Samenvatting: Vragen Sociologie 3.3

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vragen sociologie 3.3

• 1 Vragen sociologie 3.3

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 2.Op blz. 65 heeft De Swaan het over “hun tweede natuur”. Wat bedoelt hij hiermee en hoe verloopt het proces dat hiermee samenhangt?

  De maatschappelijke beschikbare vaardigheden en houding eigen maken. Aanleren van kennis, vaardigheden, opvattingen en houdingen. Leren van de moedertaal, 

• 3.Waarom zijn mensensamenlevingen veranderlijker en meer verschillend dan de samenlevingsverbanden van diersoorten?

  Mensen kinderen zijn bij de geboorte hulpelozer dan jongen van andere soorten. Ze zijn bijzonder afhankelijk van hun verzorgers en moeten/kunnen veel meer leren dan andere jongen dieren. Doordat ze zo afhankelijk zijn en zoveel moeten leren, zijn mensen veranderlijker dan andere soorten. Het gedragspatroon is niet vastgelegd bij de geboorte en moeten nog gevormd worden, daarom zijn mensensamenlevingen veranderlijker en onderling meer verschillend dan de samenlevingsverbanden van andere diersoorten. 

• 7.Beschrijf de relatie tussen de wijze waarom het civilisatieproces zich heeft voltrokken en de kernmerken van socialisatie in onze samenleving.

  Doordat het leven geleidelijke vreedzamer geworden is, verlangt het leven andere eigenschappen van ons. Hoffelijkheid, goede vormen, welbespraaktheid en een talent voor intrige. Hoffelijkheid tonen in het verkeer want een dodelijk ongeluk is zo gemaakt. Ook op het gebiedt van geldzaken moet men leren er beheerst mee om te gaan het kan maar 1 keer worden uitgegeven. Verhouding tussen mannen en vrouwen is meer gelijk geworden en tegenwoordig is de opvoeding van kinderen vrijer tegenover de vorige generaties. Er doet een verschuiving van een bevelshuishouding naar een onderhandelingshuishouding. 

• 2 Leertaak 1B: sociologie en sociale verbanden

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat wordt verstaan onder (variaties) in affectieve bindingen?

  affectieve bindingen die uit meer mensen bestaat: vrienden, Familie, stad, voetbalclub, de buurt, vaderland, vereniging of de hele mensheid. 

• 3.Waarin schiet het ‘gelijkheidsprincipe’ als verklaring voor ‘bindingen’ tekort en noem een mogelijk alternatief.

  Mensen die onderdeel van iets groots zijn zoals een politieke beweging of een voetbalsupporters die veder geen raakvlakken hebben. Worden geboden door superioriteitsgevoel een wij gevoel. 

• 4.Positieve affectieve bindingen blijken vaak verbonden te zijn met negatieve. Geef hiervan voorbeelden op (de) verschillende identificatieniveaus. 

  vrienden die verschillende politieke ideeën hebben. Andere sportclubs aanmoedigen. 

• 7.In § 4.3 worden drie theoretische benaderingen van affectieveuitingen en gedragsstandaarden besproken. Waarom noem je deze verklaringen sociologische verklaringen en welke spreekt je het meest / het minst aan?

  Deze verklaringen zijn ontdekt en geschreven door beoefenaars van de sociale wetenschappen en zijn dus sociologische verklaringen.
  Dramaturgische benadering: sociologie van emoties.
  Culture and personality-school:
  civilisatietheorie:

• 8.Geef een samenvatting van het Goffmans dramaturgisch perspectiefen gebruik daarbij de theoretische begrippen: rol, impression management, frontstage & backstage.

  Mensen proberen duidelijk te maken wie ze zijn doormiddel van een rol, door gedrag, kleding, gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en taalgebruik zo verkondigen zij een boodschap over zichzelf. Mensen zullen dus in verschillende situatie zich anders presenteren iedere keer een andere ‘masker’ gebruiken in de daarvoor bestemmende gelegenheid, dit in samenwerking met andere mensen bijvoorbeeld collega’s of vrienden. Dit noemen we impression management. Mensen kunnen niet voortdurend in hun rol blijven, daarom maken ze vaak ruimtelijk een onderscheid tussen frontstage en backstage waarbij ze backstage uit hun rol kunnen vallen.  

• 10.Wat is de kern van wat Goffman verstaat onder roldistantieen de term feeling rules(Hochschild)? In hoeverre herken je dit ook in je werk of in je studie?

  Mensen zijn in staat een zekere roldistantie op te brengen, een onderscheid te maken tussen de rol die ze spelen en degene die ze werkelijk zijn. De feeling rules, gevoelsregels hoe iemand arbeidsmatig verwacht wordt te reageren kan verschillende met de emoties die door de persoon op de moment ervaren wordt en kan als dwingend worden ervaren. 

• 11.Waarin verschilt het sociologisch perspectief Ervin Goffman en Arlie Hochschild van dat van Randall Collins? 

  Goffman en Hochschild leggende de nadruk op de sociale druk tot beheersing van emotie uiting. Collins wijst erop dat sociale interacties juist ook emoties kunnen opwekken en versterken en de uiting kunnen stimuleren.