Samenvatting: Werkboek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Werkboek
-
1 Inleiding in het privaatrecht
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Privaatrecht en publiekrecht
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke criteria zijn er om het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht aan te duiden?
- de subjecten die een rol spelen (burgers onderling vs. overheid en één of meer burgers).
- het belang dat gediend wordt (belangen afzonderlijke burgers vs. algemeen belang).
- de wijze van handhaving van regels (de betrokken individuen vs. de overheid).
-
1.4 Personen- en familierecht en erfrecht
-
Wat houdt het personen- en familierecht in en waar zijn de regels ervan te vinden?
- personenrecht (in enge zin): regels omtrent o.a. rechtsbevoegdheid, handelingsbekwaamheid, het recht op naam van een natuurlijk persoon, regels over bloed- en aanverwantschap, geboorte en overlijden en adoptie.
- familierecht: regelt de betrekkingen die voortkomen uit het familie- en gezinsverband.
- het personen- en familierecht is te vinden in Boek 1 BW.
-
2 Een inleiding in het vermogensrecht
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.1 Ontstaansgeschiedenis, indeling en systematiek van het BW
-
Hoe is de indeling van het BW en welke systematiek ligt daaraan ten grondslag?
Personenrecht
- Boek 1: Personen- en familierecht
- Boek 2: Rechtspersonenrecht
Vermogensrecht
1. Algemeen deel
- Boek 3 Vermogensrecht in het algemeen
- Boek 4 Erfrecht
2. Bijzonder deel
- Boek 5: Zakelijke rechten
- Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
- Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
- Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
- Boek 9: Rechten op voortbrengselen van de geest
Aan de indeling liggen twee hoofdprincipes ten grondslag:
- het onderscheid personenrecht en vermogensrecht
- binnen het vermogensrecht het onderscheid in een algemeen en een bijzonder deel
-
3 Goederenrechtelijke rechten en persoonlijke rechten
-
3.2 De absolute werking van het goederenrechtelijk recht en de relatieve werking van het persoonlijk recht
-
Wat houdt de absolute werking van een goederenrechtelijk recht in?
dat de rechthebbende zijn goederenrechtelijk recht tegenover een ieder kan handhaven. -
Wat is de werking van een persoonlijk recht?
een persoonlijk recht werkt slechts tegen een of meer bepaalde personen (relatieve werking). -
3.6 Droit de préférence
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.6
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe is de positie van personen die een persoonlijk recht hebben op de failliet?
de vorderingen van de schuldeisers zijn allemaal gelijk in rang, behoudens vorderingen met voorrechten -
Wie verkeert in een faillissement in een gunstigere positie: de goederenrechtelijk gerechtigde of de persoonlijk gerechtigde (schuldeiser)?
de goederenrechtelijk gerechtigde, omdat goederenrechtelijke rechten voorgaan boven persoonlijke rechten -
4 Goederen en hun onderscheidingen
-
4.2 Het onderscheid tussen registergoed en niet-registergoed
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
Laat hier meer flashcards zien -
Waarvoor is het onderscheid tussen registergoed en niet registergoed van belang?
omdat bij diverse rechtsfiguren de onderscheiding in registergoederen en niet-registergoederen een rol speelt -
4.3 De onderscheiding van zaken in hoofdzaken en bestanddelen
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.3
Laat hier meer flashcards zien -
Op welk soort goederen heeft het onderscheid hoofdzaak-bestanddeel betrekking?
uitsluitend op zaken -
5 Bezit
-
5.2 Bezit en houderschap
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de verhouding tussen de drie in artikel 3:108 BW opgesomde elementen voor het bepalen of sprake is van houderschap of bezit?
- verkeersopvattingen vormen het hoofdcriterium
- uiterlijke feiten bepalen sterk de verkeersopvattingen (is er sprake van houden van (1e vraag))?
- wettelijke bepalingen komen aan bod indien de (2e) vraag (is er sprake van een houden voor zichzelf of voor een ander) niet door de verkeersopvattingen kan worden beantwoord.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden