Samenvatting: Werken Met Groepen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Werken met groepen

• 1 Inleiding

• 1.2 Drie actoren van groepsdynamica

• Wat zijn de drie actoren van groepsdynamica?

  • De groep
    
  • Team
  • Jezelf

• 2 Wat is een groep?

• 2.2 Soorten groepen

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn ingroups en outgroups?

  • Wij en zij
    
  • Outgroup gedraagd zich afwijkend

• Hoe heeft een onvrijwillige basis effect op de groep?

  Effect op de ontwikkeling van de groep

• 2.3 De kracht van groepen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat bieden positieve krachten aan een groep?

  • Steun geven
    
  • Verbondenheid
  • Gedeelde verantwoordelijkheid
  • Leren van elkaar
  • Veiligheid (veilig leefklimaat)
  • Vertrouwen
  • Mezelf beter leren kennen
  • Vriendschap
  • Werkplezier
  • Inspiratie

• 3 Niveaus van groepen

• Waarvoor dienen de vijf niveaus?

  Inzicht krijgen en het groepsfunctioneren kritisch onder de loep nemen, dit helpt om gepaste interventies te plannen en gepast te reageren.

• 3.2 Procedure niveau

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke groepsdynamische zaken spelen een rol?

  • Groepscohesie
    
  • Sfeer
  • Gevoel van erbij horen
  • Leiderschap
  • Invloed op elkaar
  • Macht
  • Affectie, sympathie of antipathie
  • Waarden en normen

• Welke interventies dragen bij aan de groepsklimaat?

  • Goede kennismaking, persoonlijke begroeting
    
  • Bewuste subgroepen (kans op inbreng)
  • Oog hebben voor en aansluiten op de beleving en ervaring
  • Inzetten op een veilig klimaat en bevorder vertrouwen
  • Positief bekrachtigen
  • Stimuleren van normen: 'verschil mag er zijn'
  • Inzetten op respectvolle en directe communicatie
  • Kritiek en weerstand accepteren
  • Ruimte voor evaluatiemomenten
  • Oog hebben voor subgroepen
  • Inzicht op de fase waarin de groep zich bevindt

• Welke interventies zijn er als de groep niet functioneerd?

  • Goede voorbereiding
    
  • Structuur of ondersteuning
  • Informatie vooraf
  • Timing en tijdsbewaking
  • Afspraken
  • Grenzen stellen
  • Zorgvuldige omgang met afspraken
  • Briefing
  • Afwisseling en keuze in veilige werkvormen

• 3.3 Interactie niveau

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe kan je als OB ingrijpen op dit niveau?

  • Aandacht hebben voor conflicten, angsten en gevoelens
    
  • Aanpak afstemmen
  • Groepscohesie bevorderen
  • Eigen kijk en gevoel inbrengen

• 3.4 Bestaansniveau

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Waar speel je op in als OB?

  Onzekerheden en angsten