Samenvatting: Vragen 20 Tm 39
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van vragen 20 tm 39
-
1 vragen
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wie is er verantwoordelijk voor de naleving van het reglement?
De reder, de kapitein, de schipper of de bemanning. (Niets in dit reglement ontheft een schip, zijn reder, kapitein of schipper of bemanning van de verantwoordelijkehid voor de gevolgen van enige nalatigheid -
Wat moet er gedaan worden als een schip een bocht heeft over stilstaand water en er komt verkeer aan over tegengestelde richting?
Het schip dat de buitenbocht over stuurboord heeft moet de weg vervolgen en het andere schip moet wachten. -
Hoe is de situatie geregeld op het plaatje van vraag 22?
Schip B gaat voor omdat dit schip de buitenbocht aan de buitenzijde heeft. -
Wat geldt er ten aanzien van een marifoon aan boord?
Schepen uitgerust met een goedwerkende marifooninstallatie: de verplichting doeltreffend gebruik te maken van inlichtingen van walstations en van andere schepen. -
Wat geldt er ten aanzien van een veilige vaart aanhouden in de hoofdvaargeul met een schip van een lengte van 12 meter of meer?
Deze moet door een genoegzaam krachtige motor en gebruiksklare motor worden kunnen voortbewogen. -
Op welke afstand mag u op de Westerschelde ankeren ten opzichte van een leiding of kabel?
Minimaal 200 meter. Van een afstand van 200 meter boven tot 200 meter onder de plaats waar een kabel of een leiding is gelegen. -
Wat is de minimale snelheid dat een binnenschip in de hoofdvaargeul door het water moet kunnen varen?
6 kilometer per uur -
Wat gebeurt er als twee schepen van beide zijden elkaar benaderen en er is niet met zekerheid voldoende ruimte voor een gelijktijdige doorvaart?
Het schip dat stroomafwaarts vaart heeft voorrang -
Wat moet er gebeuren als twee schepen elkaar met tegengestelde koersen elkaar naderen?
Het tegen stroom varende schip moet gaande houden tot dat het voor stroom varende schip gepasseerd is. -
De maatregelen ter voorkoming van aanvaring moeten als volgt gebeuren:
men voert tijdig een verandering van koers en/ pof vaart uit die groot genoeg is om makkelijk waarneembaar te zijn op het andere schip
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden