Samenvatting: Wft Hypothecair Krediet
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van WFT Hypothecair Krediet | ?
-
1 De hypotheekmarkt
-
1.1.1 Huursector
-
Waar bestaat basis huur uit en waar de netto huur?
- kale huur
- servicekosten ( verwarming, verlichting en schoonmaken van gemeenschappelijke ruimten of kosten huismeester)
Basis huur - huurtoeslag = netto huur
Basis huur is excl. nutsvoorzieningen.
-
1.1.2 Koopsector
-
Wat zijn de bruto en netto woonlasten?
Bruto woonuitgaven:
- hypotheeklasten
- opstalverzekering
- verschuldigde erfpacht
Verschil tussen bruto en netto = fiscale effecten.
-
1.1.3 De markt voor woningen
-
Verschil tussen een kopers en verkopers markt?
Kopersmarkt:
dan is er een groot aanbod en een kleine vraag, de koper heeft het voor het zeggen
Verkopersmarkt:
Dan is er een klein aanbod en een grote vraag, de verkoper heeft het voor het zeggen.
-
Waardoor komt de markt van de koopwoningen tot stand?
- Door vraag en aanbod.
- Hypotheekrente speelt ook een rol in de keuze om een woning te kopen.
Is de rente bijv. laag dan zal iemand eerder een woning kopen dan wanneer deze hoger is. Door een lage rente neemt de vraag naar woningen toe en daardoor ontstaat er een waardestijging.
- economisch klimaat > zoals politieke beslissingen. bijv. afschaffen van hypotheekaftrek.
-
1.3.2 De keuze van de hypotheekverstrekker
-
Wat bepaald de keuze van hypotheekverstekker?
- hoogte renteprecentage
- mogelijk hoogte van de financiering
- hoogte van afsluitkosten
- mogelijkheid om een lopende kapitaalverz. in te brengen
- verscheidenheid aan producten
- keuzemogelijkheden voor rentevaste periodes
-
2 Eigendomsrecht
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.4.3 Verkoop economisch eigendom
-
Wat houdt verkoop economisch eigendom in?
verkoop van economische eigendom van een onroerende zaak. Dan doet de eigenaar tegen betaling van de koopsom, afstand van zijn rechten ten opzichte van de onroerende zaak. Hij blijft wel juridisch eigenaar.
-
2.4.4 Lease
-
Welke soorten lease heb je en wat is het?
- financial lease = lessor is juridische eigenaar en de lessee de economische eigenaar > telefoon.
- operationeel lease = economische en juridische eigenaar is de lessor, lessee betaald voor het gebruikt van het goed. vb, autolease.
-
3 mogelijkheden aan het einde van de lease periode?
- lessee is verplicht de onroerende zaak over te nemen
- lessee mag de onroerende zaak overnemen, maar is daartoe niet verplicht
- eigendomsrecht blijft bij de lessor.
-
2.5.3 Het recht van opstal
-
Wat houdt recht van opstal in?
verleent iemand het recht om in, op of boven een onroerende zaak een ander gebouw, werk of beplanting in eigendom te hebben of te verkrijgen.
De persoon die recht van opstal verkrijgt = opstaller
eigenaar van de zaak wordt bij recht van opstal niet automatisch eigenaar van de gebouwde opstal.
wel horizontale scheiding plaats van grond en opstal.
-
3 Hypotheekrecht en hypotheekakte
-
3.1 Inleiding pand en hypotheek
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat gebeurd er bij parate executie?
Dan verkoopt de schuldeiser die voorrang heeft op andere schuldeiser het goed. Als er daarna een restvordering blijft bestaan. Geldt voor dit deel dat de schuldeiser met voorrang, geen voorrang meer heeft op andere schuldeisers.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden