Supply chain management - Van functioneel denken naar ketendenken

9 belangrijke vragen over Supply chain management - Van functioneel denken naar ketendenken

Beschrijf kort de evolutie in logistieke organisaties (vanaf de jaren 60).

1960 - 1970: Er was sprake van functionele organisaties (verzuiling)
1970 - 1980: Functionele organisaties met integrale logistiek
1980-1990: Logistiek meer gericht op interne integratie
1990 - 2000: Logistiek gericht op de integratie met klanten/leveranciers
2010 - nu: Logistiek over de supply chain > naast integratie met klanten en leveranciers, ook afstemming over de keten heen.

Logistiek als bedrijfsfunctie heeft zich dus ontwikkeld naar supply chain management. 

In de periode 1960-1970 was er sprake van functionele organisaties. Wat hield dit in voor de logistiek?

Het produceren van goederen gebeurde op basis van de aanwezige expertise in speciale afdelingen, ook wel functionele eenheden genoemd. Er waren aparte afdelingen voor verschillende productiebewerkingen. Dit leidde tot verzuiling (muren tussen de afdelingen) en goederen die als het ware over de muur naar de volgende afdeling werden gegooid. Er was geen afstemming tussen de afdeling. Hierdoor ontstond er sub-optimalisatie. 

In de periode 1970-1980 werd material management ingevoerd in organisaties. Waarvoor werden material managers aangesteld?

Material managers werden aangesteld om voor de afstemming tussen de goederen van de verschillende functionele eenheden te zorgen. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom konden material managers hun werk niet optimaal uitvoeren in de periode 1970-1980?

Doordat zij met achterhaalde informatie moesten werken. Veranderingen werden in de loop van de week doorgegeven aan een centrale afdeling. Deze gegevens werden voor het weekend in de computer ingevoerd en op maandag werden dan stapels papieren met informatie verspreid. Producten die volgens die papieren op een bepaalde plaats moesten liggen waren dan al weer verder verwerkt.

Waarom werd interne integratie in de periode 1980-1990 belangrijker voor organisaties?

Bij organisaties kwam het besef dat doorlooptijdverkorting nodig was om de concurrentieslag te kunnen winnen. Om dit te kunnen bereiken werden de muren tussen diverse afdelingen verbroken. De komst MRP-pakketten maakte het mogelijk om een beter inzicht te krijgen in de goederenstromen. 

Waarom werd integratie met klanten en leveranciers belangrijker in de periode 1990-2000?

Veel activiteiten in de goederenstroom werden onnodig dubbel uitgevoerd doordat er geen integratie met leveranciers en klanten was. Een voorbeeld van een uitkomst van deze verbeterde integratie was dat leveranciers goederen vaker direct doorleverden aan de productielijnen: Just-in-time. Hierdoor kwamen er minder voorraden en lagere voorraadkosten. 

Waardoor werd afstemming over de keten heen belangrijker in de periode 2000 - 2010?

  • De relatie met leveranciers en klanten werd steeds hechter
  • De toenemende druk op doorlooptijdverkorting (dit vereist een logistieke visie over de gehele supply chain).

Met welke software wordt afstemming over de keten heen mogelijk?

Met Advanced Planning and Scheduling (APS); hiermee kan men online en in realtime sturen. 

In de periode 2010 - 2020 verwacht men dat er coördinatie over diverse supply chains zal komen door gebruik van 4C. Wat is dit?

4C staat voor Cross Chain Control Center en het is een regiecenter waarvandaan meerdere supply chains gezamenlijk gecoördineerd en geregisseerd worden. Het gaat hier niet alleen om fysieke goederenstromen, maar ook over informatie- en financiële stromen. Dit leidt tot verdere afstemming over de keten heen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo