Context van het laat 18e eeuwse constitutionalisme

35 belangrijke vragen over Context van het laat 18e eeuwse constitutionalisme

Wanneer ontstaat het ‘modern’ soevereiniteitsbegrip en wat houdt dat soevereiniteitsbegrip in?

Het ‘moderne’ soevereiniteitsbegrip is ontstaan in de Tweede Middeleeuwen.

Met het ‘moderne’ soevereiniteitsbegrip wordt bedoelt: de concentratie van de politieke legitimiteit (en macht) in één persoon of instelling.

Wat is het essentieel verschil tussen soevereiniteit van een koning in de Middeleeuwen en de soevereiniteit van een koning in de Nieuwe Tijd?

Het essentieel verschil tussen een koning in de Middeleeuwen en de koning in de Nieuwe Tijd is exclusiviteit. In de Middeleeuwen was pluralisme (meerdere koningen) van soevereiniteit kern, in de Nieuwe Tijd juist exclusiviteit van soevereiniteit.

Wat is het essentieel verschil tussen de soevereiniteit van die vorsten uit de Nieuwe Tijd en de politieke c.q. constitutionele positie van koningen of koninginnen in Europese landen waar er vandaag nog een koningshuis het staatshoofd levert.

Hedendaagse staatshoofden zijn niet meer de enkele macht die het land regeren. Zij werken veelal samen met parlementen of hebben slechts een symbolische functie. In de Nieuwe Tijd was de macht van de vorst exclusief en vaak onaantastbaar.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Tot welk type soeverein behoort de koning zoals die meestal in onze traditionele (kinder) sprookjes opgevoerd wordt? En waarom?

De koning in Doornroosje is een typische sprookjeskoning. Hij is geliefd door heel het land, hij is alleen heerser. Dit komt overeen met de soevereiniteit van de koning uit de Nieuwe Tijd. Zijn macht is exclusief, er is geen sprake van pluralisme. Er is geen hogere macht dan de (sprookjes)koning.

Wat betekende de feedback aan de Oudheid voor de politieke en constitutionele geschiedenis in de Nieuwe Tijd?

- Politiek: Aan de Oudheid werden in de Nieuwe Tijd idealen en denkbeelden ontleend. Dit droeg sterk bij aan de politieke vorming, waarbij iedereen die mee deed uitgebreide kennis had en toepaste naar eigen interpretatie.

- Constitutioneel (publiekrechtelijk): was de invloed juist beperkt, het Romeinse stelsel werd enkel voor de termen gebruikt.

Waarom is het Heilige Roomse Rijk belangrijk geweest in de ontwikkeling van de Duitse publiekrechtelijke traditie?

Het Heilig Roomse Rijk was onderverdeeld in een aantal territoriale gebieden. In een poging om machtsverhoudingen tussen de keizer en de territoriale vorsten te formaliseren ontstond een uitgebreide en geleerde rechtsliteratuur. Deze literatuur was essentieel voor de Duitse Publiekrechtelijke traditie.

Geef aan waarom de uitdrukking ‘Keizerlijk’ in het Heilige Roomse Rijk enigszins dubbelzinnig is. Geef concreet aan hoe dat dualisme in het toenmalige keizerrijk ook concreet vorm kreeg in aparte instellingen.

Het Keizerrijk was verdeeld tussen de keizer en de vorsten van het keizerrijk. De keizer werd verkozen door de vorsten die optraden als vertegenwoordigers van hun gebieden. Voor enkele bevoegdheden had de keizer dus hun instemming of medewerking nodig. Hoewel de term een alleenheerser impliceert, is dat in het Heilige Roomse Rijk dus niet zo.

- Reichstag (een verzameling van wereldlijke, kerkelijke en stedelijke vorsten);
- Reichshofrat (werd benoemd door de keizer);
- Reichskammergericht (werd benoemd door de vorsten).

Wat is het verschil tussen de Reichshofrat en het Rechskammergericht?

- De Reichshofrat werd door de keizer benoemd en was daardoor enkel katholiek.
- Het  Reichskammergericht was een mengeling van katholiek en protestant, zij werden benoemd door de territoriale vorsten.

Wat is de rol van de Reichstag in het Heilige Roomse Rijk?

De Reichstag was een vergadering die gaat over externe en interne rijks aangelegenheden en wetgeving.

Geef aan hoe de ontwikkeling en afloop van de Dertigjarige Oorlog de stelling illustreert dat de interne organisatie van Duitsland toen al een internationale (althans: Globaal-Europese) aangelegenheid was.

De Dertigjarige oorlog werd sterk beïnvloed door buitenlandse interventies. De vrede van Westfalen die een sterke versnippering van Duitsland ter gevolge had, was zeer gunstig voor andere Europese grootmogendheden.

Wat is de belangrijkste constitutioneel rechtelijke verschuiving geweest die de Engelse burgeroorlog, van de strijd in de jaren 1640 tot de Glorious Revolution heeft teweeggebracht.

Na de Glorious Revolution is er ruimte ontstaan voor de soevereiniteit van het Parlement ten koste van de monarchie. De constitutioneel rechtelijke ontwikkeling kwam opnieuw ten sprake bij de erkenning van de fundamentele vrijheden van het individu.

Wat waren de “lois fondamentales” in Frankrijk tijdens de Nieuwe Tijd? Waarom drukken die fundamentele beginselen een spanningsverhouding uit tussen koning en koninkrijk?

De ‘lois fondamentales’ ,de zogeheten fundamentele wetten, zijn de wetten van het Koninkrijk, hieraan was de koning zelf gebonden zonder mogelijkheid om deze zelf te wijzigen of te laten wijzigen. De Frans koning heeft in deze wetten geen macht over wie hem opvolgt, over het geloof van monarchie (katholiek) en de onvervreemdbaarheid van het kroondomein. De Franse koning werd op dit gebied beperkt in zijn soevereine macht.

Aan Lodewijk XIV wordt de uitspraak “L’État, c’est moi” (“De Staat, dat ben ik”) toegeschreven. Beantwoord die formule aan de constitutionele positie van de koning in Frankrijk de laatste eeuwen van het Ancien Regime?

Nee, ook ten tijde van het hoogtepunt van de absolute monarchie, ten tijde dat Lodewijk IVX regeerde, werd de macht ingeperkt door grondregels.

Aan welke hogere (rechts)normen vond Lodewijk XIV zelf dat hij als absolute monarch niettemin onderworpen was?

De koning was uiteindelijk alleen aan God rekenschap over zijn handelingen verschuldigd. Geen andere instelling kon aanspraak maken op een deelname aan de uitoefening of zelfs enige controle van die macht.

Wat waren de “Parlementen" in Frankrijk vóór de Franse Revolutie?

Parlementen waren een permanente instelling van soevereine justitie hoofden die relatief onafhankelijk konden optreden mede omdat de ambten waren verkocht en niet onder controle van de koning stonden.

Waarin bestond het parlementair toetsingsrecht van de koninklijke ordonnanties tijdens de Nieuwe Tijd?

Het Parlement kon nieuwe wetten van de koning toetsen op het gebied van conformiteit met:
1. De fundamentele wetten;
2. Aan onaantastbare rechten van bepaalde sociale groepen inzake hun privileges ;
3. Aan het algemeen belang.

Dit kon doordat nieuwe wetten in de registers van het Parlement moesten worden ingeschreven.

Waaraan ontleende de koning zijn soevereiniteit?

De koning ontleende zijn macht aan het Goddelijk gezag, hieruit volgt dat hij ook onderworpen was een de goddelijke beginselen. Dit waren de beginselen van het Christendom. Daarnaast werd het natuurrecht gebruikt als bindende factor tussen goddelijk en menselijk recht. Ook aan die beginselen was de koning gebonden.

Wat verstaat men onder het (18de eeuwse) Droit public de l’Europe?

Het ‘Droit Public de l’Europe’ (Europees publiekrecht 18e eeuw) was een combinatie van:
1. Rechtsregels;
2. Politieke beginselen;
3. Regels van intern publiekrecht;
3. Regels over internationale betrekkingen.

Wat is het verband tussen het (18de eeuwse) Droit public de l’Europe en de toenmalige natuurwetenschappen?

Het verband van de twee ligt in het machtsevenwicht. In de natuurkundige wetten streeft een voorwerp naar een rustpunt of evenwicht. In het Europees Publiekrecht bevond zich een systeem van wetmatigheden dat een zelfde soort evenwicht zocht.

Leg uit waarom de politieke theorie van de balance of powers in de internationale betrekkingen goed paste in de 18de eeuwse wetenschappelijke denkbeelden.

Voorwerpen in de fysieke wereld streven volgens natuurkundige wetten naar een evenwichtstoestand, waarin de massa’s een rustpunt bereiken of althans elkaar in evenwicht houden. Zo dient ook het evenwicht tussen de staten gerealiseerd te worden. Dit is een voorwaarde voor het behoud van de vrede (rust).

Het internationale systeem hield daarom ook rekening met het interne systeem van staten, voor zover dit systeem invloed kon hebben op het Europese machtsevenwicht (Het feit dat de Engelse koning altijd protestant was, hield de machtsverdeling tussen protestanten en katholieken in evenwicht).

Waarom speelden overwegingen van economische politiek een belangrijke rol in de politieke theorieën tegen het einde van het Ancien Régime?

Militaire overwinningen werden niet meer zozeer gezien als een resultaat van strategie of dapperheid, maar als een economische analyse. Wie de oorlog won beschikte over de meeste financiële middelen voor oorlogsvoering.

In welke mate beantwoordt het 18de eeuws ‘natuurrecht' aan de algemene beginselen van de rationalistische denkbeweging?

In beperkte mate. Het gedrag van mensen is niet te voorspellen zoals de wetenschap wel is, daardoor werd het moeilijk aan het dubbel criterium van de algemene beginselen van de rationalistische denkbeweging te laten beantwoorden. De wetmatigheid die universeel geldig is in tijd en in ruimte. Het natuurrecht is ontleend aan het Romeins recht en met behulp van rationalisme in een systeem gezet, zo kwam het natuurrecht deels overeen met de rationalistische denkbeweging, maar deels ook zeker niet.

Wat was de grondslag van legitieme politieke macht volgens de meeste auteurs van de Verlichting?

De grondslag van de politieke macht lag bij de volkssoevereiniteit, deze is af te leiden uit de contracttheorie waardoor individuen een maatschappij vormden.

Hoe verklaar je de nadruk op volkssoevereiniteit (of ‘nationale’ soevereiniteit) in de politieke theorieën van de Verlichting? Wat wilde men met dat begrip bereiken? Waarom versterkte dat begrip, zoals toen werd opgevat, de politieke en constitutioneel rechtelijke rol die voortaan aan een parlementaire vertegenwoordiging toegeschreven werd?

Het Verlichtingsdenken stelde dat de basis van de staatsmacht in een theoretische overeenkomst (contracttheorie) lag, waardoor de individuen macht overdroegen aan een bepaalde persoon of instelling.

Iedere machtsuitoefening was af te leiden van oorspronkelijke volkssoevereiniteit. Een parlement was voortaan niet alleen controleorgaan, maar de werkelijke drager van de soevereiniteit. Naarmate de ontwikkeling zich voltrok zag de samenleving steeds meer het nut in van het via het verkiezingssysteem een controlepositie in het parlement veroveren.

Leg uit in welke mate de Amerikaanse grondwet het “Great Compromise” uitwerkte.

Great Compromise was een federaal systeem waarbij de deelstaten nog steeds de basis van het politiek systeem uitmaakten. Het Hoger- en Lagerhuis werden samengesteld vanuit volksvertegenwoordiging van de verschillende staten:
- Lagerhuis (vertegenwoordigers gekozen op basis van grote van de staat);
- Hogerhuis (twee senatoren per staat).

Wat waren de belangrijkste twistpunten tussen ‘federalisten’ en de ‘niet-federalisten’?

In de Grondwet waren fundamentele rechten, zoals individuele vrijheden, afwezig. Federalisten vonden dat deze zouden moeten worden gewaarborgd door de individuele staten i.p.v. door het centraal gezag. De anti-federalisten zagen gevaar voor een tiranniek bewind en wilden dat de fundamentele rechten op centraal niveau zouden worden vastgelegd.

Wat verstaat men onder de Bill of Rights in het Amerikaanse grondwettelijk recht?

De Amerikaanse Bill of Rights is een verzameling van aanvullingen op de grondwet met fundamentele rechten en vrijheden van de individu. Deze staan ook wel bekend als de Amendments.

Wat waren de verschillende statuten van de Britse kolonies in N. America vóór de onafhankelijkheid van de V.S. en wat hield elk statuut in?

Er bestonden 13 Britse kolonies met ieder een eigen statuut. De kolonies waren onder te verdelen in:
1. Koninklijke kolonies (stonden volledig onder koninklijk gezag);
2. Eigenaarskolonies (stonden onder gezag van een privé(rechts)persoon);
3. Vrijbrief kolonies (hadden een eigen autonoom statuut, het democratisch principe was in deze laatste vorm van kolonie al sterk ontwikkelt).

Welke Europese Verlichtingsideeën vindt men in de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring terug?

In de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring zijn de theorieën inzake:
- Volkssoevereiniteit;
- Het weerstandsrecht tegen een onrechtmatig handelende staatsmacht terug te lezen;
- De staatsvorming werd verbonden aan de onvervreemdbare mensenrechten.

Wat was de inhoud van de Articles of Confederation (1777)?

- Een confederatie van 13 staten met een beperkt centraal gezag;
- Een gemeenschappelijk congres waarin elke staat één stem had;
- Had beperkte wetgevende bevoegdheden, met belangrijke beslissingen was een 9/13 meerderheid nodig;
- Bij grondwetswijziging unanimiteit van de lidstaten;
- Tenslotte is in de artikelen bepaald dat er geen centrale uitvoerende macht en elke staat een eigen rechtsmacht heeft.

Geldt voor de Amerikaanse Grondwet dat een moderne geschreven constitutie regels moet bevatten die zowel betrekking hebben op de staatsorganisatie als op de fundamentele rechten en vrijheden van de staatsburgers? Geef aan hoe die regeling van de fundamentele rechten tijdens de beginjaren van de VS als onafhankelijke staat (voor het einde van de 18de eeuw) werd opgelost.

Ja, een grondwet moet zowel toezien op staatorganisatie als op fundamentele rechten en vrijheden van staatsburgers. In de 18e eeuw was dit niet het geval, dit werd opgelost door het toevoegen van Amendementen aan de Amerikaanse Grondwet destijds.

Waarin bestond de belangrijkste bijdrage van Napoleon aan het 19de eeuwse publiekrecht (in Frankrijk, maar deels ook in tal van andere Europese landen)?

Uit het beleid dat Napoleon destijds voerde is een ‘Napoleontische’ staatsorganisatie ontstaan. Dit houdt met name een efficiënte indeling van het staatsapparaat in, in de vorm van efficiënte overheidsinstellingen. Er heeft een reorganisatie van de rechterlijke macht plaatsgevonden, een hervorming van de economische politiek. Daarnaast heeft de uitvaardiging van vijf grote wetboeken, als belangrijkst het Burgerlijke Wetboek, plaatsgevonden.

Staatsmacht bestaat uit een ‘feitelijke’ en een ‘ideologisch’ element. Bespreek beide.

- Feitelijke staatsmacht is de exclusieve macht van de overheid om bepaalde besluiten te nemen en om geweld te gebruiken.

- De ideologie erachter is dat vanuit het volk mensen worden gekozen waaraan wij een deel van onze soevereiniteit afdragen, zodat deze mensen voor de staat beslissingen kunnen nemen die allemaal in het algemeen belang van de staat en haar burgers zijn.

Naar aanleiding van het plaatje vooraan in de reader waarop staat afgebeeld hoe in 1816 Willem I in een koets het Parlementsgebouw te Brussel verlaat onder toejuiching van het volk. Wie moet op dit plaatje als de ‘soeverein’ worden beschouwd: de koning, het Parlement of het volk. Geef de redenen voor je antwoord en geef aan waarom die vraag begin van de 19de eeuw nog uiteenlopend beantwoord kon worden.

Qua periode zal in dit schilderij de volkssoevereiniteit afgebeeld worden. Er kan echter ook beargumenteerd worden dat Willem I toegejuicht wordt en dat hij – met instemming van het volk – soeverein is, of dat – omdat het bij het parlementsgebouw plaatsvindt – dat de parlementaire soevereiniteit af wordt gebeeld.

De gedenkpenning van de Franse Charte van 1814 weerspiegelt een bepaalde opvatting over de soevereiniteit, met name bij wie de soevereiniteit berust. Hoe zou je die opvatting verwoorden, en waarom was die opvatting in die tijd controversieel geworden?

In de afbeelding wordt de vorst als alleen heerser aangeduid, in die periode was de volkssoevereiniteit sterk in opkomst.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo