Rekenvaardigheden

10 belangrijke vragen over Rekenvaardigheden

Hoe bereken je Na hoeveel maanden de oversluitkosten zijn terugverdiend?

1. Bereken oude maandlast ( Rente + spaarpremie )
2.Bereken nieuwe maandlast.
3.Wat is het verschil tussen de maandlasten?
4. Boeterente / maandlasten = maanden.

Mevrouw Blom neemt de eerste zes maanden van 2020 een sabbatical. Haar eigen woning met een WOZ van €175.000 verhuurt ze gedurende deze periode voor €500 per maand, omdat ze dan zelf op wereldreis is. Haar eigenwoningschuld bedraagt €150.000 tegen een rente van 4,3%. Haar eigenwoningschuld valt volledig onder het overgangsregime. Hoe hoog zijn de inkomsten eigen woning voor Mevrouw Blom over 2020?

In geval van tijdelijke verhuur blijft de woning in Box 1, maar moet 70% van de zuivere huurinkomsten worden gezien als inkomsten eigen woning. Er moet dan overigens wel gewoon EWF over die periode betaald worden. In totaal ziet het er zo uit: 1e 6 maanden: 6 x €500 x 70% = €2.100 (Huur). Hele jaar: 0,6% x € 175.000 = € 1.050 (EWF) Heel jaar: 4,3% x €150.000 = -/- €6.450 (hypotheekrente). Totaal €2.100 + €1.050 -/- €6.450 = €3.300,00 negatief. Let op! Bij fiscale berekeningen rond je altijd af in het voordeel van de klant.

Hoe bereken je de het verschil in de maandlasten bij een annuitaire aflossing?

Lening 1 : Hoogte van de lening / annuiteitfactor = ....
Lening 2:  Hoogte van de lening / annuiteitfactor = ....

Van elkaar aftrekken en je hebt het verschil!
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Natalia heeft voor het eerst een woning gekocht en een hypotheek afgesloten. Zij leent €127.500 tegen een rente van 3,6% voor 30 jaar vast. Het is een annuiteitenlening met maandaflossing. Natalia wil graag weten hoeveel rente zij over de gehele looptijd betaalt

127.500 / annuteitenfactor = 579,672719
579,672719 x 30 jaar = 208.682, 18 (Dit is de rente en aflossing)

208.682,18 - 127.500 = 81.182,18

Hoeveel bedraagt de renterestitutie voor Francien? Francien heeft een persoonlijke lening van €12.000. De rente bedraagt 8,9%. De looptijd is 72 maanden en de maandtermijn bedraagt €215,71 (rente en aflossing). Francien besluit na zestien maanden de lening in zijn geheel af te lossen. Zij heeft tot dan toe in totaal €2.144,15 afgelost.

Bepalen resterende termijnen: (72 -/- 16) x €215,71 = €12.079,76. Bepalen restantschuld: €12.000,- -/- €2.144,15 = € 9.855,85. Restitutie bedraagt: €12.079,76 -/- €9.855,85 = €2.223,91.

Wanneer reken je niet met een opslag bij een leennorm?

In het geval dat de kredietverstrekker rekent met inkomen inclusief vakantiegeld en toeslagen reken je niet met de extra toeslag. De fomule is dan: 0,15 x (netto maandinkomen -/- basisnorm -/- basishuur) + basisnorm.

Hoe bereken je de rent restitutie?

1. Wat is het restant bedrag van de lening?
2. Hoeveel dient er nog betaald te worden (restant maanden x bedrag)
3. Verschil is restitutie.

Wanda wil een consumptief krediet afsluiten. Hoeveel is haar maximale leencapaciteit?

1. Netto maandsalaris vaststellen. 2. Basisnorm vaststellen. 3. (Exlusief) leennorm berekenen: Leennorm = 0,15 x (het netto inkomen van de klant -/- basisnorm -/- basishuur) + basisnorm + buffer. 4. Afloscapaciteit = netto inkomen -/- leennorm -/- woonlasten -/- betaalde alimentatie -/- overige financieringslasten. 5. Maximaal te lenen = afloscapaciteit x 50.


Savina wordt na twee jaar ziekte door het UWV voor 40% arbeidsgeschikt verklaard. Haar oude loon bedroeg € 36.000. Haar restverdiencapaciteit bedraagt € 14.400. Savina kan bij haar oude werkgever in dienst blijven en verdient nog € 10.000. Wat is de hoogte van haar uitkering (op jaarbasis), na de eerste 2 maanden?

Savina wordt na twee jaar ziekte door het UWV voor 40% arbeidsgeschikt verklaard. Haar oude loon bedroeg € 36.000. Haar restverdiencapaciteit bedraagt € 14.400. Savina kan bij haar oude werkgever in dienst blijven en verdient nog € 10.000. De hoogte van haar uitkering bedraagt (op jaarbasis) € 18.200. Savina verdiende € 36.000, ze verdient nog € 10.000. € 36.000 minus € 10.000 = € 26.000 x 70% = € 18.200.

De heer Jansen heeft een hypothecaire lening van €120.000 met een rente van 6,1%. Hij overweegt zijn huidige hypotheekrente om te zetten naar een huidige 10-jaarsrente van 4,4%. Zijn huidige contract loopt nog 38 maanden. Voor het omzetten is hij €8.000 boete en €500 administratiekosten verschuldigd. De huidige 3-jaars rente is 3,8%. Wat is voor meneer Jansen volgens de AFM-leidraad het bruto voor- of nadeel indien hij kiest voor de nieuwe renteperiode van 10 jaar? Je hoeft niet om te rekenen naar contante waarde.

De totale kosten bedragen €8.500. Als de heer Jansen de rente oversluit levert hem dat op: €120.000 x (6,1% - 4,4%) x 10 = €20.400. De kosten bedragen €8.500 dus het voordeel is €20.400 -/- 8.500 = €11.900. Conform de AFM-leidraad neem je de nieuwe rentevastperiode die de klant kiest als uitgangspunt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo