Poging - Begin van uitvoering - Begin uitvoering volgens HR
5 belangrijke vragen over Poging - Begin van uitvoering - Begin uitvoering volgens HR
Wat oordeelde de HR in Einhovense brandstichting (1934)?
1) met de brandstichting moet een begin zijn gemaakt.
2) een daad moet verricht zijn die noodzakelijk is voor de uitvoering van de voorgenomen brandstichting.
3) Die daad mag op niets anders gericht zijn dan op die brandstichting
4) Die daad moet in rechtstreeks verband staan tot het beoogde misdrijf
5) die daad moet, naar de regelen der ervaring, zonder enig nader ingrijpen van de dader zelf tot brandstichting leiden, tenzij er sprake is van een "onvoorzienbare gebeurtenis"
Wat kan uit het Cito arrest (1978) worden afgeleid?
2) verdachten hadden al aangebeld, op verloop verdere geweldpleging hadden zij geen invloed meer=> voldeed aan 5e criteria Eindhovense brandstichtingsarrest
3) HR spreekt van "uiterlijke verschijningsvorm" Als uiterlijke verschijningsvorm doorslaggevend is, dan wordt nog steeds uitgegaan ve objectief (soms in abstracto) waarneembaar gegeven.
Wat kan uit jurisprudentie vd HR over tijdstip vh begin van uitvoering worden afgeleid?
In latere arresten (vanaf Cito arr 1978) hanteert HR het criterium van de uiterlijke verschijningsvorm. uit video arrest volgt dat voor uiterlijke verschijningsvorm daadwerkelijke waarneembaarheid niet altijd is vereist.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is voordeel van het criterium van de uiterlijke verschijningsvorm?
Wat is nadeel van criterium vd uiterlijke verschijningsvorm?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden