Samenvatting: Waar Blijft Mijn Geld? Het Huishoudboekje Van De Overheid | 9789490875015 | Hans Monnickendam
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Waar blijft mijn geld? het huishoudboekje van de overheid | 9789490875015 | Hans Monnickendam
-
1 Prinsjesdag en de Miljoenennota
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat moet er nog met de begrotingen gedaan worden voordat deze worden toegepast?
Ze moeten besproken en goedgekeurd worden door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. -
Waar bestaan de plannen voor het huishoudboekje van de overheid bedoeld uit?
De rijksbegroting en de Miljoenennota. -
Hoeveel begrotingen dient de minister van Financiën in bij de Staten-Generaal: één of meer dan één?
Meer dan één. De rijksbegroting is namelijk niet één wet, maar bestaat uit meerdere wetten en dus meer begrotingen: voor verschillende ministeries en voor aparte begrotingsfondsen. -
Wat gebeurt er tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen?
Meteen na Prinsjesdag spreekt de minister-president me de fractievoorzitters van alle politieke partijen in de Tweede Kamer over de plannen. De Kamerleden geven hun mening en stellen vragen. De minister-president antwoordt er verdedigt de plannen. -
Wie verdedigt de begroting in de Eerste en Tweede Kamer?
De minister van Financiën. Vervolgens verdedigt in de weken daarna iedere minister zijn of haar eigen begroting. -
Waarmee kan een begroting gewijzigd worden? En hoe heet dit?
Met een meerderheid in de Tweede Kamer. Dit heet amenderen. -
Voor welke datum moet de begroting worden vastgesteld?
voor 1 januari van het jaar waarvoor de begroting is gemaakt. -
Welke taken en verantwoordelijkheden heeft de minister van Financiën?
- Hij is verantwoordelijk voor het algemene financiële beleid van het kabinet.
- Hij houdt toezicht op het functioneren van de financiële instellingen (bijvoorbeeld de banken en de beurs) en het betalingsverkeer.
- Hij beheert de staatsaandelen en leent als het nodig is geld.
- Hij houdt zich vooral bezig met fiscale wetgeving en het innen van belastingen.
- Hij coördineert het begrotingsbeleid en zorgt voor een gezond financieel overheidsbeleid.
- Hij bewaakt de inkomsten en uitgaven van alle ministeries.
- Hij is verantwoordelijk voor het algemene financiële beleid van het kabinet.
-
Wie moet de voorstellen van de ministers die geld kosten goedkeuren?
De minister van Financiën. -
Wat is er zo bijzonder aan de Nederlandse kabinetten? En hoe worden dit soort kabinetten genoemd?
Een kabinet bestaat in Nederland altijd uit ten minste twee politieke partijen. Dit heet een coalitiekabinet.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden