Samenvatting: Wereldwijs - Leefomgeving | 9789034569479 | Wout Lentjes

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Wereldwijs - Leefomgeving | 9789034569479 | Wout Lentjes

  • 11 Overstromingen en wateroverlast

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11
    Laat hier meer flashcards zien

  • 11.2.1 De sponswerking van het landschap

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • In welke drie stappen gaat het afvoeren van regen- of smeltwater?

    1. Vasthouden (retentie) in of op de bodem met zijn begroeiing
    2. Bergen in oppervlaktewater
    3. Afvoer door de rivierbedding
  • wat is het verschil tussen een stroomgebied en een stroomstelsel?

    een stroomgebied is alle neerslag die na de aftrek van de verdamping door de hoofdloop van de rivier wordt afgevoerd.
    een stroomstelsel is de hoofdrivier met al zijn zijrivieren.
  • wat zijn de 3 stappen van het afvoeren van water

    1 vasthouden (retentie) in of op de bodem met zijn begroeiing
    2 bergen in oppervlakte water. (sloten en plassen)
    3 afvoer door de rivierbedding
  • hoe heet de werking die er voor zorgt dat water in de grond kan zakken (retentie)

    sponswerking. dit zorgt voor een langere vertrangingstijd. door verstenen, bv verstedelijking, is er minder sponswerking omdat het water wordt tegengehouden door de stenen
  • 11.2.2 Het onbedijkte rivierenlandschap

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11.2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waarom stond het water vroeger niet zo hoog? (uitgezonderd van het klimaat)

    Vroeger stond het water niet zo hoog omdat er in het dwarsprofiel van de rivieren veel ruimte was en daardoor kon het rivierwater bij overstromingen tientallen kilometers ver uitstromen.
  • Waardoor bestonden de oeverwallen uit smalle stroken klei?

    De oeverwallen bestonden uit smalle stroken klei zodat het zand bij een overstroming in een bedding bleef. Dit komt doordat de stroomsnelheid van het rivierwater bij vloed sterk af werd geremd door binnenstromend zeewater.
  • 11.2.3 De vastlegging van rivieren door dijken

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11.2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waardoor werd de afvoer van de rivieren onregelmatiger na het ontginnen van bossen e.d.

    De afvoer van rivieren werd onregelmatiger doordat het sponskarakter van het landschap afnam.
  • wat was de reden om de eerste winterdijken aan te leggen?

    door de verstedelijking nam de sponswerking af. hierdoor werd de rivier onregelmatiger. om de burgers te beschermen werden er winterdijken aangelegd. het gebied tussen de winterdijken heet het winterbed
  • Wat is een gevolg van de bedijking van het benedenrivierengebied?

    Door de bedijking van het benedenrivierengebied kon het rivierwater minder snel wegstromen en werd het opgestuwd.
  • Hoe komt het dat je in een uiterwaard zowel diepe als ondiepe plassen vind?

    Een oorzaak van het feit dat je in een uiterwaard zowel diepe als ondiepe plassen vind is dat er in het verleden vaker zanderige klei is gewonnen door de bakstenen industrie.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart