Samenvatting: Werkboek Overeenkomstenrecht | J J Ebbinga

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Werkboek Overeenkomstenrecht | J.J. Ebbinga

  • 1 Inleiding in het overeenkomstenrecht

    Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de kenmerken voor het begrip overeenkomst?

    Een overeenkomst komt tot stand door samenwerking van twee of meer personen.
    De wilsverklaring van beide partijen zijn gericht op het tot stand brengen van bepaalde rechtsgevolgen (vgl. art. 3:33 BW).
    Elk rechtsgevolg wordt teweeggebracht ten behoeve van de ene partij en ten laste van de andere partij (rechten en verplichtingen over en weer indien het om een wederkerige overeenkomst gaat (art. 6:261, lid 1, BW)
  • Welke soort overeenkomsten zijn aan een vorm gebonden en welke niet?

    De concensuele overeenkomst is niet aan een vorm gebonden. Bij formele overeenkomsten (bijv. art 7:2 lid 1 BW) stelt de wet een vormvereiste voor de geldigheid. Wordt niet aan het vormvereiste voldaan, dan is artikel 3:40 lid 2 BW van toepassing.
    Reele overeenkomsten zoals bruikleen (art. 7A:1777 BW) komen pas tot stand door de overhandiging van de zaak waarop de overeenkomst betrekking heeft. Voor de afgifte van de zaak bestaat een onbenoemde voorovereenkomst tot bruikleen; de wettelijke bepalingen van bruikleen worden eerst bij overhandiging van de in bruikleen gegeven zaak van toepassing.
  • Indien een overeenkomst aan een bepaalde vorm is gebonden, is de voorovereenkomst hieraan dan ook gebonden?

    In principe is de voorovereenkomst dan ook aan een bepaalde vorm gebonden, tenzij uit de strekking van het voorschrift anders voortvloeit (art 6:226 BW).
  • 2 Wil, verklaring, vertrouwen

    Dit is een preview. Er zijn 52 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de essentie van het Eelman-Hin arrest (1974)?

    Alleen bij overeenkomsten onder bezwarende titel was het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij voldoende voor bescherming door art. 3:35 BW. De HR stelde dus een aanvullend nadeelsvereiste, want bij rechtshandelingen om niet zou gerechtvaardigd vertrouwen niet zonder meer beschermd worden.
  • Wat is de essentie van het arrest Nolan-van Aalst (1986)?

    Iemand die zomaar iets krijgt, moet terdege nagaan of zijn wederpartij wel goed bij zijn hoofd is.
  • 3 Totstandkoming van de overeenkomst

    Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de essentie van het arrest Vogelaar-Skil (1991)?

    Indien partijen, anders dan door onderhandelingen, betrokken zijn bij het voorbereiden van een overkomst, m.b.t. het afbreken daarvan in het algemeen dezelfde maatstaf moet worden aangelegd als bij afgebroken contractsonderhandelingen.
  • 4 Vertegenwoordiging

    Dit is een preview. Er zijn 40 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke 2 rechtsgevolgen ontstaan bij lastgeving met volmacht?

    1. De verplichting om voor de lastgever te handelen;
    2. De bevoegdheid om op de naam van de lastgever te handelen.
  • In geval van (vermeende) vertegenwoordiging zijn 4 mogelijkheden:

    A) lastgeving met volmacht;
    B) geen lastgeving, geen volmacht;
    C) volmacht zonder lastgeving;
    D) lastgeving zonder volmacht.
  • Wat is de essentie van het Cacap-Kurstjens arrest (1999)?

    Nacap wordt vertegenwoordigd door Visser bij het sluiten van een overeenkomst met Kurstjens. Visser heeft geen toereikende volmacht (ingeschreven in handelsregister). Nacap heeft een situatie in het leven geroepen, die Kurstjens geen aanleiding hoefde te geven enig onderzoek te verrichten naar vertegenwoordigingsbevoegdheid van Visser. Onder die omstandigheden heeft Kurstjens redelijkerwijze mogen aannemen dat aan Visser een toereikende volmacht was verleend.
  • Wat is de essentie van het arrest Kuypers-Wijnveen (2001)?

    De manager van Kuijpers BV sluit namens de BV een overeenkomst met Wijnveen. Volgens de gepubliceerde volmacht is hij hiertoe niet bevoegd. Omdat de onderhandelingen op het kantoor van Kuijpers en met instemming van de bevoegde directeur zijn gevoerd, mag de wederpartij (Wijnveen) in de gegeven omstandigheden ondanks de publicatie toch aannemen dat er een toereikende volmacht is verleend.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart