Domein C: Ethiek - Centrale begrippen en toonaangevende visies

17 belangrijke vragen over Domein C: Ethiek - Centrale begrippen en toonaangevende visies

Wat houdt dit centrale begrip in: goed.

Een tegenstellende deugd ten opzichte van slecht.

Wat houdt dit centrale begrip in: waarde.

Een waarde is de voorkeur die een groep of samenleving heeft met betrekking tot doeleinden of gedragspatronen. Waardes worden vertaald in concrete normen met concrete gedragsregels en voorschriften. Daarmee sturen normen mede het sociaal handelen, meer specifiek het waarderationeel handelen.

Wat houdt dit centrale begrip in: norm.

Een norm of standaard is een document met erkende afspraken, specificaties of criteria over een product, een dienst of een methode.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houdt dit centrale begrip in: geluk.

Geluk kan worden omschreven als het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden. Hierbij kunnen er verschillende positieve emoties aanwezig zijn, zoals vreugde, vredigheid, ontspannenheid en vrolijkheid. Gelukkig zijn is het tegengestelde van ongelukkig zijn, wat bestaat uit een gevoel van ontevredenheid en vaak samengaat met depressie, overspannenheid, woede of verdriet. Onderzoek duidt er op dat geluk voor ongeveer de helft erfelijk bepaald is. De rest van de verschillen wordt veroorzaakt door invloeden uit de omgeving.

Wat houdt dit centrale begrip in: deugd.

Deugd (Grieks aretè, Latijn virtus) in morele zin, is een kwaliteit van de moreel goed handelende persoon. Zij stelt de persoon in staat om gemotiveerd te handelen, vrijwillig te handelen, passend te handelen en om continuïteit in zijn handelen aan te brengen. Zo heb je eerlijkheid, rechtvaardigheid, loyaliteit als voorbeeld.

Wat houdt dit centrale begrip in: moraal.

Moraal (of zeden) is het geheel van handelingen en gedragingen die, in een maatschappelijke context, als correct en wenselijk worden gezien. Het filosofisch vakgebied van de ethiek richt zich op de vraag 'wat is een goede moraal?'. Een universele moraal heeft de pretentie altijd en overal te gelden. Iets is immoreel als het ingaat tegen de wetten van de ethiek. Iets is amoreel als het niets met goed of kwaad te maken heeft. Men kan spreken over een gescheiden moraal of zedenleer.

Wat houdt dit centrale begrip in: rechtvaardigheid.

Rechtvaardigheid is een beginsel uit de filosofie en ethiek op basis waarvan men stelt of handelingen juist en eerlijk zijn. Er zijn verschillende interpretaties over wat nou precies rechtvaardig is, oftewel wat eerlijk en juist is.

Wat houdt dit centrale begrip in: verantwoordelijkheid.

1) Aansprakelijkheid 2) Rekenschap 3) Responsabiliteit 4) Schuld 5) Verantwoording

Wat houdt dit begrippenpaar in: wil en verstand.

De wil is het bewuste vermogen van de mens om van een gedachte of een geheel van gedachten, een plan, over te gaan naar een handeling om een toestand te bestendigen, te veranderen of te doen ingaan.

Het verstand is het (menselijke) vermogen om logisch te redeneren en is noodzakelijk om te kunnen leren. Het verstand is synoniem met het denkvermogen. De mate van ontwikkeling van dat vermogen is de intelligentie.

Wat houdt dit begrippenpaar in: intrinsiek en instrumenteel handelen.

Intrinsieke waarden: een waarde die op zichzelf waardevol is en niet om iets anders nagestreefd wordt. Geluk is de meest bekende intrinsieke waarde. Intrinsieke waarden kunnen worden bereikt door instrumentele waarden. Instrumentele waarde is een middel om een hogere waarde te bereiken.
Als je voetbalt om geld, roem of om indruk te maken is dit een instrumentele waarden. Als je voetbalt om het voetballen en dus om de waarde van het spel is het een intrinsieke waarde.

Wat houdt dit begrippenpaar in: macht en belangen.

Macht: vermogen dat meestal verbonden staat met bepaalde overtuiging.

Belangen: iets dat iemand raakt.

Wat houdt dit begrippenpaar in: ethiek en moraal.

In de ethiek vraagt de filosoof zich af wat de uiteindelijke norm is voor het menselijk handelen. Hoewel in de omgangstaal ’ethisch’ in de betekenis van ’moreel’ wordt gebruikt, gaat het om twee verschillende gebieden: ’moraal’ is het zedelijk handelen zelf, terwijl ethiek de studie ervan is.

Wat houdt dit begrippenpaar in: rechten en plichten.

Volgens sommige filosofen is er een duidelijk verband tussen rechten en plichten: het recht van de een brengt een plicht met zich mee voor anderen. Dit heet correlatie (onderlinge afhankelijkheid). Bij negatieve rechten is de correlatie-these vaak wel van toepassing. Er zijn ook plichten waar geen rechten tegenover staan.

Wat houdt deze toonaangevende visie in: het goede datgene is wat leidt tot de maximalisering van geluk (Mill);

Mill probeerde in zijn werk een balans te vinden tussen de stromingen van het utilitarisme en het liberalisme. Volgens de beginselen van het utilitarisme is een handeling goed als zij zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen teweegbrengt.

Wat houdt deze toonaangevende visie in: waarden door de mens zelf moeten worden gecreëerd (Nietzsche);

In een wereld zonder god moet de mens volgens Nietzsche zijn eigen waarden zien te vinden. Alleen als hij dat doet, kan iemand weten wat juist is en wat niet. De kracht om deze opvattingen te huldigen ontlenen we aan ons verlangen naar macht, dat volgens de denker in iedereen schuilt.

Het moreel universalisme gaat er vanuit dat er algemene criteria zijn voor goed en kwaad. Er zijn bij morele conflicten altijd oplossingen, omdat je je kunt baseren op de fundamentele waarde of waarden, die immers overal en altijd van toepassing zijn.

Bij Aristoteles is dat de mens die op basis van zijn rede de middenweg tussen twee extremen kiest.

Voor de Verlichting zijn waarden als 'zelfverwerkelijking', 'zelf denken' en 'individualiteit' kenmerkend. In de hedendaagse cultuur speelt het ideaal van zelfverwerkelijking nog steeds een dominante rol, zij het in versluierde (verduisterde) vorm.

Een waardesysteem uit een andere tijd is bijvoorbeeld die van de kerkelijke dogmatiek ten tijde van de scholastiek. Waarden als broederschap en deemoed zijn kenmerkend.

Het vraagstuk van collectieve verantwoordelijkheid en individuele vrijheid. Het probleem van individuele vrijheid en collectieve verantwoordelijkheid ontstaat wanneer de verantwoordelijkheid voor het gedrag van een persoon in het geding is. Dat is vooral het geval bij schuldvragen in het algemeen en bij rechtszaken in het bijzonder. De vraag naar de verantwoordelijkheid voor gedrag vooronderstelt echter een mate van vrijheid van handelen, omdat anders de vraag zinloos is. In het algemeen zijn er de volgende twee tendensen te onderscheiden.

Wanneer het accent ligt op collectieve verantwoordelijkheid dan zullen vooral waarden die het welzijn van de gemeenschap en het bestrijden van het kwaad voor de gemeenschap centraal staan. Het gaat dan om waarden als gemeenschapszin, altruïsme, empathie, traditie, plichten, afhankelijkheid en collectieve verantwoordelijkheid. Doel van de moraal is het behoud van regels die vrede, voorspoed en het voorkomen van conflicten ondersteunen.

Wanneer het accent ligt op individuele vrijheid dan zullen vooral waarden centraal staan die individuele ontwikkeling en geluk bevorderen. Het gaat om waarden als vrijheid, autonomie, ontwikkeling, zelfontplooiing, zelfstandigheid, privacy, onafhankelijkheid en originaliteit.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo