Huid - Bloed en lymfe - Spijsvertering en stofwisseling

27 belangrijke vragen over Huid - Bloed en lymfe - Spijsvertering en stofwisseling

Welke van de onderstaande voedingsstoffen zijn de snelste energieleveranciers?

1 eiwitten
2 koolhydraten
3 vetten

2 koolhydraten

De lever is oa in staat om

1 spijsverteringsenzymen te produceren
2 lichaamsvreemde stoffen af te breken
3 trombocyten te vormen

2 lichaamsvreemde stoffen af te breken

Het vrijmaken van energie uit koolhydraten vindt plaats in

1 de cellen
2 de bloedbaan
3 de dunne darm

1 de cellen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De uit het spijsverteringskanaal opgenomen eiwitten worden vervoerd via

1 een ader naar de lever
2 een lymfevat naar de bloedbaan
3 een slagader naar de nieren

1 een ader naar de lever

De buitenste laag van de darmwand bestaat uit

1 bindweefsel
2 epitheelweefsel
3 spierweefsel

1 bindweefsel

Wat wordt ten behoeve van de celstofwisseling door de cellen opgenomen?

1 aminozuren
2 glycogeen
3 kooldioxide

1 aminozuren

Lichaamswarmte ontstaat als direct gevolg van onder andere

1 de dissimilatie van glucose in de cellen
2 de omzetting van glucose in glycogeen in de lever
3 de opname van zuurstof in het bloed en de longen

1 de dissimilatie van glucose in de cellen

Waar vindt de voornaamste resorptie van voedingsstoffen plaats?

1 via de wand van de maag en de twaalfvingerige darm
2 via de wand van de twaalfvingerige darm en de dikke darm
3 via de wand van de nuchtere darm en de kronkeldarm

3 via de wand van de nuchtere darm en de kronkeldarm

Waar in de darmvlokken worden geemulgeerde vetten opgenomen?

1 in de haarvaten
2 in de poortader
3 in de chylusvaten

3 in de chylusvaten

Welke vitamine is belangrijk bij de bloedstolling?

1 vitamine C
2 vitamine E
3 vitamine K

3 vitamine K

Welke mineraal is onmisbaar voor de groei van het menselijk lichaam?

1 jodium
2 calcium
3 ijzer

1 jodium

Spijsverteringsenzymen worden onder andere gemaakt in

1 de alvleesklier en de maag
2 de alvleesklier en de milt
3 de lever en de maag

1 de alvleesklier en de maag

Waarbij is sprake van incretie?

1 bij de productie van insuline door de alvleesklier
2 bij de productie van speeksel door de speekselklieren
3 bij de productie van talg door de talgklieren

1 bij de productie van insuline door de alvleesklier

Onder assimilatie verstaat men

1 het afbreken van lichaamseigen stoffen tot afvalstoffen
2 het omzetten van lichaamsvreemde stoffen in lichaamseigen stoffen
3 het opnemen van voedingsstoffen in het bloed

2 het omzetten van lichaamsvreemde stoffen in lichaamseigen stoffen

Welke van de volgende stellingen is juist?
A. Speeksel is een incretieproduct
B. Speeksel bevat een eiwitsplitsend enzym

Beide zijn ONjuist

Men spreekt van hypovitaminose bij

1 het in overmaat aanwezig zijn van vitamine
2 het onvoldoende aanwezig zijn van vitamine
3 het totaal ontbreken van vitamine

2 het onvoldoende aanwezig zijn van vitamine

Welke van de volgende stellingen is juist?
A. Glycogeen kan worden opgeslagen in de lever en in de spieren.
B. Glycogeen is een tussenproduct van de eiwitstofwisseling

A. = juist.
Glycogeen kan worden opgeslagen in de lever en in de spieren.

Eiwitten worden in het spijsverteringskanaal gesplitst in

1 aminozuren
2 ureum
3 glycerol

1 aminozuren

Het in het maagsap aanwezige enzym is

1 een amylase
2 een protease
3 glucagon

2 een protease

Eiwitten worden in het spijsverteringskanaal afgebroken tot

1 aminozuren
2 kooldioxide
3 ureum

1 aminozuren

Glycogeen is voor het menselijk organisme te beschouwen als

1 directe brandstof
2 een enzym
3 koolhydraatreserve

3 koolhydraatreserve

Welke van de volgende stellingen is juist?
A. Speeksel  is een excretie product.
B. Speeksel bevat een koolhydraatsplitsend enzym

B. = juist
Speeksel bevat een koolhydraatsplitsend enzym

Natrium heeft vooral invloed op

1 de beendervorming
2 de hormoonvorming
3 de vochthuishouding

3 de vochthuishouding

  Voedingsstoffen, die via de darmwand worden opgenomen in het bloed, worden rechtstreeks vervoerd naar

1 de nieren
2 de lever
3 het hart

2 de lever

Vetten worden in hoofdzaak verteerd door de gezamenlijke werking van

1 darmsap en maagsap
2 gal en maagsap
3 gal en pancreassap

3 gal en pancreassap

Welke belangrijke functie heeft de dunne darm?

1 de voedselbrij indikken door water te onttrekken
2 afgifte van voedingsstoffen aan het bloed
3 de voedingsstoffen verkleinen

2 afgifte van voedingsstoffen aan het bloed

Wat is een belangrijke functie van de alvleesklier?

1 het afbreken van dode erytrocyten
2 het produceren van adrenaline
3 het produceren van insuline en enzymen

3 het produceren van insuline en enzymen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo