Persoonlijkheid - Biologische theorieen
6 belangrijke vragen over Persoonlijkheid - Biologische theorieen
Individ. verschillen tss persoonlijkheid & temperament worden bepaald door biologische verschillen tussen mensen. Temperament wordt volgens Hippocrates bepaald door 4 lichaamsvochten:
II. Cholerieke persoon = makkelijk woedend (overvloed gele gal)
III. Melancholieke persoon = gedeprimeerd temperament (zwarte gal)
IV. Flegmatisch persoon = koel, afstandelijk, traag & weinig emotioneel (slijmen/flegma)
Wat is de hierarchische theorie van Eysenck?
Eysenck beweert dat enkele 'hogere orde trekken' verantwoordelijk zijn voor bepaalde gedragingen. Geef de belangrijkste
2. emotionele stabiliteit (vs neuroticisme & psychoticisme)
= gevolg van verhouding chemische stoffen in hersenen
-> deze leiden tot een reeks 2e orde trekken -> leiden opnieuw tot aantal gedragingen
bv extraversie -> sociaal, actief, dominant & sensatie zoeken -> verder verdeeld in habituele responsen -> specifieke responsen
uiteindelijke gevolg: breed gamma van concrete gedragingen opmerken bij mensen met gelijkaardige persoonlijkheid
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat houdt de evolutionaire persoonlijkheidstheorie in?
-> persoonlijkheid = adaptief wnr ze een positieve impact heeft op overleven & voorplanting & fitheid vermeerdert
-> persoonlijkheid = reactienorm: voldoende variatie mogelijk in gedragsresponsen om zich aan te passen
Waarom worden persoonlijkheidsverschillen niet weg geselecteerd en blijven niet-wenselijke eigenschappen bestaan?
-> andere eigenschap kan plots voordeel opleveren
= het selectieve voordeel van sommige erfelijke trekken kunnen frequentie-afhangend zijn
bv: altruisme biedt groepsvoordelen in tijden van schaarste
perslkhdeigenschappen = polygenetisch + er is selectie op versch. aspecten ervan
persoonlijkheidseigenschap = continue variabele die tussen 2 polen varieert -> biedt fitheidsvoordelen en -nadelen
waar een persoon zich bevindt = afweging van kosten & baten die samenhangen met persoonlijkheid
bv extravertie -> sociaal (voordeel), sneller in gevaar (nadeel)
Welke kritiek bestaat er op de biologische theorieen?
~ erfelijkheid kan niet alle gedragsvariaties bepalen (max. 50%)
~ uiteindelijk is het de wisselwerking tss nature & nurture die de persoonlijkheid bepaalt -> wel fragmentarische evidentie voor biologische onderbouw, maar geen coherente overkoepelende theorie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden