Productiefase Ex vragen - Pathogenen die belangrijk zijn voor de voedselveiligheid en zoönosen
18 belangrijke vragen over Productiefase Ex vragen - Pathogenen die belangrijk zijn voor de voedselveiligheid en zoönosen
Zoönosen zijn onder te verdelen in 2 groepen:
2) zoöanthroponosen (van dier -> mens)
Hoe komt het dat wereldwijd zoönosen toenemen?
Hoe kunnen zoönosen worden overgedragen?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de belangrijkste factoren waarmee men rekening moet houden als het gaat om zoönotische infecties?
2) Dier: soort, leeftijd en immuniteitstatus
3) Omgeving: weide, stallen, kuilvoer, drinkwater… op al deze plekken kunnen agentia voorkomen.
4) Mens: leeftijd, immuniteitsstatus (YOPI’s -> young, old, pregnant and immunocompromised hebben 24% meer kans op ziekte).
In welke (3) groepen zijn zoönotische agentia onder te verdelen?
2) Nieuwe
3) Pathogenen in voedingsmiddelen v dierlijke oorsprong
Bij welke dieren komen er TSE’s voor? (Transm. Spongiforme encephalopathieen)
2) Schaap en geit: Scrapie
3) Hert: chronic wassing disease
4) Mens: Creutzfeldt Jacob
Waarom komt BSE meer voor bij melkvee dan bij vleesvee?
BSE vs TSE (schapen en geiten)
TSE: meerdere weefsels aangetast en dikwijls meerdere gevallen per bedrijf
Hoe wordt BSE en TSE tegenwoordig gecontroleerd?
BSE:1) Strikte regels ivm voederen van dierlijke eiwitten aan landbouwhuisdieren.
2) Epidemiologische bewaking levende dieren door DA
3) Nationaal testprogramma op risicodieren (bv noodslachtingen, dieren met klinische symptomen)
4) Systematisch verwijderen GRM gezonde dieren (>12 maanden)
TSE:
1) Steekproefsgewijs
2) Onderzoek enkel klinisch verdachte dieren
3) Indien pos -> maatregelen in bedrijf v verblijf en herkomst dier.
(Genetische resistentie is mogelijk…)
Welke vogels worden voornamelijk getroffen? EN welke vertonen weinig symptomen?
Watervogels vertonen vaak weinig symptomen
Welke maatregelen treft men in geval van aviaire influenza?
2) Ophokregeling
3) Alternatieve aanpak hobbyhouderijen
Waarom is er een non-vaccinatie beleid in de EU?
Er zijn veel verschillende soorten virussen, dus telkens een nieuw vaccin
2) Gevaccineerde dieren kunnen nog steeds dragers zijn
3) Arbeidsintensief
4) Exportmogelijkheden groter bij niet-vaccinatie
Is varkensgriep een ernstig gevreesde zoönose?
Wat is de prevalentie van MRSA, hoe wordt het overgedragen op de mens en hoe kan je het voorkomen/minimaliseren?
Paarden:, rund, kip: 10%
Wordt op de mens overgebracht via direct contact en NIET vis consumptie van dierlijke producten.
Wat si ESBL, waar komt het het meeste voor, hoe wordt het overgedragen op mensen en wat zijn de maatregelen die je kan nemen de besmetting te minimaliseren?
Het is aanwezig in sommige bacteriën , bv E. Cook (pluimvee 35%, rund en varken veel minder.
In NL: P=10% in verzorgingstehuizen
Controle: verantwoord AB gebruik.
Welke bacterie veroorzaakt Q-koorts? En bij welke dieren komt het het meeste voor?
Controle: nood vaccinaties
Wat veroorzaakt bij de meeste mensen een voedselvergiftiging en hoeveel mensen krijgen het?
Welke zoönosen is het moeilijkste om te diagnostiseren?
A) Stafylokokken
B) Listeria
C) Salmonella
D) MRSA
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden