Samenvatting: Week 3
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Week 3
-
3 Week3
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
In het filmpje is er sprake van twee typen capillaire bedden in de nieren. Zoek in een anatomie- of fysiologieboek op welke twee typen nefronen er zijn. Welk capillair bed hebben de twee typen nefronen gemeenschappelijk? Wat zijn de namen van het tweede capillaire bed van de twee verschilllende nefronen?
De capillary beds: glomerular capillaries en peritubular capillaries.
Nefronen: superficial nephrons en juxtamedullary nephrons.
Gemeenschappelijk: glomular capillaries want deze zijn verantwoordelijk voor de zuurstof aanvoer.? -
De nieren zijn belangrijk voor de handhaving van homeostase in het lichaam. Wat wordt hiermee bedoeld? Noem 4 aspecten die in dat kader door de nieren worden geregeld.
pH, bloeddruk, osmolariteit, afval (urea) uitscheiden. -
De nieren filteren het bloed. In hoeveel tijd zal je totale bloed de nierenpasseren?
5 minuten -
Welke componenten uit het bloed worden wel en welke worden niet gefiltreerd in de glomerulus?
Glomerulus lekt vloeistof. Rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en eiwitten worden niet gefilterd, aminozuren, ionen en glucose kunnen wel gefiltert worden. -
De glomerulaire filtratie kan worden beïnvloed door de diameter van de afferente en efferente bloedvaten. Een voorbeeld hiervan is het optreden van een renale arteriële stenose.b) Ga na wat dit is en wat het effect is op de glomerulaire filtratie.
De afferente ader word nauwer, dus de filtratie gaat omlaag. -
In lage concentraties heeft angiotensine II een groter vasoconsctrictief effect op de efferente arteriole dan op de afferente arteriole.c) Wat is het netto effect van angiotensine II op de GFR?
Minder effect op de afferente arteriolen dus als netto resultaat gaat de GFR gaat omhoog. Filtratie gaat omhoog bij vasoconstrictie. -
Bestudeer in Boron waarom de mate van glomerulaire filtratie klinisch kan worden bepaald door de klaring van inuline of creatinine te meten (ga niet in op de rekenkundige aspecten).
Er hoeft niets te worden toegediend, het is makkelijk en betrouwbaar. -
Het dalende deel van de lis van Henle heeft een andere functie dan het stijgende deel. Leg uit.
Dalende deel reabsorbeerd water, impermeabel voor ionen. Het stijgende deel reapsorbeerd ionen, impermeabel voor water. Dit is countercurrend multiplication. Water wordt passief gereabsorbeerd. -
Welke functie heeft het juxtaglomerulair apparaat? Zoek met 'Google afbeeldingen' een figuur die duidelijk aangeeft waar het juxtaglomerulair apparaat is gelegen.
Bloeddruk controleren, urea soms recyclen om de osmotische waarde te behouden. -
Bestudeer in meer detail de werking van het juxtaglomerulair apparaat door eerst de volgende video te bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=CF0Ahawshzg en vervolgens in Boron het onderwerp tubuloglomerulaire feedback (TGF) te bestuderen (in hoofdstuk 34). Maak voor jezelf een samenvatting in eigen woorden
het JGA regelt tubuloglomerulaire feedback TGF.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden