Samenvatting: Vroegmoderne Tijd

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 22 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vroegmoderne Tijd

  • Hoorcollege 1 : Inleiding, 3 categorieën en Renaissance

  • Maarten Prak gaf in hoorcollege 1 een overzicht van Vroegmoderne Tijd door 3 kernbegrippen. Welke drie zijn dat en waar staan ze voor?

    1. (Handels)Kapitalisme = economie
    2. Staatsvorming = politiek
    3. Reformatie = cultuur (en godsdienst)
  • Welke drie dingen houden er verband met het handelskapitalisme in Hoorcollege 1?

    1. De Zwarte Dood, een pandemie, beslaat een groot gedeelte van de vroegmoderne tijd
  • Hoorcollege 6 : Migratie

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/06/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Amsterdam was in de vroegmoderne periode een stad van Migranten, dat allemaal begon in het jaar 1585. Wat gebeurde er toen?

    Antwerpen werd ingenomen door het Spaanse leger, waardoor er een grote vluchtelingenstroom ontstond. Van de 90.000 inwoners waren er in de 17e eeuw nog 40.000 van over. Het merendeel trok naar het noorden, de Republiek, waar het economisch steeds beter mee ging.
  • 100 jaar na de val van Antwerpen, in 1585, gebeurde er iets vergelijkbaars in 1685. Wat gebeurde er toen?

    De koning van Frankrijk, Lodewijk de 14e, herriep het Edict van Nantes: een wet waarbij de protestanten in Frankrijk een zekere mate van bescherming genoten. Als gevolg hiervan vertrokken tien duizenden protestanten (Hugonoten), waarvan 35.000 in Nederland terecht kwamen.
  • Amsterdam was in de 16e eeuw een betrekkelijk kleine stad met 30.000 inwoners. In de zeventiende eeuw verviervoudigde dat getal dus breidde Amsterdam uit, met o.a. De grachtengordel. Vooral in de Zeventiende eeuw bestond Amsterdam met minstens de helft uit migranten

    Ii
  • In de zeventiende eeuw groeide Amsterdam veel en kwamen er veel buitenlandse migranten wonen. Sommige waren welgesteld of werden het,  maar het overgrote deel niet. Wat deed deze laatste groep?

    Het merendeel deed het veel eenvoudiger. Het waren mensen die van heinde en verre kwamen op zoek naar werk, soms ook niet vrijwillig.
    Ze hadden eenvoudige baantjes, werk dat niet erg in trek was bij de lokale bevolking, omdat het gevaarlijk was of slecht betaalde. 

    Bijvoorbeeld de VOC, zeelieden of werken in de scheepsvaart, wat vaak zwaar mannenwerk was. Vrouwen gingen veel in dienst als dienstbode, want huispersoneel was in de zeventiende eeuw een heel gebruikelijk fenomeen in de rijke- en middenklasse. Ongeveer 10 % van de Amsterdamse bevolking werkte als dienstbode. 

    Vele gegevens komen uit de ondertrouwregisters van de gemeente.
  • Waar kwamen de meeste migranten uit Amsterdam in de zeventiende eeuw, en later, vandaan? En waarom?

    Het overgrote deel van de immigranten kwamen uit Europa, in het bijzonder uit het Noorden. Bijvoorbeeld uit Duitsland (het grote migratieland naar Holland), Scandinavië (Noorwegen, Zweden), Polen en de Baltische staten. 

    Hollande kooplieden hadden veel contact met die staten en landen. Er was dus ook veel verkeer en daarbij relatief gemakkelijk om naar Amsterdam te komen
  • Een bepaalde toneelvorm uit de zeventiende eeuw heet Moffenklucht. Wat is dat?

    Een toneelopvoering waarbij buitenlanders, zoals Duitsers en Spanjaarden op de hak werden genomen wegens hun vreemde gewoonte of omdat ze sommige Nederlandse gebruiken niet snappen. Bijvoorbeeld de Spaanse Brabander. 

    De migratie zorgde voor opvallend weinig spanningen tussen de bevolking .
  • Migratie vanuit allerlei landen naar Amsterdam was onderdeel van een veel grotere beweging van toenemende migratie in deze periode. Waardoor kwam deze toename?

    Dit had te maken met de opkomst van het stoomschip, waardoor de overtocht naar ander werelddelen goedkoper werd. Ook reizen tussen verschillende Europese landen werd goedkoper dankzij de trein. 

    De toenemende migratie was te danken aan twee dingen:   
    1. De migratie van het platteland naar de steden 
    2. De opkomst van grote beroepslegers die vaak migranten in dienst namen.
    2.5.  Toenemende scheepvaart door globalisering en uitbreiding van de handel.
  • Een nieuw fenomeen in de vroegmoderne tijd was de grootschalige intercontinentale gedwongen migratie van mensen vanuit Afrika naar de Amerika's. Waarmee had dit te maken?

    Europeanen waren begonnen, omstreeks 1500, met het koloniseren van de Nieuwe Wereld, de Amerika's, vooral zuid en midden-Amerika. Maar de Europeanen hadden ziektes meegenomen die enorm hadden huisgehouden onder de lokale bevolking, waardoor arbeidskrachten ontbraken voor de plantages (suiker en tabak) en de mijnen (zilver en goud).

    De kolonisten slaagde er niet in om voldoende Europese krachten te lokken om te komen werken, dus kwam er rond 1600 een handel in mensen op gang. Deze ging mee in de al langere bestaande Afrikaanse mensenhandel. Waarschijnlijk ging het om 10 tot 20 miljoen mensen.
LET OP!!! Er zijn slechts 22 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart