Samenvatting: Wetenschapsfilosofie Blok 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Wetenschapsfilosofie blok 2
-
1 Van Aristoteles tot de Wetenschappelijke revolutie
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat staat centraal bij Wetenschapsfilosofie?
Je afvragen wat wetenschap goed maakt, kritisch kijken naar concepten, afstand nemen van wetenschap en reflecteren. Wat doen we en waarom niet anders? -
Aristoteles is empirist. Wat houdt dat in?
Een empirist is geïntereseerd in waarneming. Hij ziet waarneming als bron en rechtvaardiging van kennis. -
Aristoteles is geïntereseerd in natuurlijke beweging. Wat houdt dat in?
Nietgedwongen beweging: de natuurlijke beweging naar de natuurlijke plaats, de beweging uit zichzelf.Experimenten zijn dus nietnatuurlijk . Een zaadje verandert bijvoorbeeld uit zichzelf: het interne principe van verandering -
Wat verandert er in de 14e eeuw in de wetenschap? Noem twee ontwikkelingen.
- Ontstaan humanisme
- Ontwikkeling van filologie: daardoor komen vervalsingen aan het licht. Heeft als doel de oorspronkelijke tekst te achterhalen. -
Noem de vier principes/ontwikkelingen van de filologie
1. Ontdekking van vervalsingen
2. Principe van de historische consistentie: wie kan het geschreven hebben? Kan het wel door deze persoon geschreven zijn, als je kijkt naar bijv. Het handschrift en die vergelijkt met andere bronnen van die schrijver?
3. Principe van de oudste bron
4. Principe van de brontaal: oorspronkelijke taal bestuderen waarin het geschrift is gemaakt -
De ontwikkelingen in de filologie leiden tot een andere houding ten opzichte van de geesteswetenschappen. Hoe is deze houding veranderd? Noem drie punten.
1. De houding vanonderzoekers iskritisch geworden
2. Er is een betere kennis van deantieke wetenschappen 3. Leidt tot het omvallen van oude zekerheden en antieke autoriteiten -
Wat maakt de wetenschappelijke methodologie van Galilei (1564-1642) anders dan die van Aristotelis?
Galilei werkt wel met experimenten, en claimt dat hij op deze manier het 'echte' fenomeen kan onderzoeken doordat hij het zo 'verstoringen' kan voorkomen -
Op welke manier verandert het denken over oorzaken in de zeventiende eeuw?
Men gaat zoeken naarmechanische oorzaken (natuurkundige ,wiskundige wetten ) in plaats vanteleologische oorzaken (kijken naar doel,biologie ) -
Welke vier kenmerken beschrijven de nieuwe wetenschappelijke revolutie?
1. Experimenten
2. Wiskundig
3. Men zoekt naar puur mechanische verklaringen
4. Theorieën hoeven niet alles wat er gebeurt correct te beschrijven, maar wel de onderliggende oorzaken -
2 Kennis en wetenschap
Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Er zijn verschillende soorten kennis. De wetenschap focust zich op propositionele kennis. Wat is dat?
Kennis die je kuntbestempelen als waar ofonwaar . Kennis die gaat over of iets zo is of niet en ook zo geformuleerd is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden