Evolutie en gedrag - Gedragsgenetica - Basiselementen vd erfelijkheidsleer
3 belangrijke vragen over Evolutie en gedrag - Gedragsgenetica - Basiselementen vd erfelijkheidsleer
Licht toe: 'gen', 'chromosoom' & 'allel'
GENEN -> verwijst naar DNA-codes
deze codes liggen op CHROMOSOMEN
elke persoon = 2 vormen (ALLELEN) van elk gen -> afkomstig van ouders
- 2 identieke allelen = homozygoot
- 2 verschillende allelen = heterozygoot
Licht toe: 'dominant', 'recessief', 'genotype' & 'fenotype'
By heterozygoot: 1 allel DOMINANT over andere = RECESSIEF
GENOTYPE = combinatie van allelen voor gen
FENOTYPE = uitdrukking vh gen / zichtbare effect
! onderhevig aan omgevingsfactoren: goed aangepast => meer overlevingskansen
Wat zijn eiwitten precies? Hoe ontstaan ze?
DNA-code die overeenstemt met 1 gen codeert voor eiwit / peptide
= bouwstenen voor structurele elementen & chemische stoffen in lichaam
meerdere eiwitten = nodig voor orgaan samen te stellen of bepaling van gedrag
-> gedrag = polygeen = afhankelijk van meerdere erfelijke factoren
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
