Democratisering en burgerschap - van unionisten naar groeiende tegenstellingen
9 belangrijke vragen over Democratisering en burgerschap - van unionisten naar groeiende tegenstellingen
Hoe ziet de Belgische grondwet van 1831 er uit? Wat staat er in opgenomen?
- Volkssoevereiniteit, grondwet
- als vernieuwend beschouwd, ook al was sterk geput uit fr gw en Britse liberale bestuurstraditie
- koning: mopoloie regeerbeleid; parlement: ter controle
- wel senaat die niet uit erfelijke peers bestond, maar verkozen werd!
- beperkte toegang tot politieke rechten > kiesrecht
Wat betekende/hield de invoering van een censitair kiesstelsel (1831) in?
- Cencitair: alleen burgers die bepaalde som aan belastingen betaalden > bepaalde groep van rijke burgers
- facultatief en beperkt tot volwassen man vanaf 25 jr
- idee dat bezittende klasse garant staat voor stabiliteit en welzijn
- beperkt tot volwassen mannen (1,25) van bevolking had stemrecht
- differentieel
Wat was het meerderheidssysteem dat gold tussen 1831 en 1900?
- Verkiezingen gebeureden bij absolute meerderheid
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat was de periode van unionisme? (1830-1847)
- Katholieke strekking
- vooruitstrevende liberale strekking
progressieve democraten ontevreden maar hielden rangen gesloten door
- interne dreiging, namelijk positie van organisten
- externe dreiging, namelijk pas erkenning onafhankelijkheid door Willem 1 in 1839
Wat gebeurde na aanvankelijk unionisme? Waar groeide de ontevredenheid?
- na aanvankelijk unionisme > lib blokvorming en ontstaan van 2 partijen in 1846 (lib, kat) die in 1847 streden voor politieke macht
- liberalen gefrustreerd:
- door beperkte democratisering
- door vergroting macht koning > zocht meer aansluiting bij notabelen en kerk
- in lib vleugel: sociaal-conservatieve stroming vs sociaal-progressieve stroming
- lib oppositie won verkiezingen in 1847 en bleef aan macht tot 1884
Welke ideologische 'blokken' bestonden er ±1847?
- KATHOLIEKEN:
- ultramontaansconservatief
- gematigd-liberaal
- staan zeer sterk op platteland & bij grootgrondbezitters (oude adel)
- kunnen via preekstoel wegen op geweten
- indoctrinatie via school en liefdadigheid
- LIBERALEN:
- doctrinairen-conservatief
- progressief of radicaal-democratisch
- aanhang in steden, loges, bij commerciële/industriele ondernemers
- gaan verdere democratisering op agenda zetten
- uitbouw staatsonderwijs en liberale ideologie
Wat deden de liberale machthebbers tijdens periode 1847-1884?
- Afschaffing zegelrecht
- onverenigbaarheid van parlementair mandaat en staatsambt
- verlaging van kiescijns > gw minimum van 20 florijn > 1 op 14 man stemrecht
- sterkere participatie van burgerij in staatszaken > kader voor ondernemende burgerij
- belangrijkste tegenstellingen waren levensbeschouwelijk > schoolstrijd
Hoe was het onderwijs pre schoolstrijd gedomineerd door de KERK?
- Be gw: vrijheid v onderwijs
- particuliere katholieke onderwijs dominant > lib misnoegd
- compromis bij eerste wet op het lagere onderwijs (1842): elke gemeente 1 kosteloze lagere school (kon ook vrije school zijn)
Wat gebeurde tijdens eerste schoolstrijd (1878-1884)?
- Totstandkoming homogeen liberale regering 1978
- tweede organieke wet op lager ow (1879) > elke gemeente 1 officiele school; vrije scholen geen gemeentesubsidies
- herstel situatie voor 1842 (katholiek bewind 1884)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden