Samenvatting: Werkcolleges
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Werkcolleges
-
Ontsluiting en partogram
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 09/02/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van de latente periode? En hoe lang duurt deze?
De periode tussen transformatie en actieve fase (KNOV) en duurt max. 8 uur (WHO) -
Noem de twee dingen die tijdens de latente periode gebeuren
1. Contracties komen op gang, er ontstaat een weeën patroon (min. 2 per 10 min)
2. Cervix verweekt, verstrijkt en opent langzaam -
Noem de 5 dingen die horen bij de actieve periode tijdens de baring?
1. Pijnlijke weeën die gemiddeld 60-80 seconden duren
2. Interval tussen de weeën is 2-3 minuten
3. Ontsluiting > 3 cm
4. Toename ontsluiting 0,5 - 1 cm per uur
5. Meestal toenemende indaling -
Eenmaal in de actieve fase aangekomen zit er in het partogram een waarschuwingslijn en een actielijn. Waar zet je een kruisje? Wat houden deze lijnen in en wanneer is er sprake van een niet- vorderende ontsluiting?
Het eerst kruisje zet je op de waarschuwingslijn (ongeacht of het wel of niet op de y-as is). De waarschuwingslijn geeft aan hoe in welke 'snelheid' de bevalling moet doorzetten. Wanneer de lijn van desbetreffende mevrouw afwijkt van de waarschuwingslijn kunnen eerstelijns interventies worden verricht. Zakt de lijn onder de actielijn dan is er sprake van een niet-vorderende ontsluiting en kan een doorverwijzing naar het ziekenhuis nodig zijn. -
Noem vijf verschillende eerstelijns interventies als de lijn van het partogram tussen de waarschuwingslijn en de actielijn ligt.
1. Niet medicamenteuze pijnbestrijding
2. Amniotomie
3. Continue ondersteuning
4. Warmte (douchen)
5. Houdingen wisselen -
Baringsmechanisme I
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/03/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Op welke Hodge kantelt het caput over het promontorium en herstelt het synclitisme?
Hodge 2 -
Op welke Hodge staat caput dwars of schuin?
Hodge 1 -
Welke bewering klopt niet bij een kruinligging?1. De normale spildraai is naar Kaa2 De grote fontanel bevindt zich in de bekkenas3. Er is geen flexie en geen deflexie4. Het aanwijspunt is de kruin
Hetaanwijspunt is de kruin -
Baringsmechanisme II
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/03/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Wat voel je bij H1 en wat bij H2?
H1: Caput beweeglijk boven de bekkeningang
H2: Caput vast in bekken -
Hoe draait een achterhoofdsligging bij H2/H3? En waarom draait het zo?
Eenachterhoofdsligging draait altijd naar a.a.v. Omdat deexcentrische pool altijd de binnenbocht neemt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden