JavaScript for Interactive Web Pages & JavaScript: Objecten en functies
11 belangrijke vragen over JavaScript for Interactive Web Pages & JavaScript: Objecten en functies
Leg uit wat het verschil is tussen server-side scripting en client-side scripting.
Bij server-side scripting wordt de code aan de serverkant uitgevoerd, bij client-side scripting aan de clientkant (dus in de browser).
De in het tekstboek genoemde operatoren kennen en kunnen gebruiken.
+, -, /, *, %
Geef het in het tekstboek genoemde control statement (syntax).
(A statement is a single command to be exected, the fundamental unit of execution of most programming languages.)
Syntax: var name = value; voor declaratie, name = value; voor toekenning.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Met behulp van de geleerde constructies eenvoudige functies kunnen schrijven, en ze als event handler kunnen binden aan een element uit een HTML-pagina.
Syntax voor functie:
function functienaam(parameters) {
statements
}
Functies binden aan een element uit een HTML-pagina:
1st JavaScript-pagina verbinden met HTML-pagina door in de header het volgende op te nemen:
<script src="URL" type="text/javascript"></script>
Daarna in het element het volgende toevoegen: onevent="functienaam(parameters);"
(dit is een voorlopige oplossing want deze is niet semantisch correct, een betere manier komt verderop aan de orde)
Leg uit wat het verschil is tussen een lokale en een globale variabele.
Een lokale variabele is een variabele die gedeclareerd wordt binnen een functie met het var-sleutelwoord. Deze variabele is enkel binnen de functie zichtbaar.
Een globale variabele wordt impliciet (binnen een functie, maar zonder het var-sleutelwoord) of buiten een functie gedeclareerd. Deze variabele is in het gehele document zichtbaar.
Leg uit wat de reden is van de regel om variabelen met het keyword var te declareren.
Als een variabele zonder dat keyword gedeclareerd wordt, is het een globale variabele. Als er dan ergens in het programma iets verandert aan die globale variabele, geldt die verandering in het hele programma.
Gebruik de behandelde vergelijkings- en logische operatoren.
Vergelijkingsoperatoren: >, >=, <, <=, ==, ===, !=, !==
Logische operatoren: &&, ||, !
Hoe schrijven we een functie met optionele parameters?
Als een functie aangeroepen wordt met meer of minder actuele parameters dan er formele parameters gespecificeerd zijn, wordt het teveel aan parameters gewoon genegeerd, en de parameters die te kort komen krijgen de waarde undefined. Deze eigenschap kan gebruikt worden om met optionele parameters te werken: de niet-verplichte parameter wordt in de functie geschreven met een OR-operator (||) en een standaardwaarde.
Hoe schrijven en gebruiken we een constructor?
function Naam(parameter(s)) { body met gebruik van keyword this }
We roepen deze aan met het keyword new.
Met welke twee manieren kunnen we een object creëren?
1) Met een literal, die we gebruiken voor één object: var objectnaam { propertynaam: propertywaarde, propertynaam: propertywaarde, ... }
2) Met een constructor (zie andere vraag voor syntax)
Hoe voegen we een methode toe aan het prototype van een object?
Object.prototype(.variabelenaam/methodenaam) = waarde/functie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden