De materiële verleningsgrond verdragsvluchteling
3 belangrijke vragen over De materiële verleningsgrond verdragsvluchteling
Wanneer is er sprake van gegronde vrees?
- De vluchteling moet kunnen aantonen dat hij persoonlijk gevaar loopt wanneer hij terugkeert naar het land van herkomst (het individualiseringsvereiste)
- De vreemdeling moet vervolgd worden op grond van ten minste een van de bestandsdelen van art. 1 Vluchtelingenverdrag
- Er moet gekeken worden wie de vluchteling wil vervolgen
Wie kunnen actoren van vervolging zijn?
- De staat
- Organisaties die indirect onder invloed van de overheid staan
- Derden waartegen de overheid geen bescherming kan/wil bieden
(art. 3.37a Vluchtelingen Verdrag)
Wanneer verleent de IND geen verblijfsvergunning asiel terwijl de vreemdeling wel als vluchteling aangemerkt kan worden?
- Hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf tegen de menselijkheid heeft begaan, zoals omschreven in de internationale overeenkomsten die zijn opgesteld om bepalingen met betrekking tot deze misdrijven in het leven te roepen
- Hij een ernstig, niet-politiek misdrijf heeft begaan buiten het land van toevlucht, voordat hij tot dit land als vluchteling is toegelaten
- hij zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen die in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties
(art. 1D t/m 1F Vluchtelingenverdrag)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden