De deelnemingsvrijstelling - De deelnemingsverrekening
9 belangrijke vragen over De deelnemingsvrijstelling - De deelnemingsverrekening
Wat zijn de 2 soorten beleggingsdeelnemingen en wat is het gevolg?
- Kwalificerende beleggingsdeelnemingen: een beleggingsdeelneming die wel gebruik kan maken van de deelnemingsvrijstelling.
- Niet-kwalificerende beleggingsdeelneming: kan geen gebruik maken van de deelnemingsvrijstelling, maar wel van de deelnemingsverrekening.
Wat bepaalt art. 13 lid 10 of er sprake is van een beleggingsdeelneming?
- De bezittingen, geconsolideerd bezien, doorgaans grotendeels bestaan uit aandelenbelangen van minder dan 5%;
- De functie tezamen met die van lichamen waarin de deelneming een belang van 5% houdt grotendeels bestaat uit het verstrekken van financiering aan de groep waartoe de moedervennootschap behoort.
Wat is een kwalificerende beleggingsdeelneming en wat zijn de voorwaarde?
- Onderworpenheidstoets: indien een beleggingsdeelneming is onderworpen aan een belasting naar de winst die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing, is voldaan aan de onderworpenheidstoets. Met reële heffing wordt bedoeld ten minste 10%; of
- Bezittingentoets: een beleggingsdeelneming voldoet aan de bezittingentoets indien haar bezittingen onmiddellijk of middelijk doorgaans voor minder dan de helft bestaan uit laagbelaste vrije beleggingen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat wordt bedoeld met het begrip vrije beleggingen?
- Andere beleggingen dan beleggingen die noodzakelijk zijn voor de ondernemingsactiviteiten;
- Bezittingen die worden aangewend voor werkzaamheden die grotendeels bestaan uit het direct of indirect financieren van de moedermaatschappij van de beleggingsdeelneming die aan de bezittingentoets is onderworpen of van met de moedermaatschappij verbonden lichamen.
- Ter beschikking stellen van het gebruik if het gebruiksrecht aan de moedermaatschappij van de beleggingsdeelneming of aan met de moedermaatschappij verbonden lichamen.
Wat wordt er bedoeld met het begrip 'laagbelast' op grond van de bezittingentoets van art. 13 lid 11?
Wanneer kwalificeert een beleggingsdeelneming voor de bezittingentoets?
Wat regelt art. 13 lid 15?
Hoe gaat de belastingheffing over niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen?
- art. 13aa: brutering
- Art. 23c: verrekening van voordelen uit een niet-kwalificerende beleggingsdeelneming drukkende winstbelasting met de door de belastingplichtige verschuldigde VPB.
Kunnen beleggingsdeelnemingen die onder art. 28 ook gebruik maken van de deelnemingsvrijstelling of verrekening?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden