Samenvatting: Weefsel Zelf

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van weefsel zelf

• 1 weefsel deel 1

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de PAS-haemaluin kleuring?

  Combiactie van PAS en haemaluin
  

  • PAS kleurt koolhydraten dieprood
  • haemaluin kleurt de kernen grijs-blauw
  • wijkt niet veen af van een H&E kleuring

• Wat is orceïnce kleuring?

  Kleurt elastische vezels (elastine) bruin-zwart, dus structuren als vaten.
  collageen vezels en spiercellen kleuren geel

• 2 epitheel

  Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen een basale lamina (Engelse term: basal lamina) en een basaal membraan (Engelse term: basement membrane)? En wat heeft dit met een plasma membraan (Engelse term: unit-membrane) te maken? 

  Basale lamina: is een fijne extracellulaire structuur die niet te zien is met een lichtmicroscoop.
  Basaal membraan: is de basale lamina en reticular lamina. Het basale membraan is zichtbaar onder een lichtmicroscoop.
  Plasma membraan is het membraan van de cellen zelf en de basale membraan en basale lamina bevinden zich aan de buiten kant van het plasma membraan. 

• Alle klieren ontstaan uit epitheelweefsel. Wat is kortweg het verschil in morfologie/histologie tussen exocriene en endocriene klieren?

  Exocriene klieren vormen er een instulping naar binnen en uit eindelijk in die instulping een holte waardoor de klieren stoffen naar buiten kan secreteren.
  
  
  Endocriene klieren vormen er een instulping naar binnen en uit eindelijk in een bal vorm het contact met de buitenste epitheel laag gaat weg en zo krijg je een klier die bv. secretie kan doen naar het bloed als die tegen een bloedvat aan ligt.
  

• Epitheelweefsel en bindweefsel zijn zeer uiteenlopende weefseltypes. Wat zijn heel globaal de twee belangrijkste morfologische/histologische verschillen?

  Epitheelweefsel: veel celkernen en is heel compact en liggen dichtbij ekaar
  Bindweefsel: een weefsel die gevormd wordt extracellulaire matrix van cellen die in de matrix zijn verspreidt. De cellen liggen meer van elkaar af.

• Wat is het verschil (structureel en functioneel) tussen een zonula adherens en een desmosoom?

  De een zit vast aan actine filamenten en zorgen dat de cellen gaan instulpen, zonula adherens. De andere zit aan intermediaire filamenten en zorgen voor stevigheid en dat de cellen goed bij elkaar blijven, desmosomen.

• Behalve in embryonale cellen komen gap junctions ook in wisselende aantallen voor in andere weefsels. Zoek uit in welke weefsels.

  Zenuwweefsel, hart- en glad spierweefsel. Maar ook in andere weefsels maar dan niet voor ionen transport maar dan voor kleine metabolieten.

• Cellen kunnen zonder dat ze junctions hebben toch lijfelijke contacten hebben met elkaar. (stukje over ’cell-cell adhesion’). Welk soort eiwitten zijn daarbij betrokken en wat kan de reden zijn dat cellen soms geen echte junctions vormen?

  Cortical tension, die wordt veroorzaakt door samentrekkende activiteit van actine en non-musle myosine II bij de cel cortex. De cellen hebben zuurstof en andere stoffen nodig die anders door de junctions niet via diffusie bij de cellen kan komen en als het van af het begin als door de cellen gediffundeerd moet worden is het op voordat het bij de juiste plek is.

• Herhaal nog eens de drie groepen cytoskeletelementen die in zoogdiercellen voorkomen. Noem voor ieder cytoskeletelement minstens één functioneel proces waarin deze een rol speelt.

  Actine filamenten: bevinden zich in onder andere microvilli
  Microtubules: is betrokken bij het uit elkaar trekken van chromatide bij de celdeling
  Intermediare filamenten: bevinden in epitheel cellen en zorgen voor een netwerk en daardoor stevigheid.

• Welke cytoskeletelementen zijn mechanisch gezien het sterkst en waarom?

  Intermediaire filamenten zijn het sterkst omdat ze veel mechanische stress moeten opvangen en hebben de langste levensduur vergeleken met de ander cytoskelet onderdelen.