Voedingsmicrobiologie 5 - Detectie, isolatie en identificatie van bacteriën

7 belangrijke vragen over Voedingsmicrobiologie 5 - Detectie, isolatie en identificatie van bacteriën

Wat zijn de belangrijkste matrices in klinische humane diergeneeskundige microbiologie?

  • feces/stoelgang/mest --> hoog gecontamineerd
  • bloed
  • etter
  • speeksel
  • urine
  • cerebrospinaal vocht
  • huid/haar


In voeding: veel meer matrices
Voedselpathogenen komen niet of in zeer lage aantallen voor.

Voedingsmicrobiologie: 2 types stalen:

  1. Voedingsmiddel zelf
  2. Omgevingsstalen (luht, water, swabs van apparatuur) --> persisterende flora opsporen.

Wie is er verantwoordelijk voor de staalname?


als stalen worden aangeleverd door het bedrijf: verantwoordelijkheid ligt bij producent/bedrijfsbegeleidende dierenarts in voedingsbedrijven)

Of er is iemand van het labo die de stalen komt nemen --> verantwoordelijkheid ligt bij het labo. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Selectieve isolatie van doel organismen is geselecteerd op basis van:

  • condities: temperatuur, atmosfeer, nutriënten in media
  • remmende substanties in media: antibiotica, andere stoffen
  • grootte van het doel organisme: bv. door filtratie

Chromogene agar = twieoooooo

= agars die niet enkel ondersteunen en onderdrukken, maar die zo sterk differentiëren.
Zijn wel 100% specifiek voor de target kiem!
Chromogene agars zijn relatief duur.
bv. oranje met een opklaring

Immunomagnetische scheiding (IMS) - kennen!!

Nieuwe media op de markt --> werken met specifieke antigenen.
Bacteriën = antigen en hierop specifiek antistof (ijzeren beats) ontwikkelen. Deze zie je met het blote oog. Antistof bindt op specifiek deel op bacterie. Dan met magneet tegen buis houden, de ijzeren beats gaan tegen magneet kleven --> andere bacteriën af gieten en enkel bacteriën die je wil zijn overgebleven.

Wat zijn indicator-organismen = twieooo

= kiemen die per definitie niet pathogeen hoeven te zijn, maar wel een indicatie geven dat als ze er zijn of als ze in te grote aantallen aanwezig zijn, dat er iets verkeerd zijn.
bv. E. coli --> als deze in water aanwezig is: zit mest in water.
Als E. coli aanwezig is --> kunnen ook andere darmpathogenen aanwezig zijn.
E. coli = snelle groei (korte generatietijd), altijd aanwezig, gemakkelijk te identificeren, goedkoop
Indicatorkiem voor bederfflora = Pseudomonas: gemakkelijk, goedkoop, snel, efficiënt 

Als indicatorkiemen zijn overschreden, dan pas naar specifieke pathogenen analyseren. Dit doen commerciële labo's

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo