Samenvatting: Wft Hypotheciar Krediet 2015
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van WFT Hypotheciar krediet 2015
-
1 De hypotheekmarkt
-
1.5 Zelftoets
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke onderdelen zijn de totale woonuitgaven van een huurder opgebouwd?
De woonuitgaven voor mensen die in een huurwoning leven bestaan hoofdzakelijk uit de kale huur en de servicekosten. De bijkomende woonuitgaven zoals de nutsvoorzieningen completeren de woonuitgaven van de huurder. De woonlasten van een huurder zijn nauwelijks afhankelijk van het fiscale regime dat gevoerd wordt. De woonuitgaven kunnen verminderen als een huurder in aanmerking komt voor de huurtoeslag. -
Welke overwegingen komen aan de orde bij het aankopen van een woning?
Bij de beslissing om een woning te kopen komt een groot aantal algemene factoren om de hoek kijken. Minimaal komen daarbij de volgende zaken aan de orde:- het hebben van een ‘eigen woning’, inclusief alle emotionele en rationele overwegingen;
- het woongenot;
- het lastenrisico;
- het vermogensrisico;
- de verhuiskosten;
- het volgorderisico;
- bezitsvorming.
-
Welke typen vragers kunnen worden onderscheiden op de hypotheekmarkt?
Aan de vraagkant van de hypotheekmarkt zijn de volgende typen vragers te onderscheiden:- starters;
- doorstromers;
- oversluiters;
- verhogers.
-
Welke factoren kunnen de keuze voor een hypotheekverstrekker bepalen?
De keuze voor een hypotheekverstrekker wordt voor een groot deel bepaald door de hoogte van het rentepercentage op de leningen. Andere factoren zijn:- de mogelijke hoogte van de financiering gelet op inkomen en onderpand;
- de hoogte van de advies- en overige afsluitkosten;
- de mogelijkheid om een lopende kapitaalverzekering in te brengen;
- de manier van renteberekening;
- de keuzemogelijkheid voor rentevaste perioden.
-
Hoe wordt de aanbodzijde van de hypotheekmarkt onderscheiden?
De aanbodkant van de hypotheekmarkt wordt volgens een CBS-indeling op de volgende wijze onderscheiden:- hypotheekbanken en bouwfondsen;
- verzekeraars, pensioenfondsen en spaarkassen;
- algemene banken en spaarbanken;
- andere rechtspersonen;
- particulieren.
-
Op welke wijze worden hypotheken aan klanten gedistribueerd?
De distributie van hypotheken vindt direct en indirect plaats. Bij directe distributie biedt de geldverstrekker de hypotheken rechtstreeks aan de klanten aan. Bij indirecte distributie is er sprake van een tussenschakel, die de hypotheken aanbiedt. Dit kan een tussenpersoon, assurantiekantoor of makelaar zijn. -
Wat is een positieve factor die een rol speelt bij de aankoop van een woning?a. Kosten bij verhuizing.b. Verkooprisico.c. Woongenot.
Antwoord C
Het woongenot is een positieve koopbepalende factor. -
Joris Kats verkoopt zijn woning niet. Hij verandert wel van geldverstrekker.Wat voor type vrager is Joris op de hypothekenmarkt?a. Doorstromer.b. Oversluiter.c. Starter.
Antwoord B
Joris is een oversluiter, hij verkoopt immers zijn woning niet, hij wenst alleen zijn huidige hypotheek om te zetten naar een andere geldverstrekker. -
Wat wordt verstaan onder een vaste opdracht aan een makelaar?
In een vaste opdracht aan een makelaar worden de gegevens van de verkoper en de te verkopen onroerende zaak vastgelegd. Daarnaast worden de bevoegdheden van de makelaar vastgesteld. In de opdracht wordt verder verwezen naar de algemene voorwaarden die de makelaar aan de verkoper moet overhandigen en wordt vermeld welke tarieven de makelaar hanteert. Ten slotte wordt ook de
duur van de opdracht vastgelegd. -
Wat is een koopovereenkomst en welke regels zijn er verbonden aan een koopovereenkomst ten aanzien van onroerend goed?
Een koopovereenkomst is een overeenkomst waarbij de één zich verbindt een zaak te geven en de ander zich verbindt om daarvoor een prijs in geld te betalen. Wanneer de betaling anders dan in geld plaatsvindt, spreekt men van een ruilovereenkomst. Ten aanzien van onroerend goed geldt dat de koop schriftelijk moet worden gesloten, als de koper een consument is. Een mondelinge overeenkomst is vanaf 1 september 2003 niet meer geldig. Verder heeft de koper na het ontvangen van de koopovereenkomst drie dagen bedenktijd.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden