Constitutionele monarchie - Erfopvolging

Question

Naar welke drie opvattingen verwijst een materiële opvatting over soevereiniteit?

Answer 1

1. Naar de aard van het overheidsgezag. Het gaat daarbij om om soevereiniteit in de betekenis van de hoogste en onbeperkte rechtsmacht van de staat. Kortmann acht deze opvatting onbruikbaar omdat juist verdeling en begrenzing van macht, de normering van machtsuitoefening de essentie vorm van het constitutionele recht.

2. De leer van de Kompetenz-Kompetenz, waarin het begrip de betekenis heeft van de (oorspronkelijke) bevoegdheid om over de eigen bevoegdheid te beslissen.

3. In de derde opvatting wordt het begrip opgevat als een samenstel van overheidsbevoegdheden die onmisbaar zijn om de overheidsmacht uit te oefenen.

Answer 2

Dit concept is in meer of mindere mate niet on overeenstemming met de (staatsrechtelijke)werkelijkheid.

Als men uitgaat van de hoogste en onbeperkte rechtsmacht van de staat gaat men uit van machtsconcentratie in een staat. Met gaat voorbij aan:

1. Machtspluralisme

2. Gedeelde soevereiniteit (bijvoorbeeld bij een federatie)

3. Overdracht van soevereiniteit (EG)

Answer 3

Als samenstel van overheidsbevoegdheden (optie 3). Hierin wordt erkend dat soevereiniteit kan worden beperkt, deelbaar en overdraagbaar is. Wanneer men soevereiniteit echter opvat op deze wijze dan vereenzelvigt men het begrip met de rechten en bevoegdheden welke eruit voortvloeien Hierdoor krijgt het begrip nauwelijks meer zelfstandig juridische betekenis. Kortmann zegt hierover: een politiek strijdmiddel in bijvoorbeeld de discussie van de Europese eenwording en/of toetreding internationale organisatie's.