Samenvatting: Vtv

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van VTV

• Jeugd en kraam

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 23/03/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke drie trimester heeft de zwangerschap en wat is de ontwikkeling van de baby dan?

  Eerste trimester - embryo, aanleg van de organen en hartje start met kloppen. 
  Tweede trimester - Foetus, ontwikkeling vindt plaats. Organen ontwikkelen zich verder, geslacht kan bepaald worden, foetus gaat bewegen. 
  Derde trimester - groei staat centraal. Longen rijpen verder en hersenen blijven ontwikkelen. 

• Noem een aantal kenmerken van de verandering voor een zwangere vrouw

  1. De uterus wordt groter dus er komt meer afscheiding
     
  2. De borsten worden groter door de hormonen en produceren colostrum. Dit is de eerste melk die uit de borst komt. Dit kan ook al tijdens de zwangerschap uit de borsten komen. 
  3. Het hart moet harder pompen. Het hartminuutvolume en de frequentie gaan omhoog. 

• Welke voedingssupplementen zijn verstandig voor een zwangere vrouw?

  Foliumzuur en ijzer. 
  Andere geneesmiddelen worden zoveel mogelijk afgeraden. 

• Wat zijn de drie stadia van de bevalling?

  Eerste stadium vanaf het begin van de weeën tot volledige ontsluiting (dilatatie). 
  

  • Latente fase - weeën worden sterker en ritmischer. Ontsluiting is ongeveer 4 cm. 5-12 uur.
  • Actieve fase - Ontsluiting neemt toe tot volledig ontsluiting. Het hoofd van de baby begint in te dalen en de vrouw krijgt aandrang om te persen. 2-3 uur.

  
  Tweede stadium vanaf volledig ontsluiting tot komst baby. Ongeveer tussen de 15-60 minuten. 
  Derde stadium is de geboorte van de baby tot geboorte van de placenta. Dit kan enkele minuten tot uren duren. 

• Wat zijn de belangrijkste controles tijdens de zwangerschap en de bevalling?

  1. Foetale hartactie
     
  1. Vanaf 12 weken met doptone
  2. vanaf 20-24 weken met monaurale metalen stethoscoop
  3. Vanaf derde trimester is intermitterend beluisteren genoeg. Bij risicofactoren kan een CTG aangewezen worden.
  2. Cardiotocografe (CTG)
  1. registreert uterusactiviteit
  2. Foetale hartacte
  3. Reactie van foetale hartacte op de uterusactiviteit
  4. Hartfrequentie en declerates
  3. Microbloedonderzoek
  1. Bij nood van een kind.
  2. De zuurgraad van het bloed van de foetus wordt gemeten.
  4. Ligging van de Baby checken

• Welke controles worden er gedaan tijdens de kraambedperiode?

  1. Korte check baby afdrogen ivm afkoelen
     
  2. Toedekken van baby en op blote mama leggen
  3. Oxyticine toedienen voor contractie uterus 
  4. Palpatie uterus (op fungus hoogte)
  5. Observeren en registreren
  6. Inspectie van perineum/buikwond
  7. Aanleggen van de borst
  8. Wegen van de baby, meten, vitamine K toedienen
  9. Assisteren bij douchen van de vrouw en plassen
  10. Verslaglegging.

• Welke controles worden er uitgevoerd bij een pasgeboren baby?

  • Temperatuur (37graden)
    
  • Gewicht (max 10% afvallen van geboortegewicht)
  • Apgarscore (kleur, hartslag, spierspanning, ademhaling, reactie op prikkels)
  • Navelstomp
  • Mictie (binnen 24 uur na geboorte)
  • Defecatie (eerst meconium)
  • Kleur van de nagels (blauwe nagels kunnen op hartproblemen wijzen)
  • Hielprik na 3-7 dagen

• Wat is de integrale geboortezorg?

  Integrale geboortezorg zijn alle afspraken tussen de verzorgende partijen zoals verloskundige, moeder, gynaecoloog, etc.

• Op welke drie manieren kan onveilige hechting tot uiting komen?

  1. Angstig-ambivalente hechting - het kind wilt contact met de verzorger. Bij scheiding is het kind niet troostbaar.
     
  2. angstig vermijdende hechting - het kind toont geen interesse in contact. Geen verdriet of blijdschap bij het zien of scheiden van de verzorger
  3. Gedesoriënteerd - Bij deze kinderen is sprake van gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Enerzijds zoeken zij toenadering tot de ouder, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar terwijl ook vaak sprake is van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.

• Voeding

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 23/03/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe wordt insuline aangemaakt in je lichaam?

  Insuline wordt afgegeven door de alvleesklier en zorgt ervoor dat glucose uit het bloed wordt opgenomen in de cellen.
  Te weinig insuline = lage hoeveelheid glucose in cellen en stijging bloedsuikerspiegel. Hyperglycemie = te hoge bloedsuikerspiegel