Samenvatting: Waren Kennis Basis
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Waren kennis basis
-
Hoofdstuk 2 Groenten
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/11/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe is het mogelijk dat wij het hele jaar door groenten kunnen eten
Kweken in de kas -
Profiteren van goede eigenschappen van groenten
1) Snijd de groenten kort voor gebruik
2) Blancheer de groenten kort
3) Kook de groenten in een pan met deksel -
Verse groenten inkoop waar moet je dan opletten?
1) Sla en Spinazie moeten stevig en gaaf zijn, wanneer de blaadjes droog en slap zijn, zijn ze niet vers meer.
2) Wortel en knolgewassen moeten stevig aanvoelen.
3) Kolen moeten vast en stevig aanvoelen.
4) Groenten afkomstig van vruchtdelen zoals tomaten of paprika's moeten stevig aanvoelen.
5) Peulgewassen moeten knapperig zijn. -
Groenten zijn eetbare delen van planten
1. delen van de stengel, zoals asperges
2. de bladeren, zoals sla of spinazie
3. de vruchten, zoals paprika of tomaat
4. delen van de wortel, zoals rettich of wortelen
5. peulen of zaden, zoals doperwten,kapucijners -
Biologisch geteelde groenten hebben een aantal keurmerken
1. eigen keurmerk
2. de smaak is puur natuur
3. geen schadelijke stoffen
4. duurder dan groenten die op een andere manier geteeld zijn
5. aanbod is wisselend en seizoenonderhevig -
Hoofdstuk 3 Fruit
Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/11/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom heeft seizoen fruit de voorkeur;
Aardbeitjes in december uit Spanje smaken nooit zo goed als de aardbeien in de zomer uit de volle grond. Je kunt ze bestellen bij de erkende groentespecialist en / of groothandel. -
Indeling fruit in categorieën, bv naar de aard van de vruchten:
- Pitvruchten, zoals appels en peren.
- Steenvruchten, zoals kersen en pruimen
- Besvruchten, zoals rode en zwarte bessen en druiven.
- Schijnvruchten, zoals aardbeien, rozenbottels, appels en peren.
- Nootvruchten, zoals walnoten en hazelnoten.
- Pitvruchten, zoals appels en peren.
-
Ook kun je vruchten indelen naar de eigenschappen van het fruit, zoals gebeurt in de horeca.
- Hard fruit, zoals appels en peren.
- Zachtfruit, zoals aardbeien en kersen
- Kasfruit, zoals perziken en meloenen
- Citrusvruchten, zoals sinaasappels en citroenen.
- Tropisch fruit, zoals bananen en ananas
- Gedroogde vruchten, zoals krenten en rozijnen.
- Hard fruit, zoals appels en peren.
-
Hoe kunnen we het fruit indelen.
- In categorieën naar de aard van de vruchten.
- Naar de eigenschappen van de vruchten (dit doet de horeca).
- In categorieën naar de aard van de vruchten.
-
Vers fruit moet niet alleen mooi zijn het moet aan een aantal kenmerken voldoen.
- Onbeschadigd en gaaf zijn
- Geurig ruiken (fruit dat niet ruikt is niet rijp)
- Rijp of bijna rijp zijn. Sommige vruchten worden niet meer rijp als ze onrijp geplukt worden.
- Van binnen niet verkleurd zijn door bijvoorbeeld ziekten of rotting.
- Onbeschadigd en gaaf zijn
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden