Eigenwaarde van dieren
6 belangrijke vragen over Eigenwaarde van dieren
Welke meningen bestaan er over de subjecten die eigenwaarde (intrinsieke waarde) hebben?
– Pijnlijdende/bewuste wezens (zoocentrisch)
– alles wat ‘leeft’ (biocentrisme)
– het geheel, alles omdat het er is, dus ook natuursystemen (holistisch/ecocentrisch)
• Het antwoord op deze vraag, zegt iets over je morele grondhouding en daarmee jouw morele legitimatie voor het omgaan met mens, dier, plant, natuur.
Op welke manieren moet een dier in zijn waarde worden gelaten bij dierproeven?
- welzijn (ongeriefscore)
- integriteit: De heelheid en gaafheid van het dier in fysieke en fysiologische zin, alsmede het vermogen om soortspecifiek te functioneren en dit vermogen te realiseren, zelfstandig en zonder intensieve hulp van de mens (Rutgers en Heeger) => belangrijk voor tentamen
2 dingen:
• Lichtgevend konijn voldoet aan deze criteria en toch ‘rammelt’ er iets
• We schenden volgens deze definitie al jaren de integriteit van dieren en dat is/vinden we toelaatbaar.
Hoe moeten we omgaan met intelligente vs. onintelligente dieren?
– We hebben meer plichten tegenover dieren die zelf aangeven zich te willen ontplooien naar hun eigen aard, die daar een zeker bewustzijn over hebben (Rollin)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zegt de Nederlandse wet over dierproeven?
- bewijslast voor uitzondering ligt bij onderzoekers
• Verschillende wetten
- Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren
- Besluit Biotechnologie
- Wet op de Dierproeven: 3 V’s (vervanging, verfijning, vermindering)
• vervanging: dierproef vervangen voor een proef zonder dier (of een lagere diersoort?)
• verfijning: zo min mogelijk ongerief
• vermindering: zo laag mogelijk aantal om een significant resultaat te behalen
Wat zegt de NIBI-code over dierproeven?
Welke principes moeten DEC's/CCD in acht nemen bij het beslissen over dierproeven?
• het belang moet opwegen tegen het ongerief dat aan het proefdier wordt berokkend (zie slide 23). (art 10b) (normatief kader)
=> Fundamenteel wetenschappelijk belang: Vermeerdering van kennis, vergroten van inzicht
=> Toegepast wetenschappelijk belang/maatschappelijk belang: Bijdrage aan de oplossing van een gezondheidsprobleem voor mens, dier, plant
=> Overig maatschappelijk belang:
– Bescherming van het milieu
– Behoud van de soort
– Forensisch onderzoek
– Beroepsvaardigheden op peil houden
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden