Kerk en christendom in de oudheid - Moeizaam begin - Het Romeinse rijk
24 belangrijke vragen over Kerk en christendom in de oudheid - Moeizaam begin - Het Romeinse rijk
Hoe komt het dat het jonge christendom zich zo snel verspreidde?
Wat is een belangrijke wijsgerige stroming bij Grieken en Romeinen
Deel 1
3. Waardoor kon het jonge christendom zich snel verspreiden?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Deel 1
5. Het jonge christendom ontwikkelde zich in een cultuur vol godsdienstig syncretisme. Wat wordt er bedoeld met het godsdienstig syncretisme?
Wat zou de lezer van historische werken in zijn achterhoofd moeten houden?
2. Welke feiten draagt de auteur aan? Welke bronnen zijn wel of niet opgenomen.
3. Welke interpretatie geeft de auteur aan de feiten.
4. Welke connectie is er tussen de interpretatie en de feiten.
5. Welke historische context geeft de auteur.
6. Wat is het kader waar vanuit de auteur de feiten beschrijft, welk doel staat voor ogen.
Hoe weet je dat wat je hoort betrouwbaar is?
2. Heeft Jezus zelf gekend, maar was geen leerling van hem.
3. Heeft Jezus zelf gekend, maar was een tegenstander van hem.
4. Kent iemand die Jezus zelf heeft gekend.
5. Wordt erkend als betrouwbaar door één van zijn leerlingen.
Kader van het RR/Pax Romana=Romeinse vrede
2. Betrekkelijke rust.
3. Goede communicatiemogelijkheden.
4. Hellenistisch Grieks als wereldtaal.
5. Ruimte voor verscheidenheid op cultureel en godsdienstig gebied.
6. In de filosofie van Grieken en Romeinen was ontwikkeling gaande naar Monotheïsme.
7. Belang van de deugdenleer en filosofie Stoa en Seneca (redelijkheid, geluk via deugdzaamheid).
8. Meerderheidsgodsdienst polytheïstisch (Pantheon en open (syncretisme).
9. Interesse voor mysteriegodsdiensten met beloften van onsterfelijkheid en eeuwig geluk.
Wat was het probleem van de Romeinen met de Christenen?
-Men had vreemde rituelen, zoals he nuttigen van mensenbloed en vlees.
-Volgens Platonisten was het een verwarde filosofie.
-Ingetogen levenswandel.
-Broeders en zusters houden (incestueuze) orgieën met elkaar.
-Christenen zijn geen patriotten; zij vereren de goden en de keizer niet en roepen zo de
toorn van de goden over het rijk af. Ook al viel een christen de keizer niet af en bad hij
wel voor hem tot God, hij streed niet voor de keizer.
Het bloed van de martelaren is een zaad
Consequentie verdwijning Jodenchristendom
Dwalingen in de jonge kerk
2. Dualisme
3. Docetisme
4. Marcion
5. Montanus
De uitkomst van het concilie was onbevredigend. Velen bleven het Arianisme aanhangen.
Met de veroordeling van Nicea was de Ariaanse opvatting niet verdwenen.
-Romeinse keizers hingen de leer vaak aan o.a. Valens.
-De Germaanse volken: Visigoten, Ostrogoten, Vandalen, Bourgondiërs en Lombarden
waren Ariaans.
-De Franken waren heiden tot Clovis’ bekering die ook Ariaans was.
-Pas in de loop van de zesde en zevende eeuw verloor het Arianisme aan invloed.
-Eind 7e eeuw verloren Visigoten en Lombarden definitief hun invloed, waarmee het
Arianisme grotendeels verdween evenals de gotische taal.
Snelle opkomst van de Islam
-Joodse en christelijke gemeenschappen waren in het noorden en het zuiden bijv.
Jemen al aanwezig.
-Mohammed ontving in 610 zijn roeping.
-622 Vlucht van Mekka naar Medina, begin jaartelling van Islam.
-632 Mohammed overleden en heel Arabisch schiereiland is islamitisch
Bastion van christelijke beschaving in het oosten
godsdienst.
- In tijd van ca 100 jaar werden de meeste stadsbewoners christenen.
-Geleidelijke overgang die niet helemaal glad verliep. Julianus de afvallige (361-363)
draaide na Constantijn de bevoorrechting van de christenen weer terug, niet door bloedige
vervolging, maar wilde intern verdeeldheid veroorzaken. Dit deed hij door Ariaanse
bisschoppen hun zetel terug te geven.
-Het westen viel uiteen in strijdende partijen vanaf de 5e eeuw.
-De orthodoxe (liturgisch aanbiddend) kerk kent 4 patriarchaten; Constantinopel, Antiochië,
Alexandrië en Jeruzalem
Byzantijnse liturgie en kunst
goddelijke.
-Kerkgebouw en icoon waren afbeelding van resp. de schepping en het wezen van
afgebeelde. Een icoon is dan ook in zichzelf geheiligd, omdat het de mogelijkheid
geeft tot God te komen.
Kloosters en monniken (Byzantium)
-Woestijnvader; ieder een aparte cel en alleen in het weekend samenkomen.
-Styliten; pilaarheiligen, navolging van Christus lijden.
-Bovenop rotsen; Meteora en Athos als beroemdste, slecht toegankelijk en gericht op
spirituele bezinning.
-Beheersing van lichaam en geest door lichaamsoefeningen om passieloos te worden
en zo dichter tot God te komen,
Achteruitgang en teloorgang van Byzantium
-Turkse Seldjoeken, 1071
-Westerse 4e kruistocht (inname Constantinopelen vestiging Latijns Keizerrijk, om schisma teniet te doen)
-Osmaanse Turken, 1354
-1453: Val van Constantinopel; Einde van het Oost Romeinse Rijk
Gevolg: patriarch van Constantinopel werd als hoofd gezien van alle Byzantijnse/orthodoxe kerken. De macht van de patriarch nam in die zin toe, maar de Osmaanse Turken willen en kregen wel een vinger in de pap bij zijn benoeming.
Kort overzicht 1: Inperking en nieuwe groei van het christendom in het westen
-Door volksverhuizing vanaf begin 5e eeuw kwam westelijk deel van RR in Germaanse
handen.
-Keuze van Clovis (Franken) bekeert zich tot katholicisme (niet ariaans) rond 500.
-Overleven van christendom in Ierland na kerstening van St. Patrick (390-460).
-Missionering vanuit Ierland en Engeland op basis van pelgrimsideaal; ook
missionering vanuit Rome
-Belang van paus Gregorius de Grote (590-605) voor Latijnse kerk.
-Belang van Winfried/Bonifatius (680-754) als apostel van Duitsland en
kerkorganisator.
-Belang van bisschoppen en kloosters voor Latijnse westen.
Voorbeeld van Cluny ook elders nagevolgd
-Betaling voor kerkelijke posten gewraakt als simonie.
-Streven naar zuivering van de kerk. Vrijheid van de kerk is zuiverheid van de kerk
ofwel los van de wereldse macht is er pas kans op een kerk die volgens Christus’leer
kan leven.
-Om familiepolitiek te voorkomen; celibaatseis als middel tot zuivering.
Bellum Justum de rechtvaardige oorlog
1. Legitieme autoriteit moet oproepen tot de strijd: Paus
2. Een rechtvaardig doel: bevrijding van Jeruzalem opdat de pelgrim toegang behouden.
3. Strijders met een juiste intentie; religieuze gedrevenheid.
Feitelijke omstandigheden
1. De strijd met de binnenvallende Noormannen was gestreden, maar de troepen waren er nog.
2. De strijders werden nu verenigd als Ridders van het Kruis om de toegang tot Jeruzalem veilig te stellen, maar waren feitelijk voorlopers van de koloniale gebiedsuitbreidingen in later eeuwen.
Niet alleen Jeruzalem, maar ook de buit die onderweg werd geroofd maakte deel uit van de aantrekkingskracht van deze expedities.
Kluizenaars, nieuwe kloosterorden & ketters
Ketterse stromingen gericht op eenvoud en zuiverheid
-Katharen
Wetenschap en kunst 11e eeuw
-Opkomst van steden
-Groeiende scholing
-Bouwkunst van Romaans naar Gotiek
-Beeldtaal: schilderijen, beelden, glas in lood, boekverluchtingen, plakkaten etc.
-Letterkunde: belang van religieuze geschriften
Roep om hervorming
Uit kritiek op de rijkdom en macht van de kerk ontstonden in de Middeleeuwen bewegingen die vrijwillige armoede en prediking tot het hart van het christendom wilden maken.
-Voorbeeld van oerkerk als contrastpunt.
-Allerlei religieuze bewegingen buiten het klooster: Waldenzen, Katharen/Albigenzen.
-Armoedebeweging rond Franciscus van Assisi (1182-1226).
-Ordenstichting; minderbroeders, clarissen, dominicanen, dominicanesssen, derde
orde (leken die een gelofte afleggen om bijv. de franciscaanse spiritualiteit te volgen.
-Inquisitie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden