De oudheid (6e eeuw v.Chr. - 6e eeuw n.Chr.) - Het ontstaan van de Wijsbegeerte - De post-klassieke oudheid(Hellenisme en keizertijd) 3e eeuw v. chr-5e eeuw n. chr

9 belangrijke vragen over De oudheid (6e eeuw v.Chr. - 6e eeuw n.Chr.) - Het ontstaan van de Wijsbegeerte - De post-klassieke oudheid(Hellenisme en keizertijd) 3e eeuw v. chr-5e eeuw n. chr

Wie heeft plannen opgevat om de hele Griekse wereld aan zijn gezag te onderwerpen?

Philippus II van Macedonië.

1. Door de schaalvergroting tijdens de tijd van Alexander de Grote (Hellenisme) en de Romeinse keizers ontstaan er nieuwe politieke structuren die een zeer belangrijke mentaliteitswijziging teweegbrengen. Welke?

De onderdanen van deze immense rijken zijn niet langer burgers van een bepaalde, particuliere stadstaat, maar zij beschouwen zichzelf voortaan als wereldburgers: kosmopolieten (de hele kosmos is hun polis)

Waar word de Filosofie uit de periode derde eeuw tot de vijfde eeuw voor Christus voornamelijk door gekenmerkt?

Door de basisstelling dat wijsbegeerte niet zozeer een theoretische reflectie is, maar een levenswijsheid of levenskunst.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wie slaagde er in  om in de vierde eeuw voor Chr. Griekenland te onderwerpen?

De zoon van Philippus II van Macedonië: Alexander de Grote (356 v.C.-323 v.C.).

2. Wat is een belangrijk neveneffect van de immense rijken onder Alexander de Grote en de Romeinse keizers?

  • De burgers zijn onderworpen aan een centraal gezag dat zeer ver van de dagelijkse leefwereld verwijderd is.
  • De oude gemeenschapsstructuren zijn zodanig uitgehold dat ze weinig houvast bieden voor de concrete invullen van het bestaan.

Dit betekent dat de burgers voor de concrete uitwerking van normen en waarden uiteindelijke helemaal op zichzelf zijn aangewezen: individualisering als gevolg van de schaalvergroting van het politieke leven.

Wie lijven de gebieden in waarover de opvolgers van Alexander de Grote heersen?

De Romeinen. Het Romeinse Rijk zal nu zijn rol als erfgenaam van de Griekse beschaving waarmaken.

Wat was het gevolg van de onderwerping van Griekenland door Alexander de Grote voor de hellenistische beschaving?

De hellenistische beschaving werd over een zo grote schaal uitgedragen dat ze veel langer stond houdt dan de efemere bloei van de hellenistische rijken.

3. Waardoor wordt de filosofie tijden de post-klassieke oudheid gekenmerkt?


Door de basisstelling dat wijsbegeerte een levenskunst, een levenswijsheid is. Dus niet zozeer een theoretische reflectie.
De verschillende scholen in deze periode vullen dit ideaal telkens anders in.

Hoe positioneerde het opkomende Christendom zich in de context van de verschillende scholen in de Romeinse Keizertijd?

Als een filosofische stroming: philosophia christiana.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo