Samenvatting: Werkboek Goederenrecht

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Werkboek Goederenrecht

  • 1 Leereenheid 1: Inleiding in het goederenrecht

  • 1.1.4 Goederen: object van het goederenrecht

  • Waarop heeft het goederenrecht betrekking en wat houdt dit in?

    Op de rechtsverhouding tussen een rechtssubject en rechtsobject. 
    Rechtssubbject: de natuurlijke of rechtspersoon. Degene aan wie het recht toekomt.
    Rechtsobject: de goederen. Datgene waarop het recht betrekking heeft
  • 1.1.5 Absolute en relatieve vermogensrechten

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waaruit vloeit een vorderingsrecht voort?

    Een verbintenis
  • 1.2.1 Inleiding

  • Waarop doelt men met vermogensrecht in ruime zin?

    Men doelt dan op alle vermogensrechtelijke wetsbepalingen. Voor enge zin: zie 1.2.3.
  • 1.3.2 Relativering van het absolute recht en verabsolutering van het relatieve recht

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Relativering van het goederenrechtelijk recht:

    Wanneer de goederenrechtelijk gerechtigde zijn recht niet, niet volledig of niet ten opzichte van een ieder kan uitoefenen. Met andere woorden: in al die gevallen waarin het absolute karakter van het goederenrechtelijke recht of en aspect daarvan op enigerlei wijze wordt weggenomen.  VOORBEELD: relativering van het eigendomsrecht. 
  • 2 Leereenheid 2: Goederenrechtelijke, persoonlijke en kwalitatieve rechten

  • 2.5.2 Bevoegdheden van de zakelijk gerechtigde

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Een erfpachter heeft de bevoegdheid de grond van de erfverpachter te houden en te gebruiken, artikel 3:85 BW, en er eventueel weer een beperkt recht op te vestigen. Welke bevoegdheden resteren er voor de eigenaar?

    De eigenaar heeft in beginsel alle primaire bevoegdheden, dat wil zeggen het recht om te beschikken het recht op genot, behouden., De blote eigendom kan dus worden vervreemd of opnieuw, bijvoorbeeld met een hypotheekrecht, worden bezwaard. De eigenaar kan de grond echter niet meer gebruiken als voorheen; deze bevoegdheid komt aan de erfpachter toe. 
  • 2.6 Kenmerken van goederenrechtelijke rechten

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.6
    Laat hier meer flashcards zien

  • Heeft het persoonlijk recht droit de suite (derdenwerking)?

    Nee. 
  • Wat betekent Droit de priorite?

    Het betekent dat het oudere goederenrechtelijke recht in beginsel voor het jongere gaat.
  • 2.7 Kwalitatieve rechten, verplichtingen, en verbintenissen

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.7
    Laat hier meer flashcards zien

  • Ten aanzien van wat kunnen kwalitatieve verplichtingen worden overeengekomen? Wat dient die verplichting in te houden? Wat dient er voor de overeenkomst te worden opgemaakt?

    -. Ten aanzien van registergoederen (art. 6:252 BW).
    -. Een dulden of niet-doen met betrekking tot een aan een der partijen toebehorend registergoed
    -. Een notariële akte, die in de openbare registers wordt ingeschreven. 
  • 3 Leereenheid 3: Goederen en de onderscheidingen

  • 3.2.2 Bestaande en toekomstige goederen

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Een goed kan in absolute of relatieve zin toekomstig zijn. Wat houden deze begrippen in?

    Absoluut toekomstige goederen zijn goederen die nog niet bestaan, zoals bijvoorbeeld een fiets die nog moet worden gefabriceerd. 

    Relatief toekomstige goederen zijn goederen die objectief wel al bestaan, maar die (subjectief beschouwd) nog niet tot het vermogen van een bepaalde persoon (rechtssubject) behoren.
  • 3.3.2 (Hoofd)zaken en bestanddelen

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waar bestaan een zaak in principe uit?

    Uit één eenheid. Dit ligt aan het gehele goederenrecht ten grondslag. 

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Werkboek Goederenrecht