Samenvatting: Werkboek 1&2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van werkboek 1&2
-
0 Introductie tot de cursus
-
Welke competenties zijn verworven na het volgen van deze cursus?Kennis & Inzicht (denken)Vaardigheden (doen)Motivatie (willen)Attitude (zijn)
- Inzicht hebben in het Unified Process.
- Weten welke artefacten kunnen geproduceerd worden in het Unified Process.
- Weten hoe iteraties kunnen gepland worden in het Unified Process.
- Kunnen modelleren van het gewenst gedrag van een systeem,
gegeven een casusbeschrijving en ongestructureerd materiaal, m.b.v.
use-case diagrammen, use-case beschrijvingen,
activiteiten -en toestandsdiagrammen, etc.
en een domeinmodel - Kunnen opstellen van een Object-Oriented Design in de vorm van
interactiediagrammen en een daaruit afgeleid ontwerpklassendiagram,
gebruikmakend van de basis GRASP-richtlijnen.
- Inzicht hebben in het Unified Process.
-
6 Use Cases
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
Laat hier meer flashcards zien -
6.2 Definition: What are Actors, Scenarios, and Use Cases?
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.2
Laat hier meer flashcards zien -
Opgave 6.1 actoren en use cases in een enkele zin, voor het CRS-systeem
Student:
– inschrijven voor een semester
– een inschrijving wijzigen
– de toewijzing van cursussen bekijken
Docent:
– de stand van de inschrijvingen per cursus bekijken
– een overzicht van de toewijzingen per cursus bekijken
Onderwijsbureau:
– docentgegevens beheren
– voor het komend semester vastleggen welke cursussen gegeven worden en wie daarvan de docenten zijn
– cursussen toewijzen aan studenten
Opmerking:
Het toevoegen, het verwijderen en het wijzigen van de gegevens van een docent zijn in principe drie verschillende use cases. Dergelijke CRUD use cases worden gecombineerd tot één use: Docentgegevens beheren. (Manage ...) -
6.6 Definition: What are Three Kinds of Actors?
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.6
Laat hier meer flashcards zien -
OPGAVE 6.3 Lees deel B.2 van de bijlage bij dit hoofdstuk. a Welke primaire of ondersteunende actor kunt u op grond van deze bijlage nog toevoegen aan het CRS? b Kunt u nog andere systemen bedenken die op den duur als ondersteunende actor toegevoegd kunnen worden?c Kunt u ook systemen bedenken waarvoor het CRS op den duur zelf de rol van ondersteunende actor kan spelen?
c Er zijn diverse computersystemen denkbaar die gebruikmaken van het cursusregistratie systeem, zoals:
– een systeem dat de betalingen voor cursussen door studenten afhandelt
– een systeem dat de tentamenresultaten registreert en daarbij nagaat of studenten die tentamen hebben gedaan, zich wel hebben ingeschreven
– een systeem voor de interne accountantsdienst
– een systeem dat het maken van roosters ondersteunt. -
6.9 What do the Sections Mean?
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.9
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de technologie-en datavariatielijst?
In de technologie- en datavariatielijst kan de ontwerper aangeven welke verschillende manieren er zijn om hetzelfde doel te bereiken.
bvb. input- en output technologie, barcodescanner or keyboard, ... -
9 Domeinmodellen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9
Laat hier meer flashcards zien -
Welke algemene inleidende opmerkingen maken we bij het domeinmodel?
Dat een domeinmodel wordt opgevat als een beschrijving van alles uit het domein dat voor het systeem van belang kan zijn.
Ruimer dan een informatiemodel, waarbij wordt toegewerkt naar implementatie in een relationele database (zie cursus Model-Driven Development). In een domeinmodel worden ook klassen opgenomen die overeenkomen met elementen uit de context en waarvan het helemaal niet duidelijk is of die ooit een tegenhanger in het uiteindelijke systeem (en dus de database) zullen krijgen.
Dezelfde technieken kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld het gebruik van patronen, en het denken in transacties. -
Welke leerdoelen zijn er bij H9: Domeinmodellen?
- Kunnen omschrijven van volgende begrippen:
kapstokklasse, conceptuele klasse, domeinmodel, klassendiagram, multipliciteit, superklasse, subklasse, abstracte klasse, afleidbaar attribuut - Kunnen beschrijven van de rol van het domeinmodel binnen UP
- Weten wat bedrijfsregels zijn
en die Kunnen aangeven, zowel in een domeinmodel als in tekst - Weten dat een bedrijfsproces in het algemeen drie kanten heeft:
aanbod, vraag en transactie - Kennen van het ouder-kind patroon, het exemplaarpatroon en het verzamelpatroon
en kunnen toepassen - Kunnen opstellen van een domeinmodel
- Kunnen opstellen van bedrijfsregels bij het domeinmodel
- Kunnen toepassen van generalisatie
- Kunnen omschrijven van volgende begrippen:
-
9.1 Wat is een domeinmodel?
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een domeinmodel?En waarom is het zinvol een domeinmodel op te stellen?
Een domeinmodel beschrijft betekenisvolle typen objecten in de context van het probleemdomein en hun onderlinge verband. We geven zo’n model meestal weer in de vorm van een UML-klassendiagram zonder operaties (methoden), aangevuld met tekst voor bijvoorbeeld de weergave van bedrijfsregels. -
Welke functie van het domeinmodel wordt benadrukt in deze cursus?
Dat het model een goed uitgangspunt moet zijn voor het ontwerp. -
Wat is een conceptuele klasse?
Zo’n klasse representeert een concept of iets tastbaars (bijvoorbeeld een artikel) uit de werkelijkheid. -
9.2 De bouwstenen van een domeinmodel
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe stel je een goed domeinmodel op ?
zie later.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden