Samenvatting: Wereld Van Max

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van wereld van max

• 1 economische ontwikkeling

• 1.1.1 meer mensen meer voedsel

• Waardoor werd het mogelijk om in de twintigste eeuw de vraag naar voedsel te halen?

  Dit kon alleen lukken door ingrijpende veranderingen.
  de zelfvoorzienende landbouw moet plaatsmaken voor commerciële landbouw die voor de wereldmarkt produceert.
  
  steeds meer moderne boerenbedrijven passen moderne irrigatie toe. Irrigatie is de kunstmatige bevloeiing van landbouwgrond.
  
  boerenbedrijven zetten vaker machines in, mensenwerk wordt vervangen. Dit heet mechanisatie.
  
  veel boerenbedrijven breiden hun bedrijf uit om efficiënter te werken en de kosten per kilo oogst of dier te verlagen. Dit heet schaalvergroting.
  
  boeren gebruiken steeds meer kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen.

• 1.1.2 groene revolutie

• Waardoor gingen periferie landen opeens veel moor produceren?

  Vanaf 1960 vond de groene revolutie plaats in dit soort landen. Zo noem je de productieverhoging in de landbouw in ontwikkelingslanden door de invoering van: kunstmest
  chemische bestrijdingsmiddelen; 
  de beste plantenrassen die sneller groeien en meer oogst opleveren.

• 1.1.3 genetische modificatie

• Wat zijn voordelen en nadelen van genetische modificatie?

  Een van de voordelen is dat het de erfelijke eigenschappen verbeterd en misschien hierdoor tegen een ziekte kan. Tegenstanders vrezen dat dit ten kosten gaat van het milieu en onze gezondheid.

• 1.1.4 intensiever landgebruik

• Waar staat intensiever landgebruik voor?

  Intensiever landgebruik staat voor een hogere opbrengst per hectare of per dier. Een tweede gevolg is dat er meer land in gebruik si genomen door boeren. Zij profiteren van de mogelijkheden van kunstmest en irrigatie om arme of droge grond geschikt te maken voor landbouw. Hierdoor produceert de landbouw meer dan jaren geleden

• 1.1.5 specialisatie

• Wat zijn verschillende soorten van specialisatie van landbouw?

  Veranderingen in landbouw, zoals mechanisatie en schaalvergroting, zijn duur. Daarom kiezen veel boeren voor specialisatie.
  akkerbouw is een soort. Hier gaat het vooral om het verbouwen van tarwe suikerbieten op grote akkers.
  tuinbouw het telen van groenten, fruit en bloemen op akkers of in kassen.
  veeteelt het houden en fokken van vee
  bosbouw het aanleggen on onderhouden van bos.

• 1.2.1 meer geld meer spullen

• Wat is het verschil tussen zware industrie en lichte industrie?

  In de zware industrie worden grote hoeveelheden vaak zware grondstoffen verwerkt. Meestal maken deze fabrieken halffabricaten. Een soort tussenproducten zoals plaatstaal dat nog verder bewerkt moet worden tot een product. De lichte industrie verwerkt halffabricaten tot producten die aan consumenten worden verkocht.

• 1.2.3 het centrum uit

• Hoe zorgen landen ervoor om bedrijven er naar toe te trekken?

  Sommige landen in de periferie maken vestiging in hun land extra aantrekkelijk door speciale economische zones in te stellen: gebieden waar buitenlandse bedrijven zich tegen gunstige voorwaarden kunnen vestigen. Zij hoeven daar dan bijvoorbeeld minder belasting te betalen en aan minder regels te voldoen, zoals op het gebied van milieu. Je ze bijvoorbeeld in China, indonesie india israel en rusland.

• 1.2.4 lage lonen zijn ook niet alles

• Waarom komen bedrijven terug naar centrumlanden en waarom blijven sommige bedrijven nog in lage lonen landen?

  Steeds meer werkzaamheden worden uitgevoerd door robots in plaats van door mensen. Sinds 2010 is dit, mede door de stijgende lonen en de vaak matige kwaliteit van producten uit lagelonenlanden, voor sommige bedrijven een reden om de productie terug naar Nederland te halen. Het terug halen van bedrijven die verplaats waren naar het buitenland naar het thuisland heet re shoring.

• 1.3.1 werk in de dienstensector

• Waar staat de dienstensector voor?

  Verplegers, leraren en bankiers hebben met elkaar gemeen dat ze nuttig werk leveren, maar geen tastbaar producten maken. Ze vallen daarom onder de dienstensector of tertiaire sector.

• 1.3.2 gunstige locaties

• Wat zijn de vestegingsfactoren voor de dienstensector?

  De toegang voor je klanten.
  voldoende geschikt personeel.
  aanwezigheid van ander instellingen en bedrijven.
  een behulpzame overheid.