Wetenschap eind

44 belangrijke vragen over Wetenschap eind

Hoe berekn je ALTIJD de associatie maten (epidemiologische maten)?

TABEL!

Wat zijn de waardes van een RR en wat zegt dit??

Als de waarde tussen 0 en 1 ligt, wil dat zeggen dat de determinant een beschermende factor is.
Als de RR 1 is , er geen assoiciatie tussen determinant en ziekte.
Als de RR > 1 is dan is er sprake van een risico factor.

Wat is de interpretatie van AR (atributive risico is ook Risico verschil)?

Dat is het extra risico van de geexponeerde t.o.v. de niet geexponeerde.
Bijvoorbeeld: determinant = cholesterol
ziekte= infarct. Eer AR wil zeggen, als de uitkomst bijv 5 % is, dat mensen met een hoog cholesterol, 5% kans extra lopen op het krijgen van een hartinfarct dan mensen met een lage cholsterolspiegel
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is belangrijk om te vermelden bij de interpretatie bij de AR (vooral bij het opschrijven hiervan?

Alle twee de groepen vermelden in je omschrijving dus de risico groep t.o.v. de niet geexponeerde bijv de groep mensen met een laag cholesterol gehalte.

Hoe is de interpretatie van Odss Ratio??

Hetzelfde als die van de AR, alleen dan control en patient groep.

Wat houdt informatie Bias in?

Vertekening door fouten bij het verzamelen van informatie ( bijv bij een vragenlijst die vraagt naar herinneringen zal dit nooit helemaal op waarheid kunnen berusten).

Wat houdt publicatie Bias in?

Vertekening door studies met alleen significante resultaten te publiceren

WAt is een macro onderzoek?

Vaak marktonderzoek mbt produkt

Wat is een transversaal of dwarsdoorsnede onderzoek (kenmerken)?

Meten op 1 punt, expositie en ziekte op hetzelfde moment gemeten. Nooit longitudinaal.

Wat is een cohort onderzoek( kenmerken)?

Andere naam cohort is een gesloten populatie. EENS EEN COHORT ALTIJD EEN COHORT dus al je als MANP 2015 begint blijf je dit altijd, de kenmerken van een cohort zijn de populatie vernaderd in de tijd.

Verklaring open populatie, alle studenten van de VU, kenmerken veranderen niet in de tijd (allemaal jong etc.)

Wat zijn de kenmerken van een patient controle onderzoek?

Is altijd in de tijd, dus longidudinaal, is altijd retrospectief
Hier altijd Odss ratio

Welke diagnostische waarde worden er gehanteerd in de diagnostische epidemiologie?

Sensitiviteit, specificiteit, predictieve en voorspellende waarde, voorafkans, achterafkans, ROC curve en likelihoodratio.

Wat meet je met de sensitiviteits maat?

Geeft aan welke personen door de test terecht als ziek worden geïdentificeerd. Zegt dus iets over de gevoeligheid van een test voor zover het gaat om herkennen van gevallen van de betreffende ziekte. Als alle personen door de test als ziek worden aangeduid is de sensiviteit 100%

Wat geeft de positief voorspellende waarde van een test aan?

Welk gedeelte van de onderzochte populatie  met een positieve test de ziekte heeft. Voorbeeld: als een positieve GGT test 94% is zou dit zeggen dat ook echt 94% van de mensen werkelijk diabeet zijn.

Noem 5 kenmerkende verschillen (sterk) tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek?

Kwantitatief
-grote aantallen ( is sterk punt).
-generalisatie (sterk punt).\
-eenvoudig te beschrijven en te analyseren (sterk punt)
-snel en efficiënte (sterk)
-controleerbaar (sterk)
-hoge betrouwbaarheid
Kwalitatief
-dichtbij de praktijk (sterk)
-gebruik van natuurlijke data (sterk)
-zicht op contextuele  betekenis van de verschijnselen (sterk)
-hoge validiteit (sterk)
-Geeft zich op de beleving interacties, en processen van mensen (sterk).

Noem 5 kenmerkende verschillen (zwak) tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek?

Kwantitatief
-onderzoekt een beperkt deel van de empirie (zwak)
-geen inzicht in de beleving, interactie en de processen van de mensen( zwak).
-validiteit meestal laag (zwak)
-variabelen zoals bedoeld worden vaak beperkt gemeten (zwak).
Kwalitatief
-beperkt reproduceerbaars( zwak)
-beperkte controle op data verzameling (zwak).
-mogelijkheden van generalisatie zijn gering (zwak).
-tijdsintensief (zwak).
-controle kwaliteit moeilijk (zwak).

Wat zijn de drie belangrijkste kwalitatieve onderzoeksbenaderingen?

Etnografische benadering
De gefundeerde theorie benadering
Femenologische benadering

Wat houdt de gefundeerde theorie benadering in (grounded theory)?

- gericht op het ontwikkelen van een theorie
-gericht op het ontwikkelen van concepten/begrippen om ervaringen/perspectieven/beleving/motivaties/strategieën te beschrijven of te verdiepen.
Voorbeeld: Welke coopingstrategieen hanteren vrouwen na sexueel geweld?

Wat houdt de fenomenologie ( ofwel hermeneutiek) in ?

Reflectie en begrijpen staat centraal.. In de fenomologie spreekt men over een geleefde ervaring.  Voorbeeld bij onderzoeksvraag: wat ziet iemand met een burnout zelf als de oorzaken voor de burnout.

Hoe meet je interne validiteit in een kwalitatief onderzoek?

Memo ( aantekeningen met diverse codes), peerreview, member check ( respondenten het laten lezen)audit trial9 uitgebreide memo met alle stappes methodes beschreven, participatie en observatie  en methodetriangulatie

Hoe meet je de externe validiteit in een kwalitatief onderzoek?

thick description (getailleerde beschrijving), citaten, steekproeftrekking

Wat houdt extern validiteit in bij een kwalitatief onderzoek?

Is de conclusie van toepassing op de populatie is het generaliseerbaar

Hoe meet je betrouwbaarheid in een kwalitatief onderzoek (intern)?

Meerdere onderzoekers (onderzoekstriangulatie), samen coderen, trainen van onderzoekers, computerprogrammas

Hoe meet je de betrouwbaarheid van een kwalitatief onderzoek extern?

stappen uitwerken= audit trial, kun je het onderzoek op deze manier herhalen, audio uittypen, methodologie beschrijven.

Wat houdt betrouwbaarheid extern in bij een kwalitatief onderzoek?

Is het herhaalbaar als geheel, kun je het weer uitvoeren.

Noem een aantal selecte steekproeven (niet gericht) bij kwalitatief onderzoek?

- toevallige/gemaks/gelegenheidssteekproef= ook convenience sample ( alle familie die mee is van een patient bijv)
-quota steekproef (op basis van variabele bv leeftijd).
-vindtplaats gerichte steekproef voor hiv verslafde naar de daklozenopvang)
-sneeuwbalsteekproef

Vraag
Als er bijv in de toets gevraagd wordt naar:
Er is een epidemiologisch onderzoek gedaan naar de relatie tussen het eten van fruit en parodontitis. Uitgangspunt van het onderzoek vormt de hypothese dat, patiënten die wegens een parodontitis bij de tandarts terecht komen vaak een lage fruitconsumptie (minder dan 2 stuks fruit per week ) hebben dan controlepersonen. Dan is de vraag
, met welke epidemiologische maat is het verband tussen het gebruik van de fruitconsumptie en paradontitis het best weer te geven.

Bij patient-control is de Odss ratio de beste maat om het verband (associatie) tussen determinant en de ziekte weer te geven, omdat de incidentie niet te bereken is. De ziekte is al ontstaan dus je hebt alleen prevalentiecijfers. Indien de incidentie wel te berekenen is kan je het relatief risico uitreken, zoals bij een prospectieve cohort study

Vraag, uit het onderzoek blijkt dat vrouwen meer profiteren van fruitconsumptie dan mannen, ondanks het feit dat de fruitconsumptie vergelijkbaar is met die van de mannen. Geslacht is dus van invloed. Hoe wordt dit verschijnsel in de epidemiologie wel genoemd?

Dat wordt een Confounder genoemd, geslacht is een verstorende variabele die het verband tussen fruitconsumptie en parodontitis vertekend.

Vraag, een nieuwe diagnostische test blijkt eerder prostaatkanker te ontdekken dan de bestaande test.. De vraag is, wat is hiervan het gevolg in termen van de incidentie en prevalentie van prostaatkanker?

Dit betekend een toename van de incidentie (er worden meer gevallen ontdekt) en daarmee ook een toename van de prevalentie

Vraag, een nieuwe diagnostische test blijkt eerder prostaatkanker te ontdekken dan de bestaande test.. De vraag is,wat kunnen we concluderen tav de nieuwe diagnostische test in termen van sensitiviteit en specificiteit?

Alleen dat de nieuwe diagnostische test een hogere sensivitteit heeft dan de bestaande test. Over de spec van de indextest kunnen we op basis van deze gegevens niets zeggen.

Er is de laatste jaren veel geschreven over het irak syndroom. Een aantal Amerikaanse soldaten heeft leukemie gekregen en men vermoedt dat dit komt door gebruik van bepaald soort munitie. Stel men wil dit onderzoeken met een patient controle onderzoek. Vraag, leg uit wat de belangrijkste elementen van een patient-control onderzoek zijn aan de hand van een voorbeeld.

De patientengroep wordt gevormd door de soldaten met leukemie  en de controle groep door soldaten zonder leukemie. Vervolgens wordt bij beide groepen nagegaan in verre ze bloot hebben gesteld aan ( gewerkt met) een bepaald soort munitie en wordt de Odds ratio berekend. De OR is de associatie (is statistisch verband ) tussen de expositiefactor (ook wel determinant of risicofactor ) en de ziekte.

Vraag, leukemie is een vrij zeldzame ziekte, gaat bij een zeldzame ziekte je voorkeur uit naar een patient control onderzoek of naar een cohort onderzoek.

Bij een zeldzame ziekte gaat je voorkeur uit naar een patient controle onderzoek omdat de ziekte al ontstaan is. Bij een prospectieve onderzoek zou het jaren duren voordat er voldoende mensen met die zeldzame ziekte zijn verzameld en daardoor wordt het een erg dure studie.

Vraag, in een prospectief cohort onderzoek naar het verband tussen het gebruik van anabole steroïden en RA wordt gevonden dat van de 1000 deenemers er
200bole steroïden hebben gebruikt. In totaal krijgen 400 mannen RA: 100 in de anabole groep en 300 in de niet anabole groep,
bereken het relatief risico en het risico verschil op RA voor de anabole gebruikers t.o.v de niet gebruikers. Relatief risico = incidentie geëxponeerde/incidentie niet geëxponeerde. isicoverschil = incidentie geëxponeerde - incidentie niet geëxponeerde

Dat zijn de uitkomsten van de incidentie op de RA
RR 50/37.5=1.33
RV =50%-37.5%=12.5%

Dat zijn de uitkomsten van de incidentie op de RA
RR 50/37.5=1.33
RV =50%-37.5%=12.5%

Leg deze uitkomsten uit

RR van 1.33 ( >1.0 dus risicofactor) betekend dat gebruikers van steroïden 1.33 zoveel kans hebben op RA dan de niet gebruikers.
RV is het extra risico op ziekte door de determinant. In dit geval heebben de steroid gebruikers 12.5% kans op het krijgen van RA dan de niet steroïden gebruikers

De conclusie van een onderzoek luid het relatief risico van het roken van cannabis op het krijgen van een psychose is 7.5 en het attributief risico is 80%. Wat betekend dit?

Relatief risico van 7.5 wil zeggen dat cannabisrokers 7.5 maal zoveel kans hebben op het krijgren van een psychose dan niet cannabis rokers.
Attributiefrisico (of risicoverschil) van 80% wil zegen dat cannabis gebruik zorgt voor een extra kans van 80% op het krijgen van een psychose in vergelijking met geen cannabis gebruik.

Een hoog relatief risico wijst op een sterke relatie tussen determinant en ziekte. Dat wil zeggen dat de determinant de oorzaak is van de ziekte. Is deze stelling juist?

Nee een hoog relatief risico geeft geen statistisch verband weer tussen determinant en ziekte en geeen oorzakelijk verband. Er kunnen andere determinanten zijn die de oorzaak zijn van de ziekte. Alleen een zuiver experiment kan een oorzakelijk verband aantonen.

Vraag aan de hand van een case controle study vonden de VU onderzoekers een verband tussen vitamine D gebrek en depressie bij 65-plussers. Want zijn hierbij de onafhankelijke en afhankelijke variabelen? Vraag wie vormen de cases en wie de controles? Vraag, welke associatiemaat zouden de onderzoekers gebruikt hebben om het verband weer te geven tussen viatmine D gebrek en depressie?

Odds ratio, omdat je bij een case control onderzoek uitgaat van de ziekte, je kunt dus geen incidentie bereken en daarom geen relatief risico.

Vraag
Blinde vrouwen worden na een grondig training in Duitsland ingezet bij manueel borstonderzoek. Zij blijken eerder knobbeltjes in de borst te ontdekken dan ziende artsen. Vraag,
wat is hiervan het gevolg in termen van sens. en spec. van het manuele onderzoek?

Sensitiviteit van het manueel onderzoek neemt toe. Er worden meer vrouwen ondekt die borstkanker hebben. Dit heeft geen invloed op de spec. van de test omdat de test niet geschikt is om gezonde vrouwen te detecteren. Als je niks voelt wil dit nog niet zeggen dat de vrouw gezond is, het knobbeltje kan dan te klein zijn om gevoeld te worden.

Vraag
Onderzoeker volgen 340 alzheimer patienten 1,5 jaar om na te gaan of extra vit b een remmende invloed heeft op de ziekte. Tweederde van hen slikte een vit b preperaat eenderde slikt een placebo, vraag wat voor onderzoeksdesign is hier beschreven, beschrijf zo volledig mogelijk de kenmerken van dit design

Het gaat hier om een experimenteel design. De manipulatie (interventie) is hier het slikken van vit B door de experimentele groep. Er is een controle groep die een placebo krijgt. Of er sprake is van randomisatie is niet uit deze informatie af te leiden. Indien ja, dan is er sprake van een RTC.

Hoe leg je de wedverhoudingen van de Odds Ratio uit?

De wedverhouding tussen c en d (c/d) is de wedverhouding tussen de kans dat de ziekte A zal aanwezig zijn bij een negatief (test)resultaat ten opzichte van de kans dat ziekte A niet aanwezig zal zijn bij een negatief (test)resultaat. De verhouding tussen deze twee wedverhoudingen (odds) is de Odds Ratio (OR). Mathematisch uitgedrukt: OR = a/b gedeeld door c/d

Vraag
Onderzoeker volgen 340 alzheimer patienten 1,5 jaar om na te gaan of extra vit b een remmende invloed heeft op de ziekte. Tweederde van hen slikte een vit b preperaat eenderde slikt een placebo, vraag uit het onderzoek kwam als resultaat een relatief risico van 0.50. Geef aan hoe je dit resultaat moet interpreteren?

Dit wil zeggen dat extra vitamine B een beschermend effect heeft op het ontwikklelen van Alzheimer. Dus mensen die extra vit b slikken hebben de helft (50%)minder kans op het krijgen van dementie dan mensen die geen b=vit B slikken

Een a selecte groep mannen in de leeftijd van 50-55 jaar wordt gedurende een jaar gevolgd op het krijgen van longkanker. Van de 2000 mannen roken er 500. In totaal krijgen 400 mannen longkanker; 250 uit de rokers groep en 150 uit de niet rokers groep. Vraag, bereken voor beide groepen de incidentie van longkanker?

250/500=0.50 x 100 %= 50%
150/1500=0.10 x 100= 10%
Eerst altijd naar het totaal kijken= 2000
Hiervan roken er 500
250 mannen hebben longkanker uit de rokers groep
Dus=250/500
150 hebben geen longkanker van de 2000. De rokers gaan al van de totaal populatie is dan hou je 1500  dan wordt de som
150/1500 x 100%= 10

Relatief risico = incidentie geexponeerden/incidentie niet geexponeerden
RR=50/10 5, wat zegt deze uitkomst?

Rokers hebben een 5 x zo grote kans op het krijgen van longkanker vergeleken met niet rokers

Relatief risico = incidentie geexponeerden/incidentie niet geexponeerden
RR=50/10 5, bereken het risicoverschil?

RV= 50%-10%=40%
Dat betekend dat de bijdrage van roken aan het krijgen van longkanker 40 % is. Dus als je niet rookt heb je altijd nog 10% op het krijgen van longkanker, roken vergroot die kans dus met 40%

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo