Samenvatting: Werkboek Eur
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Werkboek EUR
-
Leereenheid 1 - Omschrijving en uitwerking van het begrip codificatie
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/09/2014
Laat hier meer flashcards zien -
1.3. Waarom zou men een jurist een schriftgeleerde kunnen noemen? (4)
- hij beoefent een geleerdheid,
- hij houdt zich bezig met de uitleg van gecanoniseerd recht (uitleg hiervan),
- vraagstuk van moderne tijd moet worden opgelost ahv historisch en gedateerd geschrift,
- behoefte aan 'leergezag' teneinde een veelheid van
interpretatie tegen te gaan.
-
2.1. Waarom zijn rechters nooit de 'onbezielde' wezens die Montequieu beschrijft?
Rechter moet 'bezieling' (interpretatievrijheid) hebben, anders verstard recht en is het recht onvolledig. -
2.10. Wat is het verschil in uitleggingsbevoegdheid tussen de advocaat en de rechter?
- Advocaat: legt partijdig uit;
- Rechter: legt onpartijdig uit, alle belangen afwegend.
-
Leereenheid 2 - De idee van het natuurrecht
Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/09/2014
Laat hier meer flashcards zien -
1.2. Aan welke bron hebben de opstellers van de in vraag 1 genoemde Bill of Rights en die van het in deze vraag bedoelde document de door hen geschreven grondrechten ontleend?
Natuurrecht. -
1.4. Golden de in Bill of Rights & Decl. of Indep. opgenomen grondrechten voor elke inwoner van de nieuwe staat?
Ja, natuurrechten (inalienable (onvervreemdbaar)). Voor iedereen. -
2.4. De ideeen van Cicero hebben grote invloed gehad op de belangrijkste man van de 1e codificatiecommissie. Wie was dat?
Hendrik Constantijn Cras (1739-1820). -
4.1.A. Wanneer is het Decretumm geschreven en wat is het precies?
Wanneer:
1140 te Bologna.
Wat:
belangrijkste leerboek van het canonieke recht. -
4.4. In welk land en op welke wijze heeft het onder vraag 3 bedoelde standpunt grote invloed gehad op de rechtsvorming?
UK:- koninklijke curia (= uitgesproken vonnissen),
- gebaseerd op het in zijn koninkrijk geldende recht (= lokale gewoonterecht).
- koninklijke curia gaat voor gewoonte wanneer: deze
gewoonte een unreasonable karakter had.
-
4.5.B. De bepaling uit het Decretum die wij hierboven afdrukten is een decretale van paus Gregorius VII, die in de 11e eeuw leefde. Deze paus is bijzonder beroemd geworden. Waarom?
in 1075 publicatie 'Dictatus Pope' (dictaten van de paus):- politiek manifest
- verkondiging absolute suprematie van de paus (2 jr hierna
hoogtepunt machtsstrijd paus/keizer).
-
5.1. Welke 2 verschillende rechtsstelsels stelt Grotius tegenover elkaar wanneer hij over de zgn. derivatieve wijze van eigendomsverkrijging spreekt?
- Romeins recht (postief geldende Hollandse recht)
- Natuurrecht
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden