Kenleer - Verlichting

11 belangrijke vragen over Kenleer - Verlichting

Locke: Verbind primaire, secundaire en tertiaire kwaliteiten met object en subject.

Primaire kwaliteit is altijd gerelateerd aan het object. Secundaire en tertiaire kwaliteit van een object is voor de interpretatie van het subject (subjectafhankelijk).

Locke: Wat zijn de hooflijnen van zijn filosofie?

- Empirist
- Doel: laten zien dat er geen aangeboren ideeën bestonden
- Uitleg: Doordat die aangeboren ideeën niet terug te zien zijn bij kinderen en gekken. Ook is er een enorm verschil in waarden en normen tussen verschillende groepen. Die moeten, bij aangeboren ideeën, namelijk meer op elkaar lijken.
- Idee: kennis wordt vergaard door representaties in het hoofd, iets wat hij 'idee' noemt.
- kwaliteiten: dit gaat via sensatie en reflectie, waarbij hij drie soorten kwaliteiten toeschrijft aan objecten.

Hume: Wat is zijn oplossing voor het correspondentieprobleem?

Hume stelt dat bij de samenstelling van enkelvoudige ideeën ook nieuwe complexe ideeën kunnen maken die we in combinatie met elkaar niet daadwerkelijk gezien hebben. Het zijn dus alleen de enkelvoudige ideeën die echt overeen moeten komen met de werkelijkheid.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hume: Hoe kan het ‘copy prinicple’ helpen om zin en onzin van elkaar te scheiden?

Om het waarheidsgehalte te controleren hoeft men alleen het copy principle om te draaien. Elk idee of elke term moet dan overeenkomen met een ruwe impressie van de werkelijkheid. Als dat niet het geval is, is het idee betekenisloos en kan men het weggooien. Zelfs bij complexe, samengestelde ideeën moet dit mogelijk zijn. Zo’n idee moet dan terug te voeren zijn tot een verzameling losse, enkelvoudige ideeën, die elk voor zich weer terug te voeren zijn op een directe ervaring.

Descartes: Wat is de methodische twijfel?

Alles wat betwijfeld kan worden is onzeker en moet daarom niet als kennis worden beschouwd. Alleen dat wat
onverdraaglijk is, kwalificeert zich als ware kennis.

Descartes: Wat is het onderscheid tussen ‘res cogitans’ en ‘res extensa’?

Res cogitans = gekarakteriseerd door denken.
Res extensa = gekarakteriseerd als een fysiek iets, het heeft hoogte, breedte en lengte, drie dimensionaal.

Descartes: Bekritiseer de filosofie van Descartes vanuit de filosofie van Bacon.

De redenering van descartes zit vol idolen waar Bacon voor waarschuwde. Zo is het idee dat God perfect is een puur christelijk dogma. Toch neemt Descartes dit voor waar aan. Volgens Bacon zijn het juist deze religieuze autoriteten en aangeboren voorkennis waarvan men zich moet ontdoen.

Berkeley: Hoe probeert Berkeley het bestaan van de wereld buiten de ervaring probeert te bewijzen?

-Herinnering door de Waarnemer: Zodra iemand een object heeft waargenomen bestaat het object in zijn of haar herinnering. Ook al wordt het desbetreffende object vervolgens door niemand meer waar waargenomen, het blijft dus toch bestaan, omdat zij die het hebben waargenomen er een voorstelling van hebben in hun herinnering.
-        God: God is, volgens Berkeley, alom aanwezig en alziend. Als niemand de werkelijkheid observeert, is er dus altijd nog God die alles ziet en zodoende het bestaan van de dingen verzekert.

Berkeley: Hoe relateer je de filosofie van Berkeley aan de waarnemingstheorie van Locke?

Locke geeft de drie kwaliteiten aan objecten. Waarbij de eerste kwaliteit de vaststaande eigenschappen zijn. De 2e en 3e kwaliteit zijn afhankelijk van de waarnemer. Ook Berkeley gaat uit van de waarnemer, waarbij waarnemersafhankelijkheid bestaan. Berkeley doet dit al bij de eerste kwaliteit en gaat zover dat als het niet wordt waargenomen er niets blijkt te zijn.

Berkeley: Hoe relateer je de filosofie van Berkeley aan de methodische twijfel van Descartes?

Descartes en Berkeley twijfelen beide aan de waarheid van de zintuigen. Hiermee zegt Descartes, de zintuigen bedonderen mij wel eens, dus ik kan ze nooit vertrouwen. Berkeley stelt dat objecten er alleen zijn als je ze waarneemt en dat ze buiten waarneming er dus niet zijn. Hierbij heeft Berkely de oplossing dat in de herinnering van de waarnemer de objecten blijven bestaan. En dat God allom aanwezig is en ziet en zo de dingen blijven bestaan. Ook Descartes gebruikt god om de echte wereld te laten bestaan.

Berkeley: Hoe duid je het motto ‘esse est percipi’ en het begrip waarnemersafhankelijkheid van Berkeley?

Esse se percipi= zijn is waargenomen worden.
Berkeley stelt dat de primaire kwaliteiten van Locke enkel bestaan als gevolg van perceptie. Vanuit daar is er een waarnemer nodig om iets te laten bestaan. Hiermee is alles waarnemersafhankelijk. Dit zou betekenen dat zonder waarnemer er geen wereld is. Zover gaat Berkeley niet. Er is altijd een god die waarneemt, waardoor de wereld er wel is.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo