Syllabus A - WC: fysiologie

11 belangrijke vragen over Syllabus A - WC: fysiologie

In het membraantransport wordt onderscheid gemaakt tussen uniporters, symporters en antiporters. Is de Na-K pomp een uniporter, symporter of een antiporter?

De Na-K pomp is een antiporter.

In het membraantransport wordt onderscheid gemaakt tussen uniporters, symporters en antiporters. Wat voor een soort is de sodium/glucose (Na+/glucose) cotransporter?

De Na/glucose cotransporter is een symporter.

Hyperkaliëmie: Extracellulair kaliumconcentratie wordt groter doordat er 5 mM KCl wordt toegevoegd. Hoe verandert de rustpotentiaal?

De chemische kracht naar buiten is minder groot, dat betekent dat de compenserende elektrische gradiënt minder groot is. Dus een kleinere spanning over het membraan. Dus dan zal het ongeveer -70 mV worden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In een hypothetische cel met alleen K+ kanalen: Extracellulair kaliumconcentratie wordt groter doordat er 10 mM NaCl wordt toegevoegd. Hoe verandert de rustpotentiaal?

Natrium ionen kunnen die cel niet in of uit. Dus deze ionen spelen geen rol in het membraanpotentiaal.

Welk rustpotentiaal bereikt een hypothetische cel met alleen passieve Na+ kanalen?

+70 mV

Bij een cel in rust stromen er via lekkanalen evenveel Na+ ionen als K+ ionen naar buiten. Toch wisselt de Na-K pomp, 3 Na-ionen uit tegen 2 K-ionen. Hoe valt dit te verklaren?

De Na-K pomp wisselt 3 Na+ uit tegen 2 K+. Omdat andere natriumionen komen niet alleen via lekkanalen de cel binnen: wordt vaak gebruikt als energie bron om andere deeltjes te transporteren. Daarom is het nodig om meer Na+ naar buiten te pompen.

Het actiepotentiaal wordt gevolgd door een relatief reactionaire periode. Tijdens deze periode is een extra grote stimulus nodig om een actiepotentiaal op te wekken. Noem twee redenen voor deze relatief refractaire periode.

  1. Nog niet alle Na+ en K+ kanalen zijn hersteld.
  2. Het membraanpotentiaal is meer negatief, dus het duurt langer om de drempelwaarde te bereiken.

Onder welke omstandigheden zal de Na+ stroom tijdens de depolarisaties groter zijn?

Wanneer de extracellulaire Na+ concentratie hoger is.
Of wanneer de rustmembraanpotentiaal van de zenuwvezel meer negatief is.

Actiepotentiaal van een skeletspiervezel verschilt in twee karakteristieken van een actiepotentiaal van een neuron. Benoem deze:

  1. Het heeft een meer negatieve rustpotentiaal van -90 mV.
  2. Er ontstaat geen nahyperpolarisatie.

Een te hoge K+ concentratie kan dodelijk zijn doordat de actiepotentiaalgeleiding in het hart stopt. Hoe kan dit?

De hartcellen worden minder goed prikkelbaar, omdat het rustpotentiaal minder negatief is.
Dit komt door
Kalium ionen hebben een minder grote chemische kracht, dus kalium evenwichtspotentiaal verschuift. Die is hoger dan normaal. Dan is concentratiegradiënt kleiner dan normaal, EK minder negatief.  

Rustpotentiaal is minder negatief, dan zijn er meer inactivatiepoorten gesloten. Dus de hartcellen zijn minder goed prikkelbaar.  
Als er te veel Na kanalen geïnactiveerd zijn, zijn er geen actiepotentialen meer mogelijk en komt de voorgeleiding stil te liggen.

Een actiepotentiaal is een alles-of-niets verschijnsel. Toch kan een sensorisch neuron in verschillende mate pijn doorgeven. Hoe is dit mogelijk?

Door de frequentie van het aantal prikkels is het mogelijk om de mate van pijn door te geven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo