Samenvatting: Vps Personeel Organisatie Communicatie | 9789463172479 | D R In 't Veld, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van VPS Personeel organisatie communicatie | 9789463172479 | D.R. In 't Veld, A.A.

• 1 Strategie

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• In welke 3 verschillende niveaus kan een bedrijf haar doelstellingen vaststellen en wat houden deze in?

  - Strategisch niveau, lange termijn. Dit gaat met name over de continuïteit van de onderneming.
  - Tactisch/Organisatorisch niveau, middellange termijn. Zo efficiënt mogelijk omgaan met beschikbare mensen, grondstoffen en machines.
  - Operationeel niveau, korte termijn. De daadwerkelijke uitvoering van de beslissingen in voorgaande niveaus.

• Met welke vraag achterhaal je de NPS?

  'Hoe waarschijnlijk is het dat je ons aan een vriend of collega zult aanbevelen?'
  
  NPS = Net promoter score.

• Welke plannings- en controle cyclus kennen we naast de PCDA?

  Plannen, organiseren, coördineren(/afstemmen), dirigeren, controleren.
  Zet de controle af tegen de doelstelling.

• Welke 4 perspectieven dien je in te vullen bij de Balanced Score card?

  financieel, klant, intern proces en lerend vermogen.
  
  Deze horen in evenwicht te zijn voor succes.

• 2 Budgettering

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen een budget en een revolving budget?

  Bij een budget wordt meestal voor een bepaalde periode, meestal een jaar, vastgesteld wat de activiteiten zijn en de financiële gevolgen hiervan.
  Bij een revolving budget wordt ieder kwartaal vast gekeken naar het eerste kwartaal na de het jaarbudget. Zo s er altijd een planning voor een jaar vooruit. Daarnaast kan er makkelijker bijgestuurd worden.

• Welke 5 budgetteringsmethoden kennen we en wat houden deze in?

  Incrementeel budgetteren: door op de zelfde voet. Voornamelijk gebruikt bij  overheid.
  Zero based budgetteren: Vanaf 0-punt beginnen, frisse blik. Vaak na reorganisatie.
  Overhead value analysis: Bezuinigen op overhead, efficiënter werken.
  Activity based bugettering: alle processen apart budgetteren
  Kaizenbudgettering: altijd minder kosten en met minder het zelfde bereiken.

• Wat is budgettarief en wat is calculatietarief?

  Budgettarief: de kosten die volgens budget zijn toegestaan per activiteit/product. (ook wel dekkingstarief)
  Calculatietarief: dit tarief wordt gebruikt bij de kostenprijscalculatie. Hierbij gaat men uit van normale bezetting.

• 3 informatievoorziening

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van informatie op de verschillende niveau's van besluitvorming?

  Strategisch: vaag, onzeker, complex, afkomstig van bronnen buiten de organisatie.
  Tactisch: Concreet, in hoge mate betrouwbaar en meer gestructureerd. Zowel informatie van buiten, als binnen de organisatie.
  Operationeel: Zeer concreet, niet complex, betrouwbaar en meestal afkomstig van binnen de organisatie.

• Wat is een aantal voorwaarden van geautomatiseerde informatievoorziening?

  -Inzicht in behoefte;
  - voldoende vermogen;
  - medewerkers moeten er mee kunnen werken;
  - continuïteit moet zijn gewaarborgd.

• Wat is een aantal risico's van geautomatiseerde informatievoorziening?

  - fouten bij gebrek aan kennis/vaardigheden;
  - Problemen door gebruik van software naar eigen inzicht van de medewerers;
  - relatief hoge kosten;
  - diefstal/hacken/verlies van informatie.