingen)

Een psychose kan verschillende gevolgen hebben voor het functioneren. Gevolgen op sociaal gebied zijn: sociale uitsluiting, verlies van vaardigheden als zelfzorg, stigmatisering, huisvestingsproblemen en financiële problemen.  Wat kunnen enkele gevolgen op cognitief en op psychisch gebied zijn?

Cognitieve gevolgen psychose: controleverlies over het denken en een verstoord cognitief functioneren

Psychische gevolgen psychose: emotionele afvlakking door de psychose zelf of klassieke antipsychotica als haloperidol en gedragsproblemen als depressie, angst en agressie

Schizofrenie ontstaat meestal rond het twintigste levensjaar - wanneer de hersenen volledig uitrijpen - en kent een geleidelijk beloop. In de jaren voor de manifestatie zijn vaak vroege tekenen van verslechtering waarneembaar. Volgens welke vier stadia verloopt de ontwikkeling van schizofrenie en wat is kenmerkend bij elke stadium?

  1. Premorbide fase: niet ziek, mogelijk wel al bepaalde predisponerende factoren
  2. Prodromale fase: eerste verschijnselen doen zich voor
  3. (Eerste) Acute fase: manifestatie psychose met wanen en denkstoornissen
  4. Restperiode: patiënt functioneert min of meer weer op niveau van prodromale fase

De behandeling van schizofrenie bestaat uit een combinatie van medicatie, cognitieve gedragstherapie, psychosociaal revalideren en gezinsondersteuning. Wat houdt elke behandelmethode kortweg gezegd in?

Medicatie: antipsychotica die vooral de (positieve) symptomen van schizofrenie helpen te reguleren door de post synaptische dopaminereceptoren in de frontale hersengebieden en het limbische systeem te blokkeren, waardoor de dopamineprikkel wordt onderdrukt.

Cognitieve gedragstherapie: bestaat uit selectieve bekrachtiging van gedrag en training van sociale vaardigheden via coaching, modelleren, gedragsoefening en feedback

Psychosociaal revalideren: het versterken van de concentratie en het geheugen en het vinden van werk

Gezinsondersteuning: gezinstherapieën met de nadruk op aspecten van het dagelijks leven, het verbeteren van de communicatie en het voorlichten van gezinsleden

Antipsychotica zorgen ervoor dat de post synaptische dopaminereceptoren, met name in de frontale hersengebieden en in het limbische systeem, geblokkeerd worden en de dopamineprikkel dus wordt onderdrukt. Een bijwerking van (vooral typische/klassieke) antipsychotica is tardieve dyskinesie (TD). Wat houdt dit in?

Tardieve dyskinesie is een stoornis die gekenmerkt wordt door onwillekeurige bewegingen van het gelaat, de mond, hals, romp of ledematen en geeft symptomen als onwillekeurige kauw- en oogbewegingen, smakken met het tuiten van de lippen, grimassen en onwillekeurige bewegingen van de romp en ledematen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo