Behind a Veil of ideas: early modern rationalism ans empiricism - The bristish empiricists. Locke, Berekley, Hume

9 belangrijke vragen over Behind a Veil of ideas: early modern rationalism ans empiricism - The bristish empiricists. Locke, Berekley, Hume

Wie is John Locke

John Locke schreef uitgebreid over economie, medicijnen, politiek, onderwijs en filosofie. Hij studeerde eerst klassieke talen en later, in Oxford, kwam hij in aanraking met de klassieke leer van Aristoteles. Zin ontevredenheid nam toe toen hij meer kennis kreeg van de grote wetenschappers van die tijd (Robert Boyle, Robert Hooke, Thomas Willis en, eind 1680, Isaac Newton). Het werk van Descartes maakte hem wel meer geïnteresseerd in filosofie. Hij vond het noodzakelijk de menselijke capaciteit tot begrip te heroverwegen en beschreef dit in zijn meesterwerk Essay Concerning Human Understanding in 1690.

Locke formuleert verschillende categorieën van kwaliteiten die een object kan bezitten. Beschrijf deze drie categorieën aan de hand van een voorbeeld.

Om te beginnen zijn er de primaire kwaliteiten. Dit zijn onveranderlijke kwaliteiten van het object, zoals grootte, vorm, aantal, toestand en beweging.

Vervolgens zijn er secundaire kwaliteiten. Deze bestaan, volgens Locke, alleen wanneer het object wordt waargenomen.  Voorbeelden hiervan zijn kleur, geluid en smaak.

Tot slot zijn er de tertiaire kwaliteiten. Dit zijn de krachten waarmee het ene object een ander object kan beïnvloeden zodat onze waarneming ervan verandert.  Een voorbeeld hiervan is de straling van de zon die de windwijzer koperkeurig laat schitteren.

Welke vraag heeft Locke beantwoord?

De vraag die Locke nooit heeft beantwoord, is hoe je het verschil tussen primaire en secundaire kwaliteit kunt maken. We kunnen namelijk alleen zeker zijn van onze eigen waarnemingen. George Berkeley meende, met verstrekkende consequenties, dat er helemaal geen primaire kwaliteiten zijn.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wie was George Berkeley?

George Berkely, Iers filosoof en bisschop van Cloyne, maakte zich net als Bacon, Locke en Descartes voor hem zorgen over de toenemende scepsis over kennis. Als we ideeën over objecten waarnemen in plaats van de objecten zelf, hoe weten we dan dat het idee in onze gedachten op de objecten lijken? Bestaat er wel iets achter deze sluier van ideeën? Hoe weten we zeker dat objecten ook buiten onze gedachten bestaan?

Op welk punt verwerpt Berkeley de opvattingen van filosofen als Locke?

Locke probeerde het correspondentieprobleem langs empiristische weg op te lossen. Hij maakte onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten. De primaire kwaliteiten waren waarnemeronafhankelijk, de secundaire waren juist wel afhankelijk van de waarnemer. Ook hier is dus sprake van een onderscheid tussen wat de werkelijkheid is, en wat de geest daarmee doet. Dat secundaire kwaliteiten afkomstig zijn vanuit de geest vond Berkeley overtuigend bewezen, maar dat Locke los daarvan beweerde dat er ook kwaliteiten waren die niet afhankelijk zijn van de waarnemer, vond Berkeley onzin.

Wat is de definitie van het idealisme?

Het bestaan van iets bestaat uit het worden waargenomen door een geest. in Berkeley's filosofie hebben objecten alleen een ideaal en geen echt of materialistisch bestaan.

Wat betekend substance?

Wordt in de filosofie gebruikt om te verwijzen naar alles dat uit zichzelf kan bestaan.

Wie was David Hume?

Descartes, Locke en Berkeley meenden allemaal dat de wereld alleen bestaat dankzij een weergave ervan in onze geest (‘een sluier van ideeën’). De empirist Hume echter beweerde dat elke wetenschap verband houdt met de menselijke aard en dat goede wetenschap van deze aard een vereist is om wetenschappelijke vooruitgang te boeken. Dat is ook meteen zijn connectie met het empirisme: “Omdat de wetenschap van de mens de enige solide basis is van andere wetenschappen is, moet de enige solide basis die we deze wetenschap kunnen bieden gebaseerd zijn om ervaring enobservatie.”

Hume stelde dat de inhoud van de geest bestaat uit;

Waarnemingen (perceptions). Hiervan zijn twee varianten, indrukken (impressions) en ideeën. Indrukken zijndat wat meteen wordt ervaren (rood zien wanneer je het ervaart) en ideeën zijn zwakke kopieën van indrukken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo